In deze zaak vorderde eiser, die boekhoudkundige werkzaamheden had laten verrichten door gedaagde, een schadevergoeding van € 258.713,- wegens vermeende tekortkomingen in de uitvoering van deze werkzaamheden. Eiser stelde dat hij door de onzorgvuldige uitvoering schade had geleden, waaronder belasting- en advieskosten, beleggings- en renteverlies, en onterecht verzonden declaraties. Gedaagde, FIMAC WATERLAND B.V., betwistte de vordering en stelde dat er geen opdracht was gegeven voor de werkzaamheden die eiser aanvoerde. Tijdens de mondelinge behandeling werd duidelijk dat een deel van de schade inmiddels was hersteld door een door de belastingdienst goedgekeurde kapitaalteruggaaf. De rechtbank oordeelde dat eiser niet voldoende had aangetoond dat hij schade had geleden en wees alle vorderingen af. Eiser werd veroordeeld in de proceskosten van gedaagde, die op € 8.935,00 werden begroot.