ECLI:NL:RBNHO:2021:6376

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
24 juni 2021
Publicatiedatum
28 juli 2021
Zaaknummer
8997741 \ CV EXPL 21-391
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van openstaande factuur door VvE na schade door werkzaamheden

In deze zaak heeft Valkering Incoming & Cruises B.V. een vordering ingesteld tegen de Vereniging van Eigenaren Vesta, waarbij zij betaling eist van een openstaande factuur van € 3.702,94, voortvloeiend uit schade die is ontstaan tijdens werkzaamheden uitgevoerd door een derde partij, Break-Down Sloopsupport B.V. De werkzaamheden betroffen reparaties aan de riolering en asbestverwijdering, waarbij schade aan de vloerbedekking van Valkering is ontstaan. Valkering stelt dat de VvE op grond van artikel 10.3 van het VvE modelreglement 1973 verantwoordelijk is voor de schadevergoeding.

De VvE heeft de vordering betwist en aangevoerd dat Valkering geen gelegenheid heeft gegeven aan Break-Down om de schade te verhelpen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de schade is veroorzaakt door de werkzaamheden van Break-Down en dat de VvE op basis van het modelreglement aansprakelijk is voor de schade. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat niet alle gevorderde schadeposten toewijsbaar zijn. De kosten voor het gereedmaken van laptops en schoonmaakwerkzaamheden zijn afgewezen, terwijl de schade voor de vervanging van de vloerbedekking is vastgesteld op € 216,86. De VvE is veroordeeld tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten.

De proceskosten zijn eveneens voor rekening van de VvE gesteld, maar de kantonrechter heeft rekening gehouden met het feit dat Valkering meer heeft gevorderd dan is toegewezen. Het vonnis is uitgesproken door kantonrechter J.H. Gisolf op 24 juni 2021.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknr./rolnr.: 8997741 \ CV EXPL 21-391
Uitspraakdatum: 24 juni 2021
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
Valkering Incoming & Cruises B.V.
gevestigd en kantoorhoudende te Wormerveer
eiseres
verder te noemen: Valkering
gemachtigde: mr. G.H.H. Groen
tegen
de vereniging Vereniging van Eigenaren Vesta
gevestigd en kantoorhoudende te Wormerveer
gedaagde
verder te noemen: de VvE
gemachtigde: E.M. Rietbergen

1.Het procesverloop

1.1.
Valkering heeft bij dagvaarding van 27 januari 2021 een vordering tegen de VvE ingesteld. De VvE heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Op 28 mei 2021 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Voorafgaand aan de zitting heeft Valkering bij brief van 17 mei 2021 nog stukken toegezonden.

2.De feiten

2.1.
[xxx] is eigenaar van het appartementsrecht gelegen aan de [adres] . Zij is daardoor van rechtswege lid van de VvE, waarvan dit appartementsrecht deel uitmaakt. Valkering heeft het appartementsrecht van [xxx] gehuurd en gebruikt als kantoorruimte.
2.2.
De VvE heeft in 2017 reparatiewerkzaamheden laten uitvoeren aan de riolering en asbest laten verwijderen door het bedrijf Break-Down Sloopsupport B.V. (hierna: Break-Down). Tijdens de werkzaamheden is een vlek op de vloerbedekking in de kantoorruimte van Valkering ontstaan, veroorzaakt door een lekkende douchecabine van voormeld bedrijf.
2.3.
Bij e-mail van 11 mei 2017 heeft VVE Management Noord-Holland, namens de VvE aan Valkering het volgende geschreven:
“Langs deze weg maak ik u kenbaar namens het bestuur dat de kosten welke samengaan met het toegang verschaffen bij het waarschijnlijke aanwezige kruipluik gedragen worden door de VvE, Dit staat ook genoemd in het modelreglement 1973 welke van kracht is op VvE Vesta.Artikel 10.33. Indien voor het verrichten van een handeling met betrekking tot de gemeenschappelijke gedeelten of zaken de toegang tot of het gebruik van een privé gedeelte noodzakelijk is, is de betreffende eigenaar verplicht hiertoe zijn toestemming te verlenen. Eventuele schade die hieruit voortvloeit, wordt door de vereniging vergoed.
2.4.
Op 13 september 2017 heeft Valkering een factuur met nummer 20170100 ten bedrage van € 4.879,39 aan de VvE verzonden. De factuur betreft: “Onkosten reparatie riolering”. Er zijn verschillende posten in rekening gebracht, waaronder “Laptops gereed maken voor extern inloggen”, “Schoonmaak werkzaamheden na reparatie”, “Vervanging vloerbedekking i.v.m. waterschade”, “Demonteren, terugzetten en aansluiten van apparatuur i.v.m. leggen nieuw vloerbedekking”.
2.5.
Op 22 september 2017 heeft Valkering een creditfactuur met nummer 20170124 ten bedrage van € 2.297,79 aan de VvE verzonden. Het na de creditfactuur nog openstaande bedrag van € 2.581,60 heeft de VvE, ondanks sommaties, niet voldaan.
2.6.
Bij e-mail van 15 oktober 2020 heeft de assurantietussenpersoon van de VvE aan (de gemachtigde van) Valkering medegedeeld dat de opstalverzekering van de VvE geen dekking verleent voor schade aan vloerbedekking.

3.De vordering

3.1.
Valkering vordert dat de kantonrechter de VvE veroordeelt tot betaling van € 3.702,94 te vermeerderen met de rente over € 2.581,60 en de proceskosten.
3.2.
Valkering legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat de VvE op grond van artikel 10.3 van het VvE modelreglement 1973 (hierna: het modelreglement) de schade voortvloeiend uit de werkzaamheden van Break-Down moet vergoeden.

4.Het verweer

4.1.
VvE betwist de vordering. Zij voert aan – samengevat – dat Valkering aan Break-Down geen gelegenheid heeft gegeven om de vlek in de vloerbedekking te verwijderen. De vlek had een omtrek van circa een halve vierkante meter en was ongevaarlijk. Daarnaast was de vlek gelegen in een kantoorruimte (die kan worden afgesloten met een deur) van 12,5 vierkante meter. Het vervangen van de vloerbedekking kon worden beperkt tot deze ruimte. De VvE doet een beroep op de schadebeperkingsplicht van artikel 6:101 Burgerlijk Wetboek (BW).

5.De beoordeling

5.1.
Vaststaat dat er in de vloerbedekking van de kantoorruimte van Valkering een vlek is ontstaan, die is veroorzaakt door werkzaamheden van Break-Down die zijn uitgevoerd in opdracht van de VvE. Het gaat in deze zaak om de vraag of de VvE de schade van Valkering moet vergoeden en zo ja, hoeveel.
5.2.
Valkering beroept zich op artikel 10.3 van het modelreglement. De VvE heeft de toepasselijkheid van het modelreglement niet betwist. In dit artikel is – kort samengevat – bepaald dat eventuele schade voortvloeiend uit het verrichten van handelingen met betrekking tot het privé gedeelte wordt vergoed door de VvE. In voornoemde e-mail van 11 mei 2017 is genoemd dat
“de kosten welke samengaan met het toegang verschaffen bij het waarschijnlijke aanwezige kruipluik gedragen worden door de VvE”.Naar het oordeel van de kantonrechter valt het werk van Break-Down in de kantoorruimte van Valkering ook onder artikel 10.3 van het modelreglement.
5.3.
Valkering vordert, blijkens de factuur met nummer 20170100 vergoeding van de
volgende schadeposten:
1. Laptops gereed maken voor extern inloggen € 163,00;
2. Schoonmaak werkzaamheden na reparatie € 71,55;
3. Vervanging vloerbedekking i.v.m. waterschade € 3.123,00;
4. Demonteren, terugzetten en aansluiten van apparatuur i.v.m. leggen nieuw vloerbedekking € 675,00.
Valkering heeft de schadeposten 3 en 4 met een bedrag van € 1.561,50 respectievelijk
€ 337,50 verminderd. Ter onderbouwing van haar vordering heeft Valkering ter zitting een drietal facturen overgelegd.
5.4.
De kantonrechter zal de schadeposten per geval bespreken.
5.5.
De schadeposten 1 en 2 inzake het gereedmaken van de laptops en de schoonmaakwerkzaamheden zijn niet toewijsbaar. Reeds omdat Valkering niet nader heeft toegelicht en ook niet aannemelijk is dat als gevolg van het verwijderen van de vlek in de vloerbedekking deze werkzaamheden noodzakelijk waren. Dat deze werkzaamheden nodig waren in verband met de andere werkzaamheden van Break-Down, is verder ook niet gebleken. Dit gedeelte van de vordering zal worden afgewezen.
5.6.
Ten aanzien van het vervangen van de vloerbedekking heeft de VvE als verweer aangevoerd dat het vervangen van de vloerbedekking had kunnen worden beperkt tot de kantoorruimte waarin de vlek was gelegen, circa 12,5 vierkante meter.
5.7.
De kantonrechter is met de VvE van oordeel dat het vervangen van de vloerbedekking had kunnen worden beperkt tot de 12,5 vierkante meter van de kantoorruimte waarin de vlek was gelegen. Onvoldoende onderbouwd heeft Valkering haar stelling dat de gehele vloerbedekking vervangen moest worden. Dat vervanging van slechts een klein deel van de vloerbedekking niet representatief zou zijn, heeft Valkering onvoldoende onderbouwd. Het betrof hier immers oude vloerbedekking in een afgescheiden kamer. Ervan uitgaande dat de begane grond van het appartement, zoals door de VvE met stukken is onderbouwd, een oppervlakte van 90 vierkante meter heeft en slechts 12,5 vierkante meter nieuwe vloerbedekking gelegd hoefde te worden en uitgaande van een bedrag van € 1.561,50 voor 90 vierkante meter, bedraagt de schade van Valkering € 216,86 en moet de VvE dat bedrag vergoeden.
5.8.
Een onderbouwing van schadepost 4 ontbreekt in zijn geheel. Valkering heeft geen factuur overgelegd waardoor dit gedeelte van de vordering zal worden afgewezen.
5.9.
De conclusie is dat de kantonrechter de vordering van Valkering gedeeltelijk zal toewijzen.
5.10.
De gevorderde wettelijke rente over de hoofdsom en de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zijn, als niet weersproken, toewijsbaar. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten zal worden toegewezen volgens het wettelijke tarief dat hoort bij de hoofdsom waartoe de VvE zal worden veroordeeld.
5.11.
De proceskosten komen voor rekening van de VvE, omdat zij ongelijk krijgt. Echter, omdat Valkering veel meer heeft gevorderd dan wordt toegewezen, heeft zij ook meer griffierecht moeten betalen. De kantonrechter gaat daarom uit van de tarieven die zouden gelden voor een vordering tot Є 500,-. De gevorderde rente over de proceskosten zal worden toegewezen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt de VvE tot betaling aan Valkering van € 216,86, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 27 januari 2021 tot aan de dag van de gehele betaling;
6.2.
veroordeelt de VvE tot betaling aan Valkering van € 32,53 aan buitengerechtelijke incassokosten;
6.3.
veroordeelt de VvE tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Valkering tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 90,60
griffierecht € 126,00
salaris gemachtigde € 74,00;
vermeerderd met de wettelijke rente over de proceskosten ingaande de 15e dag na de datum van betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
6.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.5.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.H. Gisolf en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter