In deze zaak heeft de kinderrechter op 20 juli 2021 uitspraak gedaan over het verzoek van de GI (Leger des Heils Jeugdbescherming en Reclassering) om de ondertoezichtstelling van drie minderjarigen te verlengen. De ouders van de kinderen hebben echter geen steun ervaren van de GI, die nalatig is geweest in het aanstellen van een vaste gezinsvoogd en het opstarten van hulpverlening. Ondanks herhaaldelijk aandringen van de ouders, is er geen actie ondernomen om de bedreigingen in de ontwikkeling van de kinderen weg te nemen. De ouders hebben zelf het initiatief genomen om hulp te zoeken en hebben hun onderlinge relatie verbeterd. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders, zonder betrokkenheid van de GI, in staat zijn om de weg naar hulpverlening te vinden en de zorgen weg te nemen. Daarom heeft de kinderrechter het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling afgewezen, omdat er geen meerwaarde in deze verlenging werd gezien. De kinderrechter heeft het belang van de kinderen vooropgesteld en benadrukt dat de ouders de positieve lijn in het vrijwillig kader zullen voortzetten.