Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
[eiser 3],
1.De procedure
- de dagvaarding met producties
- de producties van de Gemeente Waterland
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van [eiser 1] c.s.
- de pleitnota van Gemeente Waterland.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak gaat het om de executie van een dwangbevel dat is uitgevaardigd door de Gemeente Waterland tegen [eiser 3], die een bestuurlijke dwangsom van € 50.000,00 heeft verbeurd. De Gemeente heeft executoriaal beslag gelegd onder de Rabobank op bankrekeningen waar [eiser 3] samen met zijn ouders rekeninghouder van is. De eisers, bestaande uit [eiser 1], [eiser 2] en [eiser 3], vorderen de opheffing van het beslag, stellende dat het tegoed op de bankrekeningen niet aan [eiser 3] toebehoort, maar aan zijn ouders. De voorzieningenrechter heeft de executie van het dwangbevel geschorst, omdat onduidelijk is wie materieel recht heeft op het tegoed op de bankrekeningen. De rechter oordeelt dat de Gemeente Waterland niet kan verhaalt op het vermogen van [eiser 3] zonder dat duidelijk is wie de rechthebbenden zijn op het saldo van de rekeningen. De zaak zal verder worden behandeld in een bodemprocedure, waarin bewijslevering mogelijk is. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.