Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt welke zich in het dossier bevinden
- de pleitnota van [Verkoper 2019]
- de pleitnota van Koper 2019
- het proces-verbaal van het voorlopig getuigenverhoor van 22 september 2020
- het proces-verbaal van het voorlopig getuigenverhoor van 28 september 2020
- het proces-verbaal van het voorlopig getuigenverhoor van 16 november 2020
- de brief van 30 november 2020 namens [Verkoper 2019] met daarin een reactie op de getuigenverhoren
- de brief van 14 december 2020 namens Koper 2019 met daarin een reactie op de getuigenverhoren.
- [Verkoper 2019]
- Koper 2019
- [Buurvrouw] (bewoner naastgelegen woning)
- [A.] (verkopend makelaar in 2007)
- [B.] (aankopend makelaar 2007, destijds werkzaam bij Kleinhout Makelaardij)
- [C.] (verkopend makelaar 2019, werkzaam bij Kleinhout Makelaardij)
- [D.] (aankopend makelaar 2019)
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
- indien de dwaling te wijten is aan een inlichting van de wederpartij, tenzij deze mocht aannemen dat de overeenkomst ook zonder deze inlichting zou worden gesloten (lid 1, sub a), of
- indien de wederpartij in verband met hetgeen zij omtrent de dwaling wist of behoorde te weten, de dwalende had behoren in te lichten (lid 1, sub b).
wistvan de funderingsgebreken. Koper 2019 stelt dat [Verkoper 2019] het Wareco-rapport in haar bezit had, althans dat zij voor ontvangst en kennisgeving van het rapport heeft getekend. [Verkoper 2019] voert daarentegen aan dat zij pas bekend is geworden met (de inhoud van) het Wareco-rapport in het najaar van 2019, na het sluiten van de koopovereenkomst. Als partijgetuige heeft [Verkoper 2019] verklaard dat bij de bezichtiging van de woning aan haar destijds een verkoopbrochure ter hand is gesteld. De originele versie van deze brochure is tijdens het verhoor van [Verkoper 2019] door haar aan de voorzieningenrechter overhandigd. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de inhoud van de verkoopbrochure identiek is aan de verkoopbrochure die zich in het dossier bevindt en dat het Wareco-rapport niet als bijlage is bijgevoegd. Na de bezichtiging heeft [Verkoper 2019] nog een drietal stukken ontvangen van de verkopend makelaar, maar het Wareco-rapport maakte hiervan geen deel uit.
die makelaarhad gelegen om van dat rapport kennis te nemen en de inhoud in zijn contacten met [Verkoper 2019] aan de orde te stellen. Voor een verwijt aan [Verkoper 2019] als verkoper is echter pas grond indien niet alleen kan worden vastgesteld dat dit is gebeurd, maar ook dat dit op zodanige wijze is gebeurd dat [Verkoper 2019] had moeten begrijpen dat de sub 2.3 genoemde mededeling op de vragenlijst niet juist was.
980,00
ten overvloedenog het volgende op.