ECLI:NL:RBNHO:2021:6858
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot vaststelling termijn voor schuldeisers in erfrechtelijke nalatenschap
In deze zaak heeft de vereffenaar een verzoek ingediend bij de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, met als doel een termijn vast te stellen waarbinnen schuldeisers hun vorderingen moeten indienen in het kader van de nalatenschap van de erflater. Het verzoek is op 13 juli 2021 ter griffie ingekomen en betreft een verzoek ex artikel 4:214 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Gezien de aard van het verzoek is er afgezien van een behandeling ter terechtzitting en is er een beschikking bepaald.
De kantonrechter heeft op 8 juli 2021 de vereffenaar benoemd en opgedragen om deze benoeming bekend te maken in de Staatscourant. De vereffenaar heeft vervolgens verzocht om een datum vast te stellen voor de indiening van vorderingen door de schuldeisers van de nalatenschap. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen feiten of omstandigheden zijn die zich tegen de inwilliging van het verzoek verzetten.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat een termijn van ongeveer twee maanden voor schuldeisers voldoende is om hun vorderingen in te dienen. Daarom is de datum vastgesteld op 1 november 2021, waartegenover de vereffenaar de schuldeisers zal oproepen om hun vorderingen voor deze datum in te dienen. De beschikking is gegeven door mr. S.W.S. Kiliç en op 12 augustus 2021 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.