ECLI:NL:RBNHO:2021:6986

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
23 juni 2021
Publicatiedatum
19 augustus 2021
Zaaknummer
8841296 \ CV EXPL 20-5723 (ES)
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling tot betaling van proceskosten na betaling hoofdsom door gedaagde

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 23 juni 2021 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen N.V. Univé Zorg en een gedaagde. De zaak betreft de vraag of de gedaagde moet worden veroordeeld tot betaling van de proceskosten, nu hij de hoofdsom pas na het uitbrengen van de dagvaarding heeft voldaan. Univé, vertegenwoordigd door Inkassier Gerechtsdeurwaarders & Incasso, heeft de gedaagde bij dagvaarding van 17 september 2020 aangeklaagd. De gedaagde heeft schriftelijk geantwoord en zijn eis verminderd, maar heeft de verschuldigde premie voor de zorgverzekering niet tijdig betaald. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde voldoende gelegenheid had om voor de dagvaarding te betalen, maar dit niet heeft gedaan. De kantonrechter heeft de vordering van Univé tot betaling van de proceskosten toegewezen, omdat de gedaagde ten tijde van de dagvaarding nog niet de volledige hoofdsom had voldaan. De gedaagde is veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die door de kantonrechter zijn vastgesteld op een totaalbedrag van € 100,89 voor de dagvaarding, € 124,00 voor het griffierecht en € 72,00 voor het salaris van de gemachtigde. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld tot betaling van € 36,00 aan nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door Univé worden gemaakt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de vordering voor het overige is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 8841296 \ CV EXPL 20-5723 (ES)
Uitspraakdatum: 23 juni 2021
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de naamloze vennootschap
N.V. Univé Zorg
gevestigd te Arnhem
eiseres
verder te noemen: Univé
gemachtigde: Inkassier Gerechtsdeurwaarders & Incasso
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
procederend in persoon

1.De zaak in het kort

Het gaat in deze zaak om de vraag of [gedaagde] moet worden veroordeeld tot betaling van de proceskosten. Nu [gedaagde] de hoofdsom pas na het uitbrengen van de dagvaarding heeft betaald, is de kantonrechter van oordeel dat hij de door Univé gemaakte proceskosten moet betalen.

2.Het procesverloop

2.1.
Univé heeft bij dagvaarding van 17 september 2020 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord.
2.2.
Univé heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna [gedaagde] een schriftelijke reactie heeft gegeven en haar eis heeft verminderd. [gedaagde] heeft bij conclusie van dupliek aanvullende producties overgelegd. Univé heeft hierop bij akte gereageerd en haar eis nogmaals verminderd.

3.De vordering

3.1.
Univé vordert, na vermindering van eis, dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van de door Univé gemaakte proceskosten.
3.2.
Univé legt aan de vordering – kort weergegeven – het volgende ten grondslag. Tussen Univé en [gedaagde] bestaat een zorgverzekeringovereenkomst uit hoofde waarvan [gedaagde] verzekeringspremie aan Univé is verschuldigd. [gedaagde] heeft de verschuldigde premie ondanks aanmaning niet tijdig betaald. [gedaagde] had ruimschoots de gelegenheid om voor de dagvaarding de vordering te voldoen, maar heeft dit pas na de dagvaarding gedaan. Univé vordert daarom, na vermindering van eis, betaling van de door haar gemaakte proceskosten.

4.Het verweer

4.1.
[gedaagde] betwist de vordering. Hij voert aan – samengevat – dat Univé de betalingen op een onduidelijke manier verwerkt. Hij vindt het zeer onfatsoenlijk van Univé en Inkassier om deze houding aan te nemen, en verwacht een tegemoetkoming in de door hem gemaakte kosten. Hij gaat er vanuit dat, naast de buitengerechtelijke incassokosten, ook de andere kosten niet voor zijn rekening komen.

5.De beoordeling

5.1.
Kern van het geschil is of [gedaagde] moet worden veroordeeld tot betaling van de door Univé gemaakte proceskosten. De kantonrechter zal deze vordering toewijzen.
5.2.
De kantonrechter begrijpt dat Univé alleen nog de proceskosten vordert. Vast staat dat de hoofdsom inmiddels door [gedaagde] is voldaan. Uitgangspunt is dat het tijdig betalen van de juiste premiebedragen voor rekening en risico van [gedaagde] komt. Nu [gedaagde] ten tijde van het uitbrengen van de dagvaarding nog niet de volledige hoofdsom had betaald, is hij terecht gedagvaard. De proceskosten die door Univé zijn gemaakt komen daarom voor zijn rekening.
5.3.
Daarbij wordt [gedaagde] veroordeeld tot betaling van € 36,00 aan nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door Univé worden gemaakt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Univé tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 100,89
griffierecht € 124,00
salaris gemachtigde € 72,00
6.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van € 36,00 aan nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door Univé worden gemaakt.
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S. Slijkhuis en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter