ECLI:NL:RBNHO:2021:7011
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen griffierecht in civiele procedure met betrekking tot onvermogenden
In deze zaak heeft mr. Johannes Hermanus Franciscus Overkleeft, advocaat te Hoorn, verzet aangetekend tegen de beslissing van de griffier van de Rechtbank Noord-Holland tot heffing van griffierecht ten bedrage van € 952,00. Dit verzet is ingediend op 6 augustus 2021, waarbij Overkleeft aanvoert dat hij niet op de hoogte was van de toevoeging die zijn voormalig cliënt, de heer [xxx], had aangevraagd bij een andere advocaat, mr. Van Halderen. De procedure betreft een civiele zaak waarin Overkleeft als advocaat optrad voor [xxx] in een eerder aanhangige procedure, maar niet op de hoogte was van de advocaatwissel. De rechtbank heeft vastgesteld dat Overkleeft niet in staat was om de benodigde documenten te overleggen op het moment dat het griffierecht werd geheven, omdat hij niet op de hoogte was van de toevoeging. De rechtbank oordeelt dat de griffier ten onrechte het reguliere griffierecht heeft geheven in plaats van het verlaagde tarief voor onvermogenden. De rechtbank verklaart het verzet gegrond en draagt de griffier op om het teveel betaalde griffierecht van € 867,00 aan Overkleeft te retourneren. Deze beschikking is gegeven op 18 augustus 2021 en openbaar uitgesproken door mr. A.C. Haverkate.