Uitspraak
1.Het procesverloop
2.De brieven van de GI
3.De standpunten
I-psy noodzakelijk vindt, geeft de moeder echter alsnog haar toestemming. Dat de jongste kinderen geen afscheid hebben kunnen nemen van hun school is niet te wijten aan de moeder. De school wist immers een week van te voren dat de kinderen zouden vertrekken en zij hebben toen niets geregeld. De moeder vindt het op dit moment niet verstandig de kinderen alsnog afscheid te laten nemen van hun school, aangezien zij dan lessen op hun huidige school zullen missen. Zij is echter wel bereid om aan het einde van dit schooljaar een halve dag of een uurtje langs te gaan zodat de kinderen afscheid kunnen nemen. De moeder is van mening dat de huidige GI betrokken moet blijven vanwege de vertrouwensband die zij met haar hebben opgebouwd. Daarbij zitten er twee kanten aan het verhaal en kan bijvoorbeeld het uitvallen van het andere pleeggezin niet worden afgeschoven op deze GI.
4.De beoordeling
3.1. De kinderrechter stelt allereerst vast dat de situatie van de jongste twee kinderen, [jongste kind 1] en [jongste kind 2] recentelijk is gewijzigd. Op vrijdag 16 april 2021 heeft pleegvader
- de moeder moet gedurende een gedegen periode van minstens een half jaar aantoonbaar maken dat zij de opvoeding van vier kinderen aankan;
- de moeder moet een dagbesteding hebben, het liefste in de Nederlandse taal, ter ondersteuning van de kinderen;
- de moeder accepteert de hulp van de opvoedondersteuner;
- de kinderen blijven zich positief ontwikkelen en moeder sluit goed aan bij de ontwikkelbehoefte van de kinderen.
voorafmoet worden voldaan. Door dergelijke voorwaarden niet vooraf te waarborgen, bestaat immers het risico dat kinderen in een voor hen niet veilige opvoedsituatie komen te verkeren. Naar aanleiding van het traject dat de GI in dit verband bewandelde heeft Parlan bij brief van 12 april 2020 haar visie beschreven op het herzien van een opvoedbesluit in het algemeen, gewezen op de stabiliteit en veiligheid die de kinderen in de loop van vier jaar hebben ervaren in de pleeggezinnen en heeft Parlan veel aandacht besteed aan de feitelijke zorgen over de draagkracht van de kinderen en over de opvoedsituatie bij de moeder.
5.De beslissing
[minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] te [plaats] , en
[minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] te [plaats] , in een voorziening voor pleegzorg tot 3 november 2021;