Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[passagier sub 1]
2. [passagier sub 2]
3. [passagier sub 3]
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
- € 1.948,77, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 21 december 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 292,32 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de proceskosten en te nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
4.Het verweer
5.De beoordeling
het niet uitvoeren van een geplande vlucht waarop ten minste één plaats was geboekt”. In beginsel is er sprake van een annulering wanneer de oorspronkelijk geplande en vertraagde vlucht wordt vervangen door een andere vlucht, dat wil zeggen wanneer de planning van de oorspronkelijke vlucht wordt opgegeven en de passagiers van deze vlucht zich aansluiten bij de passagiers van een vlucht die eveneens is gepland, los van de vlucht die de aldus overgeboekte passagiers hebben geboekt. Voorts kan op basis van de melding van een “vertraging” of een “annulering” op het vertrekbord van de luchthaven of door het personeel van de luchtvaartmaatschappij in beginsel niet worden geconcludeerd dat er sprake is van een vertraging of een annulering van een vlucht. Het feit dat de passagiers hun bagage terugnemen of nieuwe instapkaarten krijgen, is in beginsel evenmin bepalend. Deze omstandigheden houden immers geen verband met de objectieve kenmerken van de vlucht als zodanig, zo volgt uit het arrest van het Hof van Justitie (C-402/07, Sturgeon-arrest)