Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het verdere procesverloop
2.De verdere beoordeling
na ca. 7 jaar bewoond te zijn geweest door 6 steiger bouwers’ en dat ‘
De in rekening gebrachte kosten voor schoonmaak maar een fractie zijn van het totaal’. [eiser] heeft hiermee niet, althans onvoldoende, onderbouwd dat de woning bij oplevering in slechtere staat verkeerde dan bij het aangaan van de huurovereenkomst als bedoeld in artikel 7:224 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek. Ook heeft [eiser] met deze verklaring niet onderbouwd dat Start Home op een andere grond de schoonmaakkosten verschuldigd is, zodat dit deel van de vordering ook niet zal worden toegewezen. De enkele opmerking dat de woning na vier maanden ‘
inmiddels in zn geheel gerenoveerd’ is, zegt ook niets over de staat waarin de woning verkeerde bij het aangaan van de huurovereenkomst en de staat van de woning toen die weer werd opgeleverd. De renovatie kan immers ook een renovatie zijn ten opzichte van de staat van de woning toen de huurovereenkomst werd aangegaan.