Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[eiseres] B.V.,
[VvE],
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft [eiseres] B.V. een vordering ingesteld tegen [VvE] betreffende onbetaalde kosten voor meerwerk dat is uitgevoerd in het kader van schilder- en restauratiewerkzaamheden aan woningen van [VvE]. De vordering betreft een bedrag van € 1.944,18, bestaande uit kosten voor extra steigerhuur en toilethuur, die door [VvE] niet zijn betaald. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een overeenkomst van aanneming van werk was tussen partijen, waarbij [eiseres] tijdig melding heeft gemaakt van het meerwerk en dat [VvE] dit meerwerk heeft geaccepteerd. De kantonrechter oordeelt dat de kosten voor steigerhuur en toilethuur noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het meerwerk en dat [VvE] impliciet toestemming heeft gegeven voor deze kosten. Het verweer van [VvE] dat de kosten onterecht in rekening zijn gebracht, wordt verworpen. De kantonrechter heeft de vordering van [eiseres] toegewezen en [VvE] veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, evenals de proceskosten. Dit vonnis is uitgesproken op 18 augustus 2021 door mr. S.N. Schipper, kantonrechter.