Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[passagier sub 1]
[passagier sub 2]
1.Het procesverloop
- het vorderingsformulier (formulier A), ingekomen ter griffie op 18 augustus 2020;
- het antwoordformulier (formulier C), ingekomen ter griffie op 8 oktober 2020.
2.De feiten
3.Het verzoek en het verweer
- primair € 181,50 subsidiair € 217,80 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 21 januari 2019;
- de proceskosten, nakosten daaronder begrepen, te vermeerderen met de wettelijke rente.
4.De beoordeling
Omdat het primair verzochte bedrag niet hoger is dan het volgens het Besluit berekende tarief, zullen de primair verzochte buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen. De wettelijke rente over de buitengerechtelijke kosten zal worden afgewezen, omdat gesteld noch gebleken is dat de passagiers deze kosten hebben betaald.