ECLI:NL:RBNHO:2021:7603

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
18 augustus 2021
Publicatiedatum
2 september 2021
Zaaknummer
9052339
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van onbetaald bedrag na aankoop bij Zalando

In deze zaak heeft Zalando Payments GmbH, gevestigd in Berlijn, een vordering ingesteld tegen een gedaagde die een paar sneakers had gekocht voor € 79,95. De sneakers zijn op 11 april 2019 geleverd en de gedaagde heeft op 12 april 2019 het volledige bedrag overgemaakt. Echter, Zalando heeft per vergissing een bedrag van € 15,05 aan de gedaagde teruggestort op 14 juni 2019, wat leidde tot verwarring over de betaling. Zalando vorderde uiteindelijk € 55,17, bestaande uit de hoofdsom van € 15,05, rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde betwistte de vordering en stelde dat zij het volledige bedrag tijdig had betaald.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde inderdaad het volledige bedrag had voldaan, maar dat het bedrag van € 15,05 onterecht was teruggestort door Zalando. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde niet aansprakelijk was voor de buitengerechtelijke incassokosten, gezien de onduidelijkheid rondom de betalingen en de fout van Zalando. De rechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van € 15,05 met wettelijke rente, maar de proceskosten werden gecompenseerd, zodat ieder zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken op 18 augustus 2021.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 9052339 / CV EXPL 21-1363
Uitspraakdatum: 18 augustus 2021
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Zalando Payments GmbH,
gevestigd te Berlijn (Duitsland)
eiseres
verder te noemen: Zalando
gemachtigde: R. Slagman
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
procederend in persoon

1.Het procesverloop

1.1.
Zalando heeft bij dagvaarding van 8 februari 2021 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft mondeling geantwoord.
1.2.
Zalando heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna [gedaagde] een schriftelijke en aanvullend mondelinge reactie heeft gegeven met producties. Na daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld heeft Zalando bij akte gereageerd op de door [gedaagde] overgelegde producties.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] heeft via de website van Zalando een paar lage zwarte sneakers van het merk Adidas gekocht voor een bedrag van € 79,95. De schoenen zijn op 11 april 2019 geleverd met de bijbehorende factuur. Op de factuur staat als bestelnummer: [xxx12345] en als factuurnummer: [factuurnummer] .
2.2.
[gedaagde] heeft op 12 april 2019 een bedrag van € 79,95 aan Zalando overgemaakt.
2.3.
Op 14 juni 2019 heeft Zalando een bedrag van € 15,05 aan [gedaagde] overgemaakt met als omschrijving: [xxx1234] .
2.4.
[gedaagde] heeft op 12 april 2019 en op 27 mei 2019 aan Zalando bedragen overgeboekt in verband met de aankoop van andere producten. Zalando heeft in dat kader op 7 juni 2019 een bedrag aan [gedaagde] teruggestort.
2.5.
Zalando heeft bij haar conclusie van repliek als productie 5 een e-mail overgelegd d.d. 24 juni 2019 afkomstig van Alektum Group NL gericht aan [gedaagde] waarin onder meer staat:
Wij hebben uw betalingsbewijs voorgelegd aan Zalando en het volgende antwoord gekregen:
“Onze backoffice heeft dit onderzocht en heeft ons laten weten dat onze klant op tijd heeft betaald, maar dat de betaling aan een andere klant is gekoppeld en gedeeltelijk (15,05 EUR) op 14.06.2019 is terugbetaald.” Wij verzoeken u daarom om € 15.05 binnen 10 dagen over te maken aan ons. En daarmee komen de incasso kosten dan te vervallen.
[gedaagde] heeft betwist deze e-mail te hebben ontvangen.
2.6.
Bij brief van 27 januari 2020 heeft de gemachtigde van Zalando [gedaagde] in de gelegenheid gesteld om een bedrag van € 15,05 te betalen binnen de in die brief genoemde termijn van 14 dagen. Daarbij is vermeld dat als dat bedrag niet binnen die termijn is betaald ook buitengerechtelijke incassokosten van € 40,00 in rekening zullen worden gebracht.
2.7.
[gedaagde] heeft het bedrag van € 15,05 niet betaald.

3.De vordering

3.1.
Zalando vordert – samengevat – dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 55,17. De vordering bestaat uit € 15,05 aan hoofdsom, € 0,12 aan rente berekend tot 8 februari 2021 en € 40,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, nog te vermeerderen met verdere rente en proceskosten.
3.2.
Zalando legt (bij dagvaarding) aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat [gedaagde] goederen bij Zalando heeft gekocht en van de factuur ad € 79,95 een bedrag van € 15,05 onbetaald heeft gelaten ondanks sommatie daartoe. Daarnaast maakt Zalando aanspraak op schadevergoeding in de vorm van de buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente.

4.Het verweer

4.1.
[gedaagde] betwist de vordering. Zij voert aan – samengevat – dat zij het gefactureerde bedrag van € 79,95 op 12 april 2019 heeft overgemaakt. Ter onderbouwing van dat verweer heeft zij een bankafschrift overgelegd.

5.De beoordeling

Grondslag van de vordering
5.1.
Zalando heeft haar vordering bij dagvaarding gebaseerd op wanprestatie stellende dat [gedaagde] niet het volledige factuurbedrag heeft voldaan. In haar conclusie van repliek stelt Zalando echter dat [gedaagde] het bedrag op 12 april 2019 geheel heeft voldaan maar dat zij daarbij geen betalingskenmerk heeft opgegeven. Zalando heeft de betaling van [gedaagde] op een andere klant afgeboekt en vervolgens op 14 juni 2019 een bedrag van € 15,05 teruggestort op de rekening van [gedaagde] . Aldus is sprake van onverschuldigde betaling.
Hoofdsom
5.2.
[gedaagde] heeft in haar laatste schriftelijke reactie aangevoerd dat zij bij haar betaling op 12 april 2019 wel het kenmerk heeft vermeld. Zij heeft daarbij (nogmaals) haar bankafschrift overgelegd, waarbij als omschrijving zowel het op de factuur vermelde bestel- als factuurnummer is vermeld. Naar het oordeel van de kantonrechter staat daarmee vast dat [gedaagde] op tijd en met vermelding van het betalingskenmerk het volledige bedrag aan Zalando heeft overgemaakt. Dat betekent dat [gedaagde] in beginsel volledig aan haar betalingsverplichting heeft voldaan. [gedaagde] heeft in haar laatste schriftelijke reactie erkend dat zij het gevorderde bedrag aan hoofdsom van € 15,05 verschuldigd is omdat het haar op dat moment pas duidelijk was geworden waar dat bedrag op haar rekening betrekking op had. Dat deel van de vordering ligt daarom voor toewijzing gereed.
Bijkomende kosten
5.3.
Voor de beoordeling van de vraag of [gedaagde] de bijkomende kosten (te weten de buitengerechtelijke incassokosten, wettelijke rente en proceskosten) verschuldigd is, wordt het volgende overwogen. Zalando heeft, naar achteraf blijkt ten onrechte, ruim twee maanden na de betreffende betaling door [gedaagde] een deel van het aankoopbedrag, te weten € 15,05 op de rekening van [gedaagde] teruggestort met als omschrijving: [xxx1234] . Dit is een ander nummer dan wat staat op de factuur van 12 april 2019. [gedaagde] heeft in die periode ook andere producten bij Zalando gekocht en betaald en Zalando heeft daarop een deel terugbetaald, kennelijk in verband met een retourzending. Gelet op deze omstandigheden acht de kantonrechter het begrijpelijk dat het voor [gedaagde] niet duidelijk was dat het door Zalando op haar rekening gestorte bedrag van € 15,05 een vergissing was.
5.4.
Uit de stukken blijkt dat [gedaagde] een aantal keer contact met Zalando heeft opgenomen om te proberen helderheid te krijgen over het verzoek van Zalando om het bedrag van € 15,05 terug te storten. Dat [gedaagde] de e-mail die Zalando van 24 juni 2019 niet zou hebben ontvangen, doet daar niet aan af, omdat de uitleg hierin (ook) niet uitblinkt in duidelijkheid. Daarbij komt dat het voor Zalando zelf bij het opstellen van de dagvaarding kennelijk ook niet duidelijk is geweest hoe een en ander is gegaan.
5.5.
De buitengerechtelijke incassokosten zijn gebaseerd op de brief van 27 januari 2020. Ingevolge het Besluit vergoeding buitengerechtelijke incassokosten, beloopt het minimumbedrag, gebaseerd op slechts één aanmaningsbrief met vermelding daarin van de zogenoemde veertiendagen-termijn, € 40,00. Naar het oordeel van de kantonrechter duidt dit erop dat de wetgever is uitgegaan van een te vorderen bedrag dat – ten opzichte van genoemde € 40,00 – als substantieel is te beschouwen. De vordering van een hoofdsom van € 15,05 is als zodanig niet zo te beschouwen. De gevorderde incassokosten worden daarom afgewezen, mede gelet op de hierboven weergegeven onduidelijkheid.
5.6.
De rente zal worden toegewezen vanaf de datum van dagvaarding.
5.7.
Gelet op het feit dat deze procedure in beginsel is veroorzaakt door een fout van Zalando zelf en gelet op de disproportionaliteit tussen de gevorderde hoofdsom en de te verwachten proceskosten waarbij Zalando desondanks heeft besloten om naar het middel van een gerechtelijke procedure te grijpen – welke beslissing haar niet kan worden ontzegd – ziet de kantonrechter aanleiding de proceskosten te compenseren in die zin dat ieder de eigen proceskosten draagt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Zalando van € 15,05 te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 8 februari 2021 tot aan de dag van de gehele betaling;
6.2.
compenseert de proceskosten in die zin, dat ieder haar eigen proceskosten draagt;
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter en op 18 augustus 2021 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter