ECLI:NL:RBNHO:2021:7705

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
10 september 2021
Publicatiedatum
7 september 2021
Zaaknummer
HAA 21/1063 V, HAA 21/1126 V en HAA 21/1127 V
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van WOZ-beroep inzake gemeente Velsen

Op 10 september 2021 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een verzetzaak van opposante [X], vertegenwoordigd door mr. A. Bakker, tegen de niet-ontvankelijk verklaring van haar WOZ-beroepen. De rechtbank had eerder op 31 mei 2021 de beroepen niet-ontvankelijk verklaard, omdat de schriftelijke machtiging niet binnen de gestelde termijn zou zijn ingediend. Opposante heeft echter aangevoerd dat zij de machtiging tijdig had ingediend per fax op 8 april 2021 en dat zij op 7 april 2021 om uitstel had verzocht om de machtiging toe te zenden.

De rechtbank heeft in deze verzetzaak onderzocht of de eerdere uitspraak terecht was gedaan zonder zitting, zoals mogelijk is volgens artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Na nader onderzoek bleek dat de brief van opposante van 7 april 2021 op die dag door de rechtbank was ontvangen, maar abusievelijk niet correct was verwerkt. De rechtbank concludeert dat het uitstelverzoek tijdig was en dat de eerdere niet-ontvankelijk verklaring niet in stand kan blijven.

De rechtbank verklaart het verzet gegrond, waardoor de buiten-zitting uitspraak vervalt en het onderzoek in de oorspronkelijke stand wordt hervat. De zaken zullen alsnog op een zitting worden behandeld. Tevens veroordeelt de rechtbank de heffingsambtenaar van de gemeente Velsen in de proceskosten van opposante, vastgesteld op € 267, op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummers: HAA 21/1063 V, HAA 21/1126 V en HAA 21/1127 V

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 september 2021 op het verzet van

[X] , opposante

(gemachtigde: mr. A. Bakker).

Procesverloop

Opposante heeft tegen de uitspraken op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Velsen van 31 december 2020, inzake de vastgestelde WOZ-waarde van de objecten [A] , [B] en [C] , beroep ingesteld.
Bij uitspraak van 31 mei 2021 heeft de rechtbank de beroepen niet-ontvankelijk verklaard.
Opposante heeft tegen deze uitspraak verzet ingesteld.

Overwegingen

1. De rechtbank heeft in de beroepszaken uitspraak gedaan zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) biedt die mogelijkheid als het eindoordeel buiten redelijke twijfel staat. De rechtbank heeft de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk geacht. De reden hiervoor is dat opposante niet binnen de gestelde termijn de gevraagde schriftelijke machtiging zou hebben ingediend.
2
.In deze verzetzaak beoordeelt de rechtbank uitsluitend of zij in de buiten-zittinguitspraak terecht heeft geoordeeld dat buiten redelijke twijfel is dat de beroepen niet-ontvankelijk zijn.
3. Opposante voert tegen de uitspraak van de rechtbank aan dat de schriftelijke machtiging van het beroep binnen de gestelde termijn is ingediend, namelijk per faxbericht van 8 april 2021. Bij brief van 16 augustus 2021 voert opposante verder aan dat zij op 7 april 2021 (binnen de gestelde termijn) de rechtbank om uitstel heeft verzocht om de machtiging toe te zenden
.
4. Uit nader onderzoek is het de rechtbank gebleken dat de door opposante genoemde brief van 7 april 2021 op die dag door de rechtbank is ontvangen, maar abusievelijk niet juist is verwerkt. De rechtbank is van oordeel dat het uitstelverzoek tijdig is gedaan. Gelet hierop hadden de beroepen niet vereenvoudigd afgedaan mogen worden. De uitspraak van 31 mei 2021, waarbij de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk zijn verklaard, kan dan ook niet in stand blijven.
5. Gelet op het voorgaande dient het verzet gegrond te worden verklaard. Dat betekent dat de buiten-zittinguitspraak vervalt en de rechtbank het onderzoek hervat in de stand waarin dat zich bevond voordat die buiten-zittinguitspraak werd gedaan. De zaken worden hierna alsnog op een zitting behandeld. Ter voorlichting merkt de rechtbank op dat na het onderzoek ter zitting het eindoordeel kan zijn dat de beroepen niet-ontvankelijk zijn.
6 De rechtbank veroordeelt de heffingsambtenaar van de gemeente Velsen voor de in verzet gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 267 (0,5 punt voor het indienen van het verzetschrift, met een waarde per punt van € 534 en wegingsfactor 1).

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het verzet gegrond;
  • veroordeelt de heffingsambtenaar van de gemeente Velsen in de kosten van het verzet van opposante tot een bedrag van € 267.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.K.A. Efstratiades, rechter, in aanwezigheid van
N. Joacim, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.