In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 8 september 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een passagier en TAP Air Portugal, de vervoerder. De passagier had een vervoersovereenkomst gesloten voor een vlucht van Amsterdam via Lissabon naar Newark en vervolgens naar Mexico City op 30 oktober 2018. Door een wijziging in het vluchtschema miste de passagier zijn aansluitende vlucht naar Mexico, wat leidde tot een verzoek om compensatie van € 600,00 op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004. De vervoerder weigerde deze compensatie, stellende dat de wijziging tijdig was gecommuniceerd.
De kantonrechter oordeelde dat de vervoerder niet aan zijn informatieplicht had voldaan, aangezien de passagier niet tijdig op de hoogte was gesteld van de wijziging. De rechter stelde vast dat de passagier meer dan 12 uur later dan gepland op de eindbestemming aankwam, wat de vervoerder verplichtte tot betaling van de compensatie. Daarnaast werden ook buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten toegewezen aan de passagier, met uitzondering van de rente over de buitengerechtelijke kosten, omdat deze niet voldoende waren onderbouwd.
De kantonrechter concludeerde dat de vervoerder aansprakelijk was voor de compensatie en de bijkomende kosten, en wees het verzoek van de passagier tot betaling van in totaal € 708,90 toe, vermeerderd met wettelijke rente. De beslissing werd openbaar uitgesproken, en er stond geen hoger beroep open tegen deze beschikking.