ECLI:NL:RBNHO:2021:7909

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
8 september 2021
Publicatiedatum
13 september 2021
Zaaknummer
9241705 CV EXPL 21-2690
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huur bedrijfsruimte en terugbetaling waarborgsom na beëindiging huurovereenkomst

In deze zaak gaat het om een geschil tussen More Capital International B.V. en Peperkamp Tussenhoudstermaatschappij B.V. betreffende de terugbetaling van een waarborgsom na beëindiging van een huurovereenkomst. More Capital huurde een bedrijfsruimte van Peperkamp, maar de huurovereenkomst werd tussentijds beëindigd per 20 december 2020. In de beëindigingsovereenkomst werd afgesproken dat een deel van de waarborgsom van € 500,00 pas zou worden terugbetaald na herstel van schade aan het gehuurde. Op 15 januari 2021 maakten partijen een nadere afspraak, waar More Capital op baseert dat de schade niet meer hersteld hoeft te worden en dat de waarborgsom moet worden terugbetaald.

Peperkamp betwist deze vordering en stelt dat de schade eerst hersteld moet worden voordat de waarborgsom kan worden terugbetaald. De kantonrechter oordeelt echter dat de nadere overeenkomst die op 15 januari 2021 is gesloten bindend is en dat Peperkamp niet eenzijdig kan terugkomen op deze afspraak. De kantonrechter wijst de vordering van More Capital toe en veroordeelt Peperkamp tot terugbetaling van de waarborgsom, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De proceskosten komen voor rekening van Peperkamp, die in het ongelijk is gesteld.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 9241705 \ CV EXPL 21-2690 BL
Uitspraakdatum: 8 september 2021
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap
More Capital International B.V.
gevestigd te Alkmaar
eiseres
verder te noemen: More Capital
gemachtigde: De Ruijter & Willemsen gerechtsdeurwaarders en incasso B.V.
tegen
de besloten vennootschap
Peperkamp Tussenhoudstermaatschappij B.V.
gevestigd te Alkmaar
gedaagde
verder te noemen: Peperkamp
vertegenwoordigd door C.C.M. Peperkamp
Samenvatting van de zaak en de uitspraak
More Capital huurde een bedrijfsruimte van Peperkamp. De huurovereenkomst is tussentijds beëindigd per 20 december 2020. In de beëindigingsovereenkomst spraken partijen af dat een deel van de waarborgsom (€ 500,00) pas aan More Capital terugbetaald zou worden na herstel van schade aan het gehuurde.
More Capital vordert nu terugbetaling van deze € 500,00, op grond van een nadere afspraak die op 15 januari 2021 met Peperkamp is gemaakt. Volgens Peperkamp houdt deze afspraak niet in dat de schade niet meer door More Capital hersteld hoeft te worden, zodat de kosten daarvoor mogen worden ingehouden op de waarborgsom.
De kantonrechter geeft More Capital gelijk, en oordeelt dat partijen een nadere overeenkomst hebben gesloten waarmee ook de schadekwestie is geregeld. Nadat More Capital de derde sleutel had ingeleverd, moest Peperkamp het restant van de waarborgsom terugbetalen. Op deze bindende afspraak kan Peperkamp niet meer eenzijdig terugkomen. De vordering van More Capital wordt daarom toegewezen.

1.Het procesverloop

1.1.
More Capital heeft bij dagvaarding van 6 mei 2021 een vordering tegen Peperkamp ingesteld. Peperkamp heeft mondeling en aanvullend schriftelijk geantwoord.
1.2.
More Capital heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna Peperkamp een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
Partijen hebben een huurovereenkomst gesloten, op basis waarvan More Capital van Peperkamp heeft gehuurd een bedrijfsruimte aan de Koelmalaan 330 te Alkmaar.
2.2.
De huurovereenkomst is aangegaan voor een periode van twee jaar, ingaande op 1 januari 2020 en eindigende op 31 december 2021.
2.3.
Bij aanvang van de huur heeft More Capital een waarborgsom van € 2.504,70 aan Peperkamp betaald.
2.4.
Op 19 december 2020 hebben partijen een ‘Ontbindingsovereenkomst’ ondertekend, waarmee zij de huurovereenkomst tussentijds hebben beëindigd per 20 december 2020.
2.5.
Peperkamp heeft vervolgens van de waarborgsom een gedeelte van € 2.004,70 aan More Capital terugbetaald.
2.6.
Per 21 december 2020 heeft Peperkamp de bedrijfsruimte verhuurd aan [xxx] .

3.De vordering

3.1.
More Capital vordert dat de kantonrechter Peperkamp veroordeelt tot terugbetaling van het restant van de waarborgsom van € 500,00, vermeerderd met de wettelijke handelsrente, en een bedrag van € 75,00 voor buitengerechtelijke incassokosten.
3.2.
More Capital legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat partijen op 15 januari 2021 zijn overeengekomen dat het restant van de borg zal worden geretourneerd na inlevering van de derde sleutel die More Capital nog in haar bezit had. More Capital heeft deze sleutel op 15 januari 2021 overhandigd aan de nieuwe huurder, zodat Peperkamp het bedrag van € 500,00 moet terugbetalen.

4.Het verweer

4.1.
Peperkamp betwist de vordering en voert daartoe – samengevat – aan dat More Capital eerst de door haar veroorzaakte schade aan een deur, kozijn en binnen gevel van het gehuurde moet herstellen, voordat het restant van de borg wordt terugbetaald. De toezegging van Peperkamp op 15 januari 2021 dat de restant borg zal worden voldaan na inlevering van de derde sleutel, houdt niet in dat de schade niet meer hersteld hoeft te worden.

5.De beoordeling

5.1.
Het gaat in deze zaak om de vraag of Peperkamp het resterende deel van de waarborgsom van € 500,00 aan More Capital moet terugbetalen, op grond van een afspraak die partijen op 15 januari 2021 hebben gemaakt. De kantonrechter beantwoordt deze vraag bevestigend, en overweegt daarover het volgende.
5.2.
Gezien de door Peperkamp overgelegde WhatsAppberichten kan worden aangenomen dat More Capital op 12 juni 2020 schade heeft veroorzaakt aan een deur van het gehuurde. Hoewel More Capital toen heeft gezegd:
“Los ik op”, hebben partijen dit vervolgens kennelijk op zijn beloop gelaten. De kwestie is weer aan de orde gekomen in december 2020, toen partijen afspraken maakten over de voortijdige beëindiging van hun huurovereenkomst per 20 december 2020.
5.3.
In een e-mail van 18 december 2020 schrijft Peperkamp aan More Capital dat zich een nieuwe huurder heeft aangediend per 1 januari 2021 of eventueel eerder, dat voor die tijd de schade die op 12 juni 2020 is veroorzaakt aan een deur, kozijn en gevel van het gehuurde hersteld moet worden, en dat Peperkamp het herstel anders moet laten uitvoeren door een derde onder verrekening van de hertelkosten met de waarborgsom. Vervolgens hebben partijen op 19 december 2020 een ‘Ontbindingsovereenkomst’ ondertekend, waarin staat dat (een deel van) de waarborgsom van € 2.004,70 na ondertekening van de overeenkomst door Peperkamp aan More Capital zal worden geretourneerd, en:
“Na herstellen van de genoemde schade zal het restant ad € 500,- worden geretourneerd.”
5.4.
Tussen partijen is niet in geschil dat More Capital op 19 of 20 december 2020 herstelwerkzaamheden heeft verricht. Over de kwaliteit daarvan verschillen partijen van mening. Op 23 december 2020 vindt e-mailcorrespondentie met onderwerp ‘herstel deuren Koelmalaan 330 te Alkmaar’ plaats, tussen partijen en de betrokken makelaar ( [yyy] ). More Capital schrijft onder verwijzing naar foto’s dat alles hersteld is, werkt en sluit zoals bij aanvang van de huur, en dat zij graag het restant van de borg ontvangt zoals afgesproken. In reactie daarop zegt Peperkamp niet akkoord te gaan, en dat de schade door de reparatie groter is geworden. Daarbij schrijft Peperkamp dat het op welles-nietes uitloopt, dat bij aanvang van de huur geen foto’s zijn gemaakt omdat het verhuurde nieuw werd opgeleverd, en dat zij verwacht dat het probleem voor 4 januari 2021 is opgelost, en dat zij anders de herstelkosten zal financieren uit de ingehouden borg. More Capital schrijft ten slotte dat zij de gepretendeerde schade onverplicht heeft hersteld, zodat er geen grondslag (meer) bestaat voor het inhouden van de borg, met het verzoek deze uiterlijk 26 december 2020 terug te betalen.
5.5.
Vervolgens is er in de periode van 30 december 2020 tot en met 14 januari 2021 tussen partijen en [yyy] gecorrespondeerd over het onderwerp ‘sleutel Koelmalaan 330 Alkmaar’. More Capital had nog een derde sleutel in haar bezit, en wijst erop dat het resterende deel van de borg nog steeds niet is terugbetaald. In reactie daarop schrijft Peperkamp dat de sleutel bij haar moet worden ingeleverd, en niet bij [xxx] , zodat meteen de schade aan deuren en kozijn opgenomen kan worden. More Capital herhaalt vervolgens in een e-mail van 14 januari 2021 om 15:18 uur aan [yyy] haar standpunt dat de schade al hersteld is, en dat bij aanvang van de huur geen foto’s zijn gemaakt. More Capital eindigt met:
“Wij (lees: ik) leveren de sleutel in en Peperkamp retourneert het restant van de borg. Daarna is deze kwestie afgerond.”In de context van de discussie die tussen partijen plaatsvond over herstel van de schade aan het gehuurde, kan niet anders worden begrepen dan dat More Capital bedoeld heeft een voorstel te doen waarmee na inlevering van de sleutel en terugbetaling van de borg ook de schadekwestie afgerond zou zijn.
5.6.
[yyy] heeft het bericht van More Capital doorgegeven aan Peperkamp, en per e-mail van 14 januari 2021, 15:26 uur, met onderwerp ‘Borg en sleutel Koelmalaan 330 Alkmaar’, gevraagd om te bevestigen dat wanneer de sleutel zal worden overhandigd, de borg zal worden geretourneerd. Peperkamp reageert daarop op 15 januari 2021 om 11:23 uur in een e-mail met één enkele zin:
“Als de sleutel is overhandigd, zullen we het restant van de borg overmaken.”Peperkamp heeft hiermee het voorstel van More Capital aanvaard, en daarbij geen enkel voorbehoud gemaakt of voorwaarden gesteld met betrekking tot (de kosten van) schadeherstel. Daarmee is naar het oordeel van de kantonrechter tussen partijen een nadere overeenkomst tot stand gekomen waarmee ook de schadekwestie is geregeld. Op grond van deze overeenkomst moet More Capital de sleutel inleveren, waarna Peperkamp zonder meer het restant van de borg moet terugbetalen.
5.7.
Vast staat dat More Capital vervolgens in de middag van 15 januari 2021 het derde setje sleutels heeft overhandigd aan [xxx] , en daarmee aan haar uit de nadere overeenkomst voortvloeiende verplichting heeft voldaan. Desondanks heeft Peperkamp het restant van de borg niet terugbetaald.
5.8.
In een brief van 29 januari 2021 heeft de incassogemachtigde van More Capital Peperkamp aangemaand tot terugbetaling van het restant van de borg. In reactie daarop schrijft Peperkamp in een e-mail van 30 januari 2021 dat de reparatie van More Capital aan deuren en kozijn nooit is goedgekeurd, en dat More Capital voldoende tijd heeft gehad om de schade te verhelpen maar daarmee in gebreke is gebleven, zodat de schade nu op kosten van More Capital gerepareerd zal worden waarna verrekening met de borg zal plaatsvinden. Daarmee wil Peperkamp eenzijdig terugkomen op de afspraak die is gemaakt op 15 januari 2021. Die afspraak is echter bindend. Peperkamp heeft geen feiten of omstandigheden gesteld op basis waarvan zij de overeenkomst rechtsgeldig kan aantasten.
5.9.
De conclusie is dat Peperkamp haar uit de overeenkomst van 15 januari 2021 voortvloeiende betalingsverplichting moet nakomen, zodat de kantonrechter de door More Capital gevorderde hoofdsom van € 500,00 zal toewijzen.
5.10.
Ook de wettelijke handelsrente daarover, waartegen Peperkamp geen zelfstandig verweer heeft gevoerd, is toewijsbaar zoals gevorderd.
5.11.
Verder vordert More Capital een bedrag van € 75,00 voor buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat More Capital voldoende heeft gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Het gevorderde bedrag komt overeen met het in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten bepaalde tarief en zal worden toegewezen.
5.12.
De proceskosten komen voor rekening van Peperkamp, omdat zij ongelijk krijgt. Daarbij wordt Peperkamp ook veroordeeld tot betaling van € 62,00 aan nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door More Capital worden gemaakt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt Peperkamp tot betaling aan More Capital van € 575,00, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over € 500,00 vanaf 15 januari 2021 tot aan de dag van de gehele betaling;
6.2.
veroordeelt Peperkamp tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van More Capital tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 90,62
griffierecht € 507,00
salaris gemachtigde € 248,00
en veroordeelt Peperkamp tot betaling van € 62,00 aan nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door More Capital worden gemaakt;
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.W.S. Kiliç en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter