Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De zaak in het kort
2.De procedure in de hoofdzaak en in de vrijwaringszaak
3.De feiten in de hoofdzaak en in de vrijwaringszaak
Wijziging bestuur/defungeren/decharge
I.v.m. Drukte is het nog niet mogelijk geweest om alles gereed te maken.
4.Het geschil
in de hoofdzaak
- een verklaring voor recht dat [gedaagde in z1 / eiser in z2] op de voet van artikel 2:9 BW zijn taak als bestuurder van de Vennootschap onbehoorlijk heeft vervuld en dat hij aansprakelijk is voor de dien ten gevolge door de Vennootschap geleden schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, en te vermeerderen met de wettelijke rente over dit schadebedrag vanaf een door de rechtbank in goede justitie te bepalen dag tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeling van [gedaagde in z1 / eiser in z2] tot betaling aan de Curator van een voorschot op de door [gedaagde in z1 / eiser in z2] te vergoeden schade die de Vennootschap heeft geleden als gevolg van het onbehoorlijk bestuur, ten bedrage van € 45.000,--, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf de dag van dagvaarding tot de dag der algehele voldoening;
- door de Vennootschap inkopen werden gedaan, terwijl daar tegenover uiteindelijk geen verkoopfacturen en/of opbrengsten stonden. Het lijkt alsof de voorraad nooit is verkocht, terwijl door de Curator geen enkel actief is aangetroffen.
- aan [gedaagde in z1 / eiser in z2] gelieerde partijen kosteloos gebruik konden maken van het door de Vennootschap gehuurde bedrijfspand.
- [gedaagde in z1 / eiser in z2] klanten heeft laten betalen op bankrekeningen die niet aan de Vennootschap toebehoorden en de inkomsten aangewend om andere entiteiten (ten koste van de Vennootschap) te verrijken;
- [gedaagde in z1 / eiser in z2] de activiteiten en goodwill van de Vennootschap heeft overgedragen aan DRZM, zonder dat hiervoor een vergoeding aan de Vennootschap is betaald;
- na deze overdracht alleen nog de schulden resteerde en de Vennootschap - zonder bestuur - aan haar lot is overgelaten.
5.De beoordeling
Toepasselijk recht. Komt de Curator een beroep op artikel 2:11 BW toe?
Van der Meer q.q./Pieper) aangevoerd dat de Curator geen beroep toekomt op artikel 2:11 BW, omdat Groenewinst een Engelse vennootschap is en een bestuurder slechts op grond van artikel 2:11 BW aansprakelijk kan worden gehouden, indien de door hem bestuurde aansprakelijke rechtspersoon-bestuurder een Nederlandse rechtspersoon is. De vraag of deze regel van Nederlands rechtspersonenrecht toepassing kan vinden in een geval waarin buitenlandse rechtspersonen zijn betrokken dient op grond van artikel 10:119 sub e BW te worden beantwoord aan de hand van het Nederlands internationaal privaatrecht. Aangezien Groenewinst een Engelse rechtspersoon is, zal dan ook naar Engels recht geoordeeld moeten worden of [gedaagde] naast Groenewinst aansprakelijk is, aldus [gedaagde]. [gedaagde in z1 / eiser in z2] heeft zich bij dit verweer van [gedaagde] aangesloten. Ook voor Gullewinst geldt dat dit een Engelse rechtspersoon is, zodat naar Engels recht geoordeeld moeten worden of [gedaagde in z1 / eiser in z2] naast Gullewinst aansprakelijk is, aldus [gedaagde in z1 / eiser in z2].
center of main interests(COMI) van Gullewinst was dus gelegen in Nederland. Daarnaast is van belang dat door [gedaagde in z1 / eiser in z2] is gesteld dat de wens om te werken met een Engelse rechtspersoon voortkwam uit in Nederland bestaande schulden en dat de Engelse kamer van koophandel heeft vastgesteld dat er in Gullewinst zelf geen activiteiten werden verricht en vermoedelijk zelfs ook nooit zijn verricht, zodat de Engelse kamer van koophandel tot ontbinding van Gullewinst is overgegaan. [gedaagde] heeft daarnaast verklaard dat hij destijds heeft gekozen om het bestuur te voeren middels een Ltd., vanwege het risico dat schuldeisers beslag zouden leggen, aldus de Curator.
2.228,00(2,0 punten × tarief € 1.114,00)
2.228,00(2,0 punten × tarief € 1.114,00)