ECLI:NL:RBNHO:2021:7913

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
6 september 2021
Publicatiedatum
13 september 2021
Zaaknummer
9223835 \ BM VERZ 21-936
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van bewindvoerder en benoeming opvolgend bewindvoerder in het kader van problematische schulden

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 6 september 2021 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontslag van de huidige bewindvoerder en benoeming van een opvolgend bewindvoerder. Het verzoek is ingediend door [verzoekster], die sinds 26 mei 2014 onder bewind staat vanwege verkwisting en problematische schulden. De huidige bewindvoerder, J.J. de Veer van De VAO-Bewind, heeft in de afgelopen zeven jaar geen schuldhulpverleningstraject opgestart, wat heeft geleid tot een toename van de schuldenlast van € 27.509,04 naar € 34.436,08. [verzoekster] heeft aangevoerd dat De VAO niet heeft meegewerkt aan het opstarten van een schuldhulpverleningstraject en dat zij onterecht als wanbetaler is aangemerkt.

De kantonrechter heeft de argumenten van De VAO, die stelde dat het dossier niet stabiel was en dat er inspanning van [verzoekster] nodig was, niet overtuigend geacht. De rechter oordeelde dat De VAO onvoldoende heeft aangetoond waarom er geen SHV-traject is opgestart en dat zij [verzoekster] niet adequaat heeft geïnformeerd over de mogelijkheden. De kantonrechter heeft daarom het verzoek van [verzoekster] toegewezen en C.W.M. van der Poel, h.o.d.n. Zorg en Budgetbeheer ZBB, benoemd als de nieuwe bewindvoerder. Tevens zijn de beloningen voor de bewindvoerders vastgesteld. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en zal worden ingeschreven in het openbaar Curatele en Bewindregister.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer: 9223835 \ BM VERZ 21-936 sc
Uitspraakdatum: 6 september 2021

Beschikking van de kantonrechter

op verzoek van:
[verzoekster] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
van wie het adres bekend is bij deze rechtbank,
hierna ook te noemen: [verzoekster] ,
van wie thans bewindvoerder is:
J.J. de Veer, h.o.d.n. De VAO-Bewind,
gevestigd te Haarlem,
hierna ook te noemen: De VAO.

procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
  • het verzoek, ter griffie ingekomen op 18 mei 2021;
  • het verweer van De VAO, ter griffie ingekomen op 3 juni 2021;
  • de reactie van [verzoekster] op het verweer, ter griffie ingekomen op 18 juni 2021;
  • een bereidverklaring van de voorgestelde bewindvoerder.
Een mondelinge behandeling van het verzoekschrift heeft plaatsgevonden op
17 augustus 2021.

beoordeling

Bij beschikking van 26 mei 2014 is een bewind ingesteld over de (toekomstige) goederen van [verzoekster] wegens verkwisting of het hebben van problematische schulden.
Het verzoek strekt tot ontslag van de huidige bewindvoerder en tot benoeming van
C.W.M. Van der Poel h.o.d.n. Zorg en Budgetbeheer ZBB tot opvolgend bewindvoerder.
[verzoekster] , die haar verzoekschrift samen met de opvolgend bewindvoerder heeft opgesteld, stelt dat zij een schuldenlast heeft van € 30.000,00, dat de schulden oplopen en dat De VAO in de 7 jaar dat het bewind loopt nog nooit een schuldhulpverleningstraject (hierna: SHV-traject) heeft opgestart. Als reden heeft De VAO aan [verzoekster] aangegeven dat het dossier niet stabiel is, echter niet waarom het dossier niet stabiel is. Het bevreemdt [verzoekster] dat na telefonisch contact tussen de opvolgend bewindvoerder en De VAO, De VAO ineens aanvang heeft gemaakt met de aanmelding voor een SHV-traject. Naar de mening van [verzoekster] is dat heel erg laat en had een regeling met de ziektekostenverzekering en voor de boetes bij het CJIB al lang afgesproken kunnen zijn. [verzoekster] stelt ook dat zij al jaren geen zorgtoeslag heeft gehad en dat zij als wanbetaler 30% extra betaalt aan het CJIB, hetgeen haar onnodig geld heeft gekost. [verzoekster] stelt voorts dat haar inkomen stabiel is, zij geen recht heeft op bijzondere bijstand vanwege haar lage woonlasten, maar wanneer er een SHV-traject loopt er mogelijk wel bijzondere bijstand kan worden toegekend. Ook stelt zij dat voor haar een individuele inkomenstoeslag bij Haltewerk kan worden aangevraagd. [verzoekster] stelt tot slot dat De VAO niet wil meewerken aan een overstap omdat [verzoekster] de kosten hiervan uit eigen middelen moet betalen. [verzoekster] is zich bewust van de financiële consequenties van een overstap.
De VAO is het niet eens met het verzoek. De VAO voert aan dat alvorens een SHV-traject kan worden gestart, het dossier drie maanden stabiel dient te zijn en dat zij drie keer is gestart met de aanloop naar een SHV-traject. Hiervoor was ook van de kant van [verzoekster] inspanning nodig, maar dat bleef uit. Tijdens het verzamelen van de informatie voor het SHV-traject kwam bijvoorbeeld ook naar voren dat [verzoekster] motorrijtuigenbelasting moest voldoen omdat zij zonder overleg met De VAO een auto op haar naam had gezet, hetgeen leidde tot kosten en niet saneerbare CJIB boetes. De VAO voert voorts aan dat [verzoekster] meermaals geld op haar leefgeldrekening liet bijschrijven, hetgeen problemen kan opleveren bij een SHV-traject. Recentelijk heeft De VAO weer met [verzoekster] gesproken over een SHV-traject. Dit staat echter los van de wens van [verzoekster] om over te stappen naar een andere bewindvoerder en [verzoekster] heeft deze laatste aanmelding afgewezen, aldus De VAO.
De VAO voert tot slot aan dat zij geen grond ziet voor een overstap naar een andere bewindvoerder en dat een overstap maatschappelijk gezien onnodige kosten met zich brengt. De VAO verzoekt het verzoek van [verzoekster] af te wijzen.
De kantonrechter is, gelet op de inhoud van de stukken en de afgelegde verklaringen, van oordeel dat het verzoek moet worden toegewezen. Hiervoor is redengevend dat [verzoekster] bij aanvang van het bewind een schuldenlast had van € 27.509,04 en dat dat bedrag in zeven jaar is gestegen naar € 34.436,08 (op 31 december 2019) terwijl [verzoekster] juist De VAO had benaderd om te bereiken dat met haar hulp de schuldenlast zou afnemen. Het valt De VAO aan te rekenen dat het zo lang duurt voordat een SHV-traject opgestart is. De VAO heeft onvoldoende duidelijk gemaakt wat zij bedoelt met het niet stabiel zijn van het budget van [verzoekster] . En voor zover dat het geval was, had zij [verzoekster] daar duidelijk en indringend op moeten wijzen in de afgelopen jaren en duidelijk moeten maken waarom en hoe dat veranderen moest. Ook het verwijt dat
De VAO [verzoekster] maakt ten aanzien van de auto kan haar niet baten, aangezien dit in 2020 speelde toen het bewind al zes jaar liep. Verder heeft De VAO onvoldoende gemotiveerd betwist dat er een mogelijkheid bestaat voor [verzoekster] om afgemeld te worden als wanbetaler voor de ziektekosten.
De kantonrechter zal de voorgestelde bewindvoerder benoemen nu van bezwaren tegen deze benoeming niet is gebleken.
De kantonrechter zal de beloning van de te benoemen bewindvoerder voor de aanvangswerkzaamheden vaststellen op een bedrag van € 559,00 (exclusief btw).

beslissing

De kantonrechter:
  • ontslaat, met ingang van twee weken na heden, als bewindvoerder: J.J. de Veer, h.o.d.n. De VAO-Bewind;
  • benoemt, met ingang van twee weken na heden, tot bewindvoerder:
C.W.M. van der Poel h.o.d.n. Zorg en Budgetbeheer ZBB, Kvkno., correspondentieadres: postbus 8047, 1802 KA Alkmaar;
  • bepaalt dat deze uitspraak wordt ingeschreven in het openbaar Curatele en Bewindregister;
  • verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
  • stelt de jaarbeloning van de bewindvoerder vast overeenkomstig artikel 3 lid 2
  • stelt de beloning van de bewindvoerder voor de aanvangswerkzaamheden vast op een bedrag van € 559,00 (exclusief btw);
  • stelt de beloning van de ontslagen bewindvoerder voor het opmaken van de eindrekening en verantwoording vast op een bedrag van € 210,00 (exclusief btw).
Deze beschikking is gegeven door mr. A.E. Merkus, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter