ECLI:NL:RBNHO:2021:7937

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
8 september 2021
Publicatiedatum
13 september 2021
Zaaknummer
8251365 CV EXPL 20-67
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor vertraging van vlucht door buitengewone omstandigheden

In deze zaak hebben de passagiers een vordering ingesteld tegen Transavia Airlines C.V. wegens compensatie voor een vertraging van meer dan drie uur van hun vlucht van Valencia naar Amsterdam op 27 mei 2018. De passagiers vorderden een schadevergoeding van € 2.000,00 en € 363,00 aan buitengerechtelijke kosten, gebaseerd op de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004. De vervoerder, Transavia, betwistte de vordering en voerde aan dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk een staking van de Franse luchtverkeersleiding en een capaciteitsgebrek bij de Spaanse luchtverkeersleiding. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de passagiers met een vertraging van meer dan drie uur zijn aangekomen en dat in beginsel een compensatieplicht geldt voor de vervoerder, tenzij deze kan aantonen dat de vertraging het gevolg is van buitengewone omstandigheden. De vervoerder heeft voldoende bewijs geleverd dat de vertraging inderdaad het gevolg was van deze omstandigheden en dat hij alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de vertraging te voorkomen. De kantonrechter heeft de vordering van de passagiers afgewezen en hen veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8251365 \ CV EXPL 20-67
Uitspraakdatum: 8 september 2021
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:

1.[passagier sub 1]

2. [passagier sub 2]

3. [passagier sub 3]

4. [passagier sub 4]

5. [passagier sub 5]

6. [passagier sub 6]

allen wonende te [woonplaats]

7. [passagier sub 7]

8. [passagier sub 8]

beiden wonende te [woonplaats]
eisers
hierna te noemen: de passagiers
gemachtigde: D.R. Kluft
tegen
de commanditaire vennootschap
Transavia Airlines C.V.
gevestigd te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer
gedaagde
hierna te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. M. Reevers

1.Het procesverloop

1.1.
De passagiers hebben bij dagvaarding van 19 november 2019 een vordering tegen de vervoerder ingesteld. De vervoerder heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
De passagiers hebben hierop schriftelijk gereageerd, waarna de vervoerder een schriftelijke reactie heeft gegeven. Op 14 april 2021 is een tussenvonnis gewezen en is een comparitie van partijen bepaald.
1.3.
De vervoerder heeft op 2 augustus 2021 aanvullende producties in het geding gebracht en de passagiers hebben op 11 augustus 2021 aanvullende producties in het geding gebracht.
1.4.
Op 12 augustus 2021 heeft de comparitie van partijen plaatsgevonden en hebben partijen hun standpunten aan de hand van pleitnotities toegelicht, waarna vonnis is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben met de vervoerder een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan de vervoerder de passagiers diende te vervoeren van Valencia (Spanje) naar Amsterdam op 27 mei 2018, hierna: de vlucht.
2.2.
De vlucht heeft meer dan drie uur vertraging opgelopen.
2.3.
De passagiers hebben compensatie van de vervoerder gevorderd in verband met voornoemde vertraging.
2.4.
De vervoerder heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
De passagiers vorderen dat de vervoerder, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 2.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 26 oktober 2018, althans vanaf 10 december 2018, althans vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 363,00 aan buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 december 2018, althans vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten, tegen een waardering van € 180,00 per punt ten aanzien van het salaris van de gemachtigde, en de nakosten.
3.2.
De passagiers hebben aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat de vervoerder vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is de passagiers te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 250,00 per passagier.

4.Het verweer

4.1.
De vervoerder betwist de vordering en voert aan dat de vertraging van de vlucht te wijten is aan buitengewone omstandigheden die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen konden worden, artikel 5 lid 3 van de Verordening. Op 27 mei 2018 was er sprake van een staking bij de Franse luchtverkeersleiding alsmede van een capaciteitsgebrek bij de Spaanse luchtverkeersleiding in de regio van Barcelona (Spanje). Als gevolg van deze omstandigheden kon de vlucht pas om 01:45 uur lokale tijd vanuit Valencia vertrekken in plaats van de oorspronkelijk geplande tijd van 22:00 uur lokale tijd. Een dergelijke staking in Frankrijk heeft, vanwege de grootte en geografische ligging van het land, grote gevolgen voor zowel vluchten naar Frankrijk als voor vluchten die over of langs Frankrijk vliegen. In geval van een staking van de luchtverkeersleiding is luchtverkeer beperkt mogelijk. De Network Manager Operations Center (NMOC, onderdeel van Eurocontrol), verantwoordelijk voor het toewijzen van slottijden waarop een vliegtuig mag vertrekken, heeft aan de vlucht in kwestie concrete beperkingen opgelegd door om 20:01 uur lokale tijd een slottijd toe te wijzen van 00:47 uur lokale tijd (22:47 uur UTC). De vertragingscode die het NMOC aan de slotberichten heeft gehangen is code ‘IE 82’ en staat voor ‘ATC industrial action – Controllers’ strike – ATFM due to ATC STAFF/EQUIPMENT ENROUTE’. De vertrektijd is 25 maal aangepast met als laatste slottijd 02:02 uur lokale tijd (00:02 uur UTC). Uiteindelijk heeft de vlucht kunnen vertrekken vanuit Valencia om 01:45 uur lokale tijd en is om 04:02 uur lokale tijd ‘on blocks’ gegaan in Amsterdam, aldus met een aankomstvertraging van 3 uur en 45 minuten.
4.2.
De vervoerder kan geen invloed uitoefenen op deze omstandigheden. Hij heeft geen enkele invloed op de staking of het capaciteitsgebrek van de luchtverkeersleiding en het besluit van de NMOC om de vlucht een vertraagde slottijd toe te wijzen. De vervoerder kon de omstandigheden niet voorkomen door het treffen van aan de situatie aangepaste maatregelen. Hij heeft geprobeerd het originele vluchtschema zo goed mogelijk na te komen en is altijd in contact geweest met de toren op de luchthaven van Valencia om eventueel eerder dan de gegeven slottijd te mogen vertrekken.
4.3.
De vervoerder betwist tevens de wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd te zijn aan de passagiers.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
Vast is komen te staan dat de passagiers met een vertraging van meer dan drie uur zijn gearriveerd op hun eindbestemming te Amsterdam, zodat in beginsel een compensatieplicht geldt voor de vervoerder. Dit is anders indien de vervoerder kan aantonen dat de vertraging het gevolg is van buitengewone omstandigheden, die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen konden worden (artikel 5 lid 3 van de Verordening). Gelet op het arrest Wallentin-Hermann (C-549/07) van het Hof van 22 december 2008, dient een luchtvaartmaatschappij in het voorkomende geval aan te tonen, dat zij de buitengewone omstandigheden, die tot de langdurige vertraging van de vlucht leidden, zelfs met de inzet van alle beschikbare materiële en personele middelen kennelijk niet had kunnen vermijden, behoudens als zij op het relevante tijdstip uit het oogpunt van de mogelijkheden van haar onderneming onaanvaardbare offers had gebracht.
5.3.
Ten aanzien van het beroep van de vervoerder op de aanwezigheid van buitengewone omstandigheden geldt (in algemene zin) het volgende. In punt 14 van de considerans van de Verordening heeft de gemeenschapswetgever erop gewezen dat dergelijke omstandigheden zich onder andere kunnen voordoen in het geval van stakingen die gevolgen hebben voor de vluchtuitvoering van de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert.
5.4.
De vraag die voorligt is of de vervoerder met de door hem overgelegde producties en zijn toelichting daarop, voldoende heeft aangetoond dat de vertraging het gevolg is geweest van buitengewone omstandigheden.
5.5.
De vervoerder heeft ter onderbouwing van de door hem gestelde buitengewone omstandigheden een Management Report van het Operations Control Center (OCC) overgelegd waaruit voldoende blijkt dat op 27 mei 2018 sprake is geweest van een staking van de Franse luchtverkeersleiding in het zuiden van Frankrijk en dat dit voor veel vluchten door het luchtruim boven Frankrijk heeft geresulteerd in vertraging. Ook blijkt daaruit dat sprake was van een capaciteitsprobleem bij de luchtverkeersleiding in Barcelona. De passagiers hebben op zichzelf niet betwist dat sprake is geweest van staking bij de Franse luchtverkeersleiding en van een capaciteitsgebrek bij de Spaanse luchtverkeersleiding in de regio van Barcelona op 27 mei 2018. Daarnaast staat als onbetwist vast dat de NMOC de slottijden toewijst en dat de vervoerder daar geen invloed op heeft. De vervoerder heeft verwezen naar 25 slotberichten die zien op de vlucht in kwestie en die zijn verstuurd door de NMOC. In deze slotberichten staan gewijzigde slottijden aangegeven voor de vlucht onder vermelding van NEWCTOT, dat wil zeggen: New Calculated Take-Off Time. Oorspronkelijk had de vlucht een geplande vertrektijd van 22:00 uur lokale tijd (20:00 uur UTC) vanuit Valencia. De NMOC heeft als laatst een slottijd toegewezen van 00:02 uur UTC (ofwel 02:02 uur lokale tijd). In deze berichten staat als oorzaak voor de gewijzigde slottijden codes IE 82 en OE 81 vermeld. Uit de door de vervoerder overgelegde uitleg van IATA codes blijkt dat voornoemde codes respectievelijk staan voor ‘ATC industrial action – Controllers’ strike – ATFM due to ATC STAFF/EQUIPMENT ENROUTE’ en ‘ATFM due to ATC ENROUTE DEMAND/CAPACITY’.
5.6.
De slotberichten bevestigen aldus het betoog van de vervoerder dat de oorspronkelijke slottijd van de vlucht meerdere keren is gewijzigd vanwege staking en verminderde capaciteit bij de luchtverkeersleiding. De passagiers hebben gesteld dat er geen sprake is geweest van een verstoring van de vluchtuitvoering op 27 mei 2018 omdat gedurende de staking wel vluchten hebben plaatsgevonden. De kantonrechter volgt de passagiers daarin niet en is van oordeel dat het feit dat andere vluchten wel zijn uitgevoerd niet betekent dat de vlucht geen hinder heeft ondervonden door de staking.
5.7.
Voorts hebben de passagiers gesteld dat het toestel waarmee de vlucht uitgevoerd is, niet op tijd vanuit de luchthaven van Eindhoven heeft kunnen vertrekken vanwege de wateroverlast en dat daardoor de vlucht uiteindelijk vertraagd is uitgevoerd. Ter onderbouwing van hun stelling hebben de passagiers op 11 augustus 2021 stukken ingediend waaruit blijkt dat op de luchthaven van Eindhoven op 27 mei 2018 sprake is geweest van wateroverlast door hevige regenval. Uit de voornoemde (te laat aangeleverde) stukken blijkt echter niet welke invloed de hevige regenval en de overstromingen als gevolg daarvan hebben gehad op de vluchtuitvoering van de vlucht, terwijl uit de stukken die de vervoerder heeft aangeleverd en diens toelichting daarop duidelijk blijkt dat de vertraging van de vlucht het gevolg is geweest van de staking van de Franse luchtverkeersleiding en de capaciteitsreductie bij de Spaanse luchtverkeersleiding in de regio van Barcelona. De stelling van de passagiers dat de vlucht vertraagd is uitgevoerd, als gevolg van de wateroverlast op de luchthaven van Eindhoven, kan aldus geen stand houden.
5.8.
De vervoerder heeft naar het oordeel van de kantonrechter met de door hem overgelegde stukken en zijn toelichting daarop voldoende aangetoond dat de luchtverkeersleiding meerdere CTOT’s aan het toestel heeft opgelegd en dat de vlucht als gevolg daarvan vertraagd is uitgevoerd. Niet is gebleken dat de CTOT’s door toedoen van de vervoerder zijn opgelegd. Wanneer een toestel een CTOT krijgt opgelegd, heeft het toestel niet de mogelijkheid om toch eerder te vertrekken. Een CTOT moet immers altijd worden opgevolgd. Naar het oordeel van de kantonrechter zijn in dit geval de opgelegde CTOT’s aan te merken als een buitengewone omstandigheid.
5.9.
De vraag die vervolgens beantwoord dient te worden is of de vervoerder alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de vertraging als gevolg van de buitengewone omstandigheid te voorkomen dan wel te beperken, zonder dat hij op het relevante tijdstip onaanvaardbare offers uit het oogpunt van de mogelijkheden van zijn onderneming had gebracht.
5.10.
De passagiers stellen dat de vervoerder naar een passende oplossing had moeten zoeken en bijvoorbeeld via een andere route had kunnen vliegen of een reservetoestel had kunnen inzetten. Ter comparitie heeft de vervoerder toegelicht dat omvliegen geen optie is omdat daarvoor een nieuw vliegplan nodig is en bovendien vergt omvliegen meer brandstof en dus meer tijd omdat er dan ook getankt moet worden. De kantonrechter volgt de vervoerder daarin. Bovendien kon de vlucht niet eerder vertrekken dan de uiteindelijk definitief aan haar toegewezen slottijd. Zonder nadere onderbouwing, die ontbreekt, valt niet in te zien dat het latere vertrek van de vlucht had kunnen worden ingelopen door het vliegen van een andere route. Daarnaast zou dit onaanvaardbare offers van de vervoerder vergen. De vervoerder heeft voorts toegelicht dat het inzetten van een reservevliegtuig niet mogelijk was omdat er geen reservetoestellen beschikbaar waren.
5.11.
De vervoerder heeft herhaaldelijk om een eerdere vertrektijd gevraagd en uiteindelijk kon de vlucht 17 minuten eerder dan de laatst toegewezen slottijd van 00:02 uur UTC vertrekken. De vlucht is om 23:45 uur UTC uitgevoerd. De passagiers hebben dit niet betwist. De vervoerder heeft door het herhaaldelijk verzoeken om een nieuwe vetrektijd de vertrekvertraging weliswaar minimaal weten te beperken, maar in de gegeven situatie kon er niet meer van de vervoerder worden verwacht. Niet valt in te zien welke maatregelen de vervoerder in dit geval nog meer of anders had moeten nemen om de vertraging te voorkomen dan wel te beperken. Gelet op het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat de vervoerder alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de vertraging van de passagier te voorkomen dan wel te beperken.
5.12.
De conclusie is dat de vordering van de passagiers zal worden afgewezen. De overige verweren van de vervoerder behoeven derhalve geen bespreking.
5.13.
Als de in het ongelijk gestelde partij zullen de passagiers worden veroordeeld in de kosten van de procedure.
5.14.
De gevorderde nakosten worden overeenkomstig de richtlijnen van het Landelijk Overleg Voorzitters Civiele sectoren en Kantonsectoren begroot op een half salarispunt conform het gebruikelijke liquidatietarief voor proceskosten tot een maximum van € 124,00.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vordering van de passagiers af;
6.2.
veroordeelt de passagiers tot betaling van de proceskosten die aan de kant van de vervoerder tot en met vandaag worden begroot op € 561,00 aan salaris van de gemachtigde van de vervoerder;
6.3.
veroordeelt de passagiers tot betaling van € 93,50 aan nakosten, voor zover daadwerkelijk nakosten door de vervoerder worden gemaakt, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis;
6.4.
verklaart dit vonnis, ten aanzien van de proceskostenveroordeling, uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter