Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding (met producties 1 tot en met 8),
- de conclusie van antwoord (met producties 1 tot en met 4),
- het tussenvonnis van 26 augustus 2020,
- de akte overlegging productie van 25 september 2020 mr. Sinnige (met productie 9),
- het faxbericht van 15 november 2020 van mr. Doornbos (met producties 5 en 6),
- de mondelinge behandeling van 18 november 2020, waar zijn verschenen de curator, bijgestaan door mr. Sinnige voornoemd, en [gedaagde] bijgestaan door mr. Doornbos voornoemd.
2.De feiten
- 22 mei 2018 een bedrag van € 14.500,- met de omschrijving “voorschieten auto”,
- 27 mei 2018 een bedrag van € 5.000,- met de omschrijving “auto”,
- 24 juli 2018 een bedrag van € 20.000,- met de omschrijving “lening”, en
- 3 maart 2019 een bedrag van € 23.000,- met de omschrijving “lening winkel.
Schuldovereenkomst
- plaatselijk bekend (…): [adres]
- (…)
(…)
houd u voor dat uw broer stelt geen wetenschap te hebben van de slechte financiële positie van u en [XX]– [XX] , toevoeging rechtbank –.
U verklaart dat uw broer bekend was met de schulden van de winkel en van de schuld bij de fiscus. Ik weet dit omdat om die reden de schuldbekentenis en verkoop van het woonhuis (…) is opgetekend.
. Uw broer [gedaagde] heeft meerdere keren financieel bijgesprongen.
(…)
3.Het geschil
4.De beoordeling
onverschuldigde betaling
1.390,00(2 punten × € 695,00)