Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[passagier sub 1]
[minderjarige]
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak hebben de passagiers een vordering ingesteld tegen Corendon Dutch Airlines B.V. wegens compensatie voor vertraging van hun vlucht van Boergas (Bulgarije) naar Maastricht op 19 juli 2018. De vlucht had een vertraging van drie uur opgelopen door een storing in het 'Flight Data Processing System' (FDPS), wat leidde tot de sluiting van het Belgische luchtruim. De passagiers arriveerden uiteindelijk om 02:10 uur in Maastricht, terwijl de oorspronkelijke aankomsttijd 23:10 uur was. De vervoerder betwistte de vordering en voerde aan dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, waardoor zij niet aansprakelijk waren voor compensatie onder de Verordening (EG) nr. 261/2004. De kantonrechter oordeelde dat de vervoerder voldoende had aangetoond dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden en dat zij alle redelijke maatregelen had getroffen om de vertraging te voorkomen. De vordering van de passagiers werd afgewezen, en zij werden veroordeeld in de proceskosten.