ECLI:NL:RBNHO:2021:8325
Rechtbank Noord-Holland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van vordering tot compensatie door passagiers van vertraagde vlucht op basis van Europese Verordening
In deze zaak hebben twee passagiers een vordering ingesteld tegen Lot Polish Airlines vanwege een vertraagde vlucht van Amsterdam naar Warschau op 13 augustus 2019. De passagiers vorderden compensatie op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij annulering of langdurige vertraging van vluchten. De passagiers stelden dat zij recht hadden op compensatie van € 400,00 per persoon, maar hebben niet voldoende bewijs geleverd dat hun vlucht daadwerkelijk was geannuleerd of dat zij met meer dan drie uur vertraging op hun eindbestemming zijn aangekomen.
De vervoerder, Lot Polish Airlines, betwistte de vordering en voerde aan dat de passagiers niet aan hun stelplicht hebben voldaan. De kantonrechter oordeelde dat de passagiers niet voldoende feiten en omstandigheden hebben aangedragen om hun stelling te onderbouwen. De rechter stelde vast dat de passagiers niet hadden aangetoond dat de vlucht was geannuleerd of dat er sprake was van een vertraging van meer dan drie uur. Hierdoor werd de vordering van de passagiers afgewezen.
De kantonrechter veroordeelde de passagiers tot betaling van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 124,00, en tot betaling van € 62,00 aan nakosten, voor zover deze daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt. Het vonnis is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 11 augustus 2021.