ECLI:NL:RBNHO:2021:8327

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
23 september 2021
Publicatiedatum
24 september 2021
Zaaknummer
C/15/315735 / HA RK 21-77
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopig deskundigenbericht in geschil over levering en installatie van een machine

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 23 september 2021 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van de besloten vennootschap Voordendag van der Stelt Machinefabriek B.V. tegen Dormac CNC Solutions B.V. Het verzoek van Voordendag was gericht op het verkrijgen van een voorlopig deskundigenbericht over de levering en installatie van een machine, de Doosan Puma 2600SY. Voordendag stelde dat de machine niet deugdelijk was en dat er onjuist gebruik was gemaakt van de machine door de leverancier, Dormac. Dormac verweerde zich door te stellen dat Voordendag te laat had geklaagd en dat de machine correct was geleverd en geïnstalleerd. De rechtbank overwoog dat het verzoek niet kon worden toegewezen omdat de feiten niet meer door een deskundige konden worden beantwoord. De machine was in gebruik genomen en er waren reeds reparaties uitgevoerd, waardoor de oorspronkelijke staat niet meer kon worden vastgesteld. De rechtbank wees het verzoek af en veroordeelde Voordendag in de proceskosten van Dormac, die op € 1.793,00 werden begroot. De proceskostenveroordeling werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
Zittingsplaats Alkmaar
zaaknummer / rekestnummer: C/15/315735 / HA RK 21-77
Beschikking van 23 september 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VOORDENDAG VAN DER STELT MACHINEFABRIEK B.V.,
gevestigd te Werkendam, gemeente Altena,
verzoekster,
advocaat mr. S. Meeuwsen te Gorinchem,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DORMAC CNC SOLUTIONS B.V.,
gevestigd te De Goorn, gemeente Koggenland,
verweerster,
advocaat mr. L. van der Leer te Alkmaar.
Partijen zullen hierna ‘Voordendag’ en ‘Dormac’ genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift met producties 1 tot en met 4;
  • het verweerschrift met producties 1 tot en met 15;
  • de brief van mr. Van der Leer van 29 juni 2021 met producties 16 tot en met 18;
  • de mondelinge behandeling via Skype van 1 juli 2021, waar zijn verschenen de heer en mevrouw [xxx] , bijgestaan door mr. Meeuwsen voornoemd en de heer [yyy] , bijgestaan door mr. Van der Leer voornoemd. Beide partijen hebben gebruik gemaakt van spreekaantekeningen, die voorafgaand aan de zitting per e-mail aan de rechtbank zijn toegezonden en daarmee deel uitmaken van de processtukken.
1.2.
Ten slotte is beschikking bepaald.

2.Feiten

2.1.
Op 29 november 2019 heeft Voordendag een machine, Doosan Puma 2600SY met Siemens 828 besturing (hierna: de machine), van Dormac gekocht.
2.2.
Op 6 mei 2020 is de machine door Dormac geleverd en geplaatst bij Voordendag.
2.3.
Vervolgens hebben zich diverse technische problemen met de machine voor gedaan. Dormac heeft meerdere keren reparatiewerkzaamheden uitgevoerd.

3.Het verzoek en het verweer

3.1.
Het verzoekschrift strekt ertoe dat de rechtbank een voorlopig deskundigenbericht zal bevelen, daarbij de heer G. Dijk van Dijk Consult tot deskundige te benoemen en de volgende vragen aan de deskundige voor te leggen:
  • Heeft Dormac een deugdelijke machine geleverd?
  • Is de installatie en programmering van de machine deugdelijk geweest?
  • Wat zijn de oorzaken van de geconstateerde problemen met de machine?
  • Is er sprake geweest van ondeskundig of onjuist gebruik?
  • Is de machine te herstellen en wat zijn de kosten hiervan?
  • Heeft de deskundige nog andere op- of aanmerkingen aangaande de machine en/of het gebruik daarvan?
3.2.
Aan dit verzoek legt Voordendag – kort samengevat – het volgende ten grondslag.
Voordendag stelt dat er sprake is van een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de koopovereenkomst aan de kant van Dormac. Er is schade aan de machine ontstaan doordat de machine vanaf levering nimmer deugdelijk is geweest en bovendien onjuist is geïnstalleerd. Van onjuist gebruik door Voordendag was geen sprake. Een deskundige kan de problemen aan de machine beoordelen.
3.3.
Dormac verzet zich tegen inwilliging van het verzoek en voert daartoe het volgende aan. Voordendag maakt misbruik van procesrecht. De vorderingen zijn namelijk gebaseerd op feiten en omstandigheden waarvan Voordendag de onjuistheid kent dan wel had behoren te kennen. Bovendien is zijn eventuele vorderingsrecht komen te vervallen, omdat hij op grond van artikel 15 lid 1 van de toepasselijke algemene voorwaarden te laat (schriftelijk) heeft geklaagd. Ook is de aansprakelijkheid van Dormac voor schade uitgesloten in artikel 13 van de algemene voorwaarden. Belang bij het verzoek ontbreekt daarom.
Volgens Dormac verlangt Voordendag verder een deskundigenbericht van feiten die niet middels een deskundigenbericht kunnen worden bewezen. Het is namelijk feitelijk onmogelijk om op basis van de huidige staat van de machine vast te stellen wat de staat was ten tijde van de levering van de machine. Daarnaast stelt Dormac dat de machine beantwoordt aan de tussen partijen gesloten koopovereenkomst en dat de machine op correcte wijze is geïnstalleerd. De ontstane problemen zijn veroorzaakt door het onoordeelkundig gebruik van de machine door Voordendag.

4.De beoordeling

4.1.
Het verzoekschrift strekt ertoe dat de rechtbank een voorlopig deskundigenbericht zal bevelen. Een voorlopig deskundigenbericht als bedoeld in artikel 202 Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering (Rv) kan ertoe dienen een partij de mogelijkheid te verschaffen aan de hand van dat uit te brengen deskundigenbericht zekerheid te verkrijgen omtrent voor de beslissing van het geschil relevante feiten of omstandigheden waardoor hij zijn procespositie beter kan beoordelen.
4.2.
Bij de beoordeling van het verzoek komt de rechter geen discretionaire bevoegdheid toe. Het verzoek dient in beginsel te worden toegewezen, mits het ter zake dienend en voldoende concreet is en feiten betreft die met het deskundigenonderzoek bewezen kunnen worden. Afwijzing van het verzoek is slechts aan de orde indien de rechter van oordeel is dat het verzoek in strijd is met de goede procesorde, dat van de bevoegdheid om de toepassing van het middel te verlangen misbruik wordt gemaakt of op grond van een ander door de rechter zwaarwichtig geoordeeld bezwaar. Verder moet degene die de rechter verzoekt een voorlopig deskundigenbericht te gelasten conform de in artikel 3:303 van het Burgerlijk Wetboek (BW) neergelegde regel voldoende belang hebben bij dat verzoek.
4.3.
De rechtbank overweegt als volgt.
Dormac heeft als meest verstrekkend verweer aangevoerd dat de vordering waarop het verzoek gegrond is dient te worden afgewezen, omdat Voordendag te laat zou hebben geklaagd en Dormac bovendien op grond van de algemene voorwaarden niet aansprakelijk voor schade zou zijn. Voordendag heeft dit gemotiveerd betwist. Voor beoordeling van dit geschilpunt is in deze procedure geen plaats. Op dit moment is niet evident dat de vordering van Voordendag om de door Dormac gestelde reden zal worden afgewezen, zodat van ontbreken van belang bij dit verzoek geen sprake is.
4.4.
Evenmin is in deze procedure komen vast te staan dat Voordendag zich beroept op feiten en omstandigheden waarvan zij de onjuistheid kent of behoort te kennen. De enkele overtuiging van Dormac het gelijk aan haar zijde te hebben is daarvoor onvoldoende.
4.5.
Wel is de rechtbank van oordeel dat het verzoek feiten betreft die niet (meer) door een deskundige kunnen worden beantwoord. De machine is in mei 2020 geleverd en is sindsdien in gebruik geweest. Bovendien staat in ieder geval vast dat op enig moment een operator van Voordendag schade aan de machine heeft veroorzaakt; alleen de ernst daarvan is in geschil. Inmiddels zijn verschillende reparaties uitgevoerd. De machine is dus hoe dan ook niet meer in de staat waarin deze werd geleverd. Voordendag heeft aangevoerd dat het mogelijk is om met de opgeslagen data van de machine terug te kijken naar de draaiuren. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, is echter niet duidelijk hoe daaruit de staat van de machine bij levering valt af te leiden, evenmin als de wijze van installatie door Dormac. Aangezien de overige vragen voortvloeien uit deze eerste twee vragen, kunnen ook deze – gelet op hetgeen beide partijen in deze procedure hebben aangevoerd – niet door een deskundige worden beantwoord.
4.6.
Het vorenstaande leidt tot de slotsom dat het verzoek moet worden afgewezen.
4.7.
Voordendag zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Dormac verzoekt een volledige proceskostenveroordeling aan de kant van Voordendag omdat de vorderingen zijn gebaseerd op feiten en omstandigheden waarvan Voordendag de onjuistheid kent of had kunnen weten. De rechtbank is van oordeel dat dit niet is gebleken (zie hiervoor onder 4.4) en ziet daarom geen aanleiding Voordendag te veroordelen in de daadwerkelijke proceskosten. De kosten aan de kant van Dormac worden begroot op:
  • griffierecht € 667,00
  • salaris advocaat
totaal € 1.793,00
De kostenveroordeling zal, zoals gevorderd, uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst het verzoek af,
5.2.
veroordeelt Voordendag in de proceskosten aan de kant van Dormac, tot op heden begroot op € 1.793,00,
5.3.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. S.M. Auwerda en in het openbaar uitgesproken op 23 september 2021. [1]

Voetnoten

1.type: DdD