In deze zaak heeft [eiseres], een maatschap die financiële, administratieve en belastingtechnische werkzaamheden verricht, een vordering ingesteld tegen Autobedrijf Garant B.V. wegens openstaande declaraties voor het jaar 2017. De vordering is ingesteld op 14 oktober 2020 en betreft een bedrag van € 11.698,28 exclusief rente. Garant heeft de vordering betwist en een tegenvordering ingesteld voor schadevergoeding en gemaakte kosten, die samen oplopen tot € 249.858,82. De kantonrechter heeft op 14 oktober 2021 uitspraak gedaan.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de openstaande declaraties voor 2017 onbetaald zijn gebleven en dat de werkzaamheden die [eiseres] heeft verricht binnen de begroting vallen die eerder aan Garant is voorgelegd. Het beroep van Garant op verrekening met voorschotten uit 2016 is afgewezen, omdat deze voorschotten al waren verrekend met eerdere werkzaamheden. De kantonrechter heeft de vordering van [eiseres] tot betaling van de openstaande declaraties toegewezen, evenals de gevorderde rente en buitengerechtelijke incassokosten.
De tegenvordering van Garant is afgewezen, omdat deze onvoldoende onderbouwd was. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er geen sprake was van wanprestatie van [eiseres] en dat de vordering tot schadevergoeding niet kon worden toegewezen. De proceskosten zijn voor rekening van Garant, omdat zij ongelijk heeft gekregen in deze procedure.