ECLI:NL:RBNHO:2021:85

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
13 januari 2021
Publicatiedatum
6 januari 2021
Zaaknummer
8726273 CV EXPL 20-4326
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van openstaande facturen voor vervoerswerkzaamheden

In deze zaak heeft RKN Movers B.V. (hierna: RKN) een vordering ingesteld tegen BB Keuken Groep B.V. (hierna: Kvik) wegens onbetaalde facturen voor transportwerkzaamheden die RKN in 2019 in opdracht van Kvik heeft verricht. De vordering is ingesteld bij dagvaarding op 19 augustus 2020, waarna Kvik schriftelijk heeft geantwoord. RKN heeft hierop gereageerd en Kvik heeft een aanvullende schriftelijke reactie gegeven. RKN vordert een bedrag van EUR 1.753,46, vermeerderd met rente en kosten, omdat Kvik enkele facturen niet heeft betaald.

Kvik betwist de vordering gedeeltelijk en stelt dat zij de gemachtigde van RKN herhaaldelijk heeft gevraagd om de facturen en aanmaningen te sturen, maar deze pas ontving na de dagvaarding. Kvik heeft op 20 oktober 2020 een deel van de openstaande facturen betaald en is van mening dat zij geen incassokosten en rente verschuldigd is. De kantonrechter heeft vastgesteld dat RKN vier facturen ter incasso heeft gegeven aan gerechtsdeurwaarder O.J. Boeder. Kvik heeft erkend dat de facturen waarvoor RKN betaling vraagt nog openstaan.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat Kvik de vordering van RKN moet voldoen, omdat Kvik zelf heeft aangegeven dat de vordering klopt. De kantonrechter heeft Kvik veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met de wettelijke handelsrente en de proceskosten, omdat Kvik ongelijk heeft gekregen. De proceskosten zijn vastgesteld op een totaalbedrag van € 946,99, inclusief dagvaarding, griffierecht en salaris van de gemachtigde. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de vordering voor het overige is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 8726273 CV EXPL 20-4326
Uitspraakdatum: 13 januari 2021
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
RKN Movers B.V.,
gevestigd te Nieuw-Vennep
eiseres
verder te noemen: RKN
gemachtigde: gerechtsdeurwaarder mr. O.J. Boeder
tegen
BB Keuken Groep B.V., h.o.d.n. Kvik Amsterdam Villa Arena
gevestigd te Opperdoes
gedaagde
verder te noemen: Kvik
verschenen bij R.G. Beekman.

1.Het procesverloop

1.1.
RKN heeft bij dagvaarding van 19 augustus 2020 een vordering tegen Kvik ingesteld. Kvik heeft schriftelijk geantwoord. RKN heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna Kvik nog een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
RKN heeft in 2019 in opdracht van Kvik transportwerkzaamheden verricht.

3.De vordering

3.1.
RKN vordert dat de kantonrechter Kvik veroordeelt tot betaling van EUR 1.753,46, vermeerderd met rente en kosten.
3.2.
RKN legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat zij transportwerkzaamheden heeft verricht in opdracht van Kvik. Kvik heeft volgens RKN enkele facturen die zij daarvoor heeft gestuurd niet betaald.

4.Het verweer

4.1.
Kvik betwist de vordering (gedeeltelijk). Zij voert aan – samengevat – dat zij de gemachtigde van RKN bij herhaling heeft gevraagd om haar de facturen en de aanmaningen waar het om ging te sturen, net als de opdrachten van Kvik waarvoor die facturen werden verstuurd. Die kwamen pas toen Kvik werd gedagvaard. Op 20 oktober 2020 heeft Kvik vervolgens de openstaande facturen betaald. Zij vindt dat ze de incassokosten en de rente niet hoeft te betalen.

5.De beoordeling

5.1.
RKN heeft vier facturen aan gerechtsdeurwaarder Boeder ter incasso gegeven. Het betreft facturen voor vervoerswerkzaamheden die RKN heeft verricht in de periode net voordat de bedrijfsactiviteiten van Kvik werden beëindigd. De deurwaarder heeft Kvik daarover aangeschreven. Nadien bleek dat Kvik een van deze facturen al had betaald en een tweede factuur eveneens, met uitzondering van een bedrag van EUR 18,-. Kvik heeft bij de gemachtigde gevraagd om de vordering te verduidelijken. Die gegevens heeft Kvik bij de dagvaarding gekregen. Op basis van die gegevens heeft Kvik erkend dat de facturen waarvan RKN nu betaling vraagt nog open staan.
5.2.
Daarom zal de door RKN gevorderde betaling van haar nog openstaande facturen worden toegewezen. Kvik zegt immers zelf dat deze vordering klopt. In haar laatste schriftelijke reactie zegt zij zelfs dat zij de vordering al heeft betaald. Zij heeft een kopie van een betaalopdracht aan de bank voor EUR 1.408,02 bij deze laatste schriftelijke reactie gevoegd. RKN heeft hierop niet meer kunnen reageren. De kantonrechter kan niet controleren of het bedrag door RKN is ontvangen. Daarom zal het bedrag toch worden toegewezen. Als partijen later vaststellen dat bedoeld bedrag al is betaald, dan strekt die betaling in mindering op de veroordeling die hierna volgt.
5.3.
Kvik heeft verder aangevoerd dat zij de door RKN gevorderde incassokosten en rente niet hoeft te betalen. Dat verweer gaat niet op. Kvik heeft niet tegengesproken dat tussen partijen sprake is van een handelsovereenkomst. Bij een handelsovereenkomst geldt dat Kvik de wettelijke handelsrente moet betalen vanaf het moment dat de betalingstermijn van de factuur is verstreken. Nu geen betalingstermijn is gesteld of (uit de facturen) is gebleken geldt een termijn vanaf 30 dagen na ontvangst van de facturen. Vanaf dat moment zijn ook buitengerechtelijke kosten verschuldigd. RKN zegt dat zij de facturen met e-mail aan Kvik heeft gestuurd op 5 februari 2019, 23 april 2019, 3 mei 2019 en 21 mei 2019, steeds naar hetzelfde e-mailadres. Kvik heeft een van de facturen helemaal en een tweede grotendeels betaald. Dat Kvik de andere facturen niet heeft ontvangen is daarom niet aannemelijk. Kvik kan zich er verder niet op beroepen dat RKN en/of haar gemachtigde in de communicatie met Kvik niet steeds helemaal duidelijk is geweest. Het was de verplichting van Kvik zelf om na ontvangst van de facturen de betalingstermijn in de gaten te houden en ze op tijd te betalen.
5.4.
De conclusie is dat de kantonrechter de vordering van RKN zal toewijzen.
5.5.
De proceskosten komen voor rekening van Kvik, omdat zij ongelijk krijgt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt Kvik tot betaling aan RKN van EUR 1.753,46, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over EUR 1.408,02 vanaf 19 augustus 2020 tot aan de dag van de gehele betaling;
6.2.
veroordeelt Kvik tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van RKN tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 87,99
griffierecht € 499,00
salaris gemachtigde € 360,00 ;
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Flipse en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter