ECLI:NL:RBNHO:2021:8951

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
25 augustus 2021
Publicatiedatum
14 oktober 2021
Zaaknummer
9307487
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van huurwoning op basis van niet-bewoning en tekortkomingen huurder

In deze zaak heeft de stichting Pré Wonen, gevestigd te Velserbroek, een kort geding aangespannen tegen een gedaagde die volgens de Basisregistratie Personen woont op een onbekende woonplaats. Pré Wonen heeft de gedaagde op 13 juli 2021 gedagvaard, waarna de mondelinge behandeling op 18 augustus 2021 heeft plaatsgevonden. De gedaagde is niet verschenen, ondanks een behoorlijke oproeping, en er is verstek verleend. Pré Wonen vordert ontruiming van de woning, omdat de gedaagde zich niet als een goed huurder gedraagt en volgens Pré Wonen niet in de woning woont. De kantonrechter heeft de vordering tot ontruiming toegewezen, omdat er sprake is van een spoedeisend belang en de vordering niet onrechtmatig of ongegrond is. De kantonrechter heeft de dwangsom gematigd tot € 100,00 per dag, met een maximum van € 10.000,00, en de proceskosten zijn voor rekening van de gedaagde. De gedaagde moet binnen 14 dagen na betekening van het vonnis de woning verlaten, op straffe van een dwangsom. Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper en openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 9307487 \ VV EXPL 21-100
Uitspraakdatum: 25 augustus 2021
Vonnis van de kantonrechter in kort geding in de zaak van:
de stichting
Stichting Pré Wonen
gevestigd te Velserbroek
eiseres
verder te noemen: Pré Wonen
gemachtigde: mr. E.M. de Bie
tegen
[gedaagde]
volgens de Basisregistratie Personen wonende te [woonplaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
niet verschenen

1.Het procesverloop

1.1.
Pré Wonen heeft [gedaagde] op 13 juli 2021 gedagvaard.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 18 augustus 2021. [gedaagde] is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. Tegen [gedaagde] is verstek verleend.
1.3.
De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat Pré Wonen ter toelichting van haar standpunt naar voren heeft gebracht.

2.De beoordeling

2.1.
Pré Wonen vordert – na vermindering van eis – dat de kantonrechter bij wijze van voorlopige voorziening [gedaagde] veroordeelt tot (kort gezegd) ontruiming van de woning aan de [adres] onder verbeurte van een dwangsom.
2.2.
Pré Wonen legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat [gedaagde] zich niet als een goed huurder gedraagt. Volgens Pré Wonen woont [gedaagde] niet in de woning. Hij komt slechts incidenteel langs en voert geen (klein) onderhoud aan de woning uit, waardoor de woning verloedert. Het niet hebben van het hoofdverblijf in een schaarse, sociale huurwoning is een tekortkoming die ontruiming rechtvaardigt, aldus Pré Wonen.
2.3.
De kantonrechter zal de vordering tot ontruiming van het gehuurde toewijzen nu Pré Wonen hierbij een spoedeisend belang heeft en de vordering de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt. De gevorderde dwangsom zal worden gematigd tot € 100,00 per dag en gemaximeerd tot € 10.000,00. [gedaagde] kan ervoor zorgen dat hij deze dwangsom niet verschuldigd zal zijn, door zelf tijdig te ontruimen.
2.4.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde] omdat hij ongelijk krijgt. Daarbij wordt [gedaagde] ook veroordeeld tot betaling van € 124,00 aan nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door Pré Wonen worden gemaakt.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde] om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis de woning aan [adres] met alle aan hem toebehorende aanwezige goederen en personen te verlaten, en met overgifte van de sleutels en al hetgeen tot het gehuurde behoort ter vrije en algehele beschikking van Pré Wonen te stellen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100,00 voor elke dag of gedeelte daarvan dat [gedaagde] hiermee in gebreke blijft, tot een maximum van € 10.000,00;
3.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Pré Wonen tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 138,70
griffierecht € 126,00
salaris gemachtigde € 480,00 ;
3.3.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van € 124,00 aan nakosten, voor zover Pré Wonen daadwerkelijk nakosten zal maken;
3.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.5.
wijst de gevorderde voorziening voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter