Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
2.MR. H.J. DE JONG Q.Q. in zijn hoedanigheid van notaris te Schagen,
1.De procedure
- de dagvaarding van 24 februari 2021 met producties,
- de conclusie van antwoord met producties van [gedaagde 1] ,
- de conclusie van antwoord met producties van De Jong,
- het tussenvonnis van 12 mei 2021,
- de akte met producties van SMWN,
- de mondelinge behandeling van 3 september 2021 en de daarbij overgelegde spreekaantekeningen van mr. Van Wassenaer.
2.De zaak in het kort
3.Feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling
3.540,00(2,0 punten × tarief € 1.770,00)
het visrecht in de Ringvaart’ en dus niet dat [gedaagde 1] eigenaar was van een
ambachtsheerlijkvisrecht. Ook overigens is er geen enkel bewijsmateriaal aangeleverd voor deze stelling van [gedaagde 1] . Er is dan ook geen aanknopingspunt om aan te nemen dat [gedaagde 1] een ambachtsheerlijk visrecht heeft overgedragen aan SMWN.
“dat dit visrecht bestaat en dat er geen overdrachtsbeperkingen gelden, dat hij namens verkoper daarover kan beschikken (…)”. [gedaagde 1] heeft daarmee een onvoorwaardelijke garantie gegeven. De stelling van [gedaagde 1] dat de onderzoeksplicht van SMWN een voorwaarde was bij de verkoop is nergens vastgelegd en is ook niet aannemelijk gelet op gegeven de hiervoor genoemde garantie.