Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 14 september 2021, met producties 1-10;
- een brief van 28 september 2021 van mr. Gardeslen voornoemd, met een aanvullende productie (productie 11);
- een brief van 30 september 2021 van mr. Gardeslen, met twee aanvullende producties (producties 12 en 13);
- een brief van 30 september 2021 van mr. Maasdam voornoemd, met producties 1-12;
- de mondelinge behandeling, die heeft plaatsgevonden op 4 oktober 2021;
- de pleitnota van [eiser] ;
- de pleitnota van [gedaagde] .
2.De feiten
7 oktober 2020 is het volgende van belang:
1.1. Benoeming executeurIk benoem mijn dochter, mevrouw [gedaagde] , (…), tot executeur (…)
2.TakenDe executeur heeft tot taak de goederen van de nalatenschap te beheren, de vorderingen te innen en de schulden van de nalatenschap te voldoen die tijdens zijn beheer uit die goederen behoren te worden voldaan.De executeur is daarom, voor zover van toepassing, onder meer bevoegd de legaten af te geven, de erfbelasting te betalen en de overige schulden van de nalatenschap te voldoen.(…)
3.BoedelbeschrijvingDe executeur is verplicht met bekwame spoed, zo mogelijk binnen zes (6) maanden, na mijn overlijden ten behoeve van mijn erfgenamen een boedelbeschrijving met inbegrip van een voorlopige staat van schulden van de nalatenschap op te maken. (…)
8.LoonDe executeur heeft voor zijn werkzaamheden geen recht op loon.
3.Het geschil
€ 85.395,90 vermeerderd met de testamentair vastgelegde rente van 7% per jaar vanaf
21 augustus 2021 aan [eiser] te voldoen binnen twee dagen na betekening van dit vonnis, bij gebreke waarvan dit vonnis in de plaats treedt van de medewerking van [gedaagde] om als executeur genoemd bedrag uit de boedel van erflaatster aan [eiser] uit te keren, met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van deze procedure.
Ter zitting is namens [eiser] aangegeven dat hij blijkens de boedelbeschrijving van erflaatster, zoals die recentelijk is aangepast door [gedaagde] , ter zake van de erfenis van erflater in ieder geval recht heeft op een bedrag van € 51.136,-. Dit bedrag vordert hij subsidiair van [gedaagde] .
28 juli 2021 volgt dat de boedel voldoende gelden (saldi spaarrekeningen) bevat om de vordering van [eiser] te voldoen. Door niet tot uitkering over te gaan, verzaakt [gedaagde] haar wettelijk en testamentair opgedragen taken om als executeur de schulden van de nalatenschap te voldoen. Aangezien [gedaagde] ook andere taken en verplichtingen verzaakt, heeft [eiser] verzocht om haar ontslag als executeur. Nu [gedaagde] nauwelijks reageert op sommaties, terwijl zij geen zwaarwegende belangen tegen het uitkeren van de opeisbare vordering van [eiser] kan hebben, heeft [eiser] recht en een spoedeisend belang bij het door hem gevorderde.
4.De beoordeling
In het testament van erflaatster is aan de executeur ook een termijn van zes maanden gegund om een boedelbeschrijving op te stellen. Deze termijn is nog niet voorbij.
mr. Gardeslen aangegeven dat deze zaak niet zo spoedeisend is dat hij de vier weken durende vakantie van mr. Maasdam niet kon afwachten. Uit al het voorgaande volgt dat niet is gebleken dat van [eiser] niet kan worden gevergd de beslissing in een eventuele bodemprocedure af te wachten. Bezien tegen die achtergrond is een ordemaatregel niet op zijn plaats. Daarbij wordt nog opgemerkt dat de rente over het erfdeel van [eiser] in de nalatenschap van erflater doorloopt, zodat hij niet wordt benadeeld doordat dit erfdeel nog niet is uitgekeerd.
€ 1.016,-