ECLI:NL:RBNHO:2021:9159
Rechtbank Noord-Holland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot voortzetting huur en toewijzing ontruiming wegens ontbreken huisvestingsvergunning
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 20 oktober 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser] en Stichting Pré Wonen. [Eiser] verzocht om voortzetting van de huur van een sociale huurwoning na het overlijden van zijn moeder, die de woning huurde. Pré Wonen heeft dit verzoek afgewezen, omdat [eiser] niet over de vereiste huisvestingsvergunning beschikte. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [eiser] niet voldoet aan de voorwaarden van artikel 7:268 BW, dat vereist dat de huurder een huisvestingsvergunning moet hebben om de huur voort te zetten. Ondanks dat [eiser] een aanvraag voor een huisvestingsvergunning had ingediend, was deze nog niet goedgekeurd. De kantonrechter heeft de vordering van [eiser] tot voortzetting van de huur afgewezen en de tegenvordering van Pré Wonen tot ontruiming van de woning toegewezen. De rechter oordeelde dat [eiser] zonder recht of titel in de woning verbleef, aangezien de huurovereenkomst niet meer geldig was. De kantonrechter heeft ook de proceskosten voor beide partijen vastgesteld, waarbij [eiser] de kosten moest dragen omdat hij ongelijk kreeg. De uitspraak benadrukt het belang van het voldoen aan de wettelijke vereisten voor het voortzetten van een huurovereenkomst, met name in het geval van sociale huurwoningen.