ECLI:NL:RBNHO:2021:9180

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
13 augustus 2021
Publicatiedatum
20 oktober 2021
Zaaknummer
9317552
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verstek
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van huurwoning wegens tekortkomingen huurder in hoofdverblijf en medewerking aan onderhoud

In deze zaak heeft de stichting Woningbedrijf Velsen een kort geding aangespannen tegen een gedaagde die sinds 14 december 2015 een sociale huurwoning huurt. De huurder heeft zijn hoofdverblijf niet in de woning en weigert medewerking te verlenen aan noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden. Woningbedrijf Velsen heeft de huurder op 9 juli 2021 gedagvaard, waarna de mondelinge behandeling op 9 augustus 2021 plaatsvond. De gedaagde is niet verschenen, ondanks dat hij behoorlijk was opgeroepen, en er is verstek verleend.

Woningbedrijf Velsen heeft in de procedure aangevoerd dat de huurder op grond van de huurvoorwaarden verplicht is zijn hoofdverblijf in de woning te houden en medewerking te verlenen aan dringende werkzaamheden. De huurder had op 14 augustus 2020 een akkoordverklaring getekend voor verduurzamingsmaatregelen en onderhoud, maar heeft sindsdien niet meer in de woning verbleven. De kantonrechter heeft geoordeeld dat het niet houden van hoofdverblijf in de sociale huurwoning een tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst oplevert, wat ontbinding rechtvaardigt.

De kantonrechter heeft de primaire vordering van Woningbedrijf Velsen toegewezen en de gedaagde veroordeeld om binnen drie dagen na betekening van het vonnis de woning te ontruimen en te verlaten. Tevens is de gedaagde veroordeeld tot betaling van de proceskosten, omdat hij ongelijk heeft gekregen. Dit vonnis is uitgesproken door mr. J.J. Dijk en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 9317552 \ VV EXPL 21-103
Uitspraakdatum: 13 augustus 2021
Vonnis van de kantonrechter in kort geding in de zaak van:
de stichting
Stichting Woningbedrijf Velsen
statutair gevestigd en kantoorhoudende te IJmuiden
eiseres
verder te noemen: Woningbedrijf Velsen
gemachtigde: mr. M. van den Oord
tegen
[gedaagde]
thans zonder bekende woon- of verblijfplaats
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
niet verschenen

1.Het procesverloop

1.1.
Woningbedrijf Velsen heeft [gedaagde] op 9 juli 2021 gedagvaard.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 9 augustus 2021. [gedaagde] is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. Tegen [gedaagde] is verstek verleend.
1.3.
De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat Woningbedrijf Velsen ter toelichting van haar standpunt naar voren heeft gebracht.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] huurt sinds 14 december 2015 de woning aan [adres] (hierna: de woning) van Woningbedrijf Velsen. Het betreft een sociale huurwoning.
2.2.
In artikel 6.4 van de algemene huurvoorwaarden staat:
Huurder zal het gehuurde gedurende de huurtijd zelf als woonruimte voor hem en leden van zijn huishouden bewonen en er zijn hoofdverblijf hebben.In artikel 8 van de algemene huurvoorwaarden staat:
Huurder zal alle dringende werkzaamheden aan het gehuurde of aangrenzende woningen, als ook aan de centrale voorzieningen daarvan toestaan.
2.3.
Per brief d.d. 2 juni 2020 heeft Woningbedrijf Velsen aan [gedaagde] aangekondigd dat zij in de woning verduurzamingsmaatregelen en planmatig onderhoud willen gaan uitvoeren.
2.4.
Op 14 augustus 2020 heeft [gedaagde] een akkoordverklaring getekend voor het uitvoeren van de energiebesparende maatregelen en de onderhoudswerkzaamheden.
2.5.
Per e-mail d.d. 22 juni 2021 heeft aannemer De Toekomstgroep het volgende – voor zover hier relevant – aan Woningbedrijf Velsen geschreven:
(…) Van af januari 2021 was de warme opname van [adres] daardoor ik heb van af die tijd 2 wekelijks als ik in de straat liep heb ik aangebeld om te kijken of hij thuis was maar helaas niemand. (…) De boven buurman kwam weeks daarna naar de keet om te melden dat hij waarschijnlijk in het buiten land zit maar dat hij i.v.m. Corona niet terug kon komen.Ik ben daarna nog meerdere malen langs geweest en heb briefjes in de volle brievenbus gedaan met de vraag of hij contact met mij op kan nemen, en ook eentje onder de deur door.Ik heb 14-6 heb ik ook nog een bericht naar zijn telefoonnummer gestuurd die op het akkoord verklaring staat. Helaas tot op heden geen gehoor meer.
2.6.
Per e-mail d.d. 22 juni 2021 heeft Woningbedrijf Velsen aan [gedaagde] gevraagd of hij zo spoedig mogelijk contact kon opnemen in verband met de uit te voeren werkzaamheden aan de woning.
2.7.
Per e-mail en brief d.d. 28 juni 2021 heeft Woningbedrijf Velsen aan [gedaagde] geschreven dat hij sinds 14 augustus 2020 niet meer gezien is bij de woning en dat hij niet reageert op brieven en berichten, dat zijn brievenbus overvol is, dat de politie inmiddels geconstateerd heeft dat hij langdurig afwezig is en dat hij geen verblijfsvergunning meer heeft. Woningbedrijf Velsen heeft verder een huuropzeggingsformulier bijgevoegd waarmee [gedaagde] door ondertekening ervan deze procedure kon voorkomen.
2.8.
Per e-mail d.d. 5 juli 2021 heeft de gemachtigde van Woningbedrijf Velsen aan [gedaagde] laten weten dat er een kortgeding zitting op 9 augustus 2021 zal plaatsvinden. Bij de e-mail is de conceptdagvaarding als bijlage meegestuurd. Ook per sms is [gedaagde] door Woningbedrijf Velsen op de hoogte gesteld van de zitting.

3.De beoordeling

3.1.
Woningbedrijf Velsen vordert dat de kantonrechter bij wijze van voorlopige voorziening [gedaagde] primair veroordeelt om binnen drie dagen na betekening van het vonnis de woning te ontruimen en te verlaten en dit pand ter vrije beschikking van Woningbedrijf Velsen te stellen en subsidiair Woningbedrijf Velsen machtigt om de werkzaamheden aan de woning uit te (laten) voeren alsmede de woning voorafgaand aan de werkzaamheden op te nemen dan wel [gedaagde] veroordeelt de werkzaamheden aan de woning toe te laten, te gedogen en daaraan de nodige medewerking te verlenen met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten inclusief de nakosten.
3.2.
Woningbedrijf Velsen legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat [gedaagde] op grond van de algemene huurvoorwaarden gehouden is zijn hoofdverblijf in de woning te houden en medewerking te verlenen aan (dringende) werkzaamheden. [gedaagde] is op 14 augustus 2020 akkoord gegaan met de uitvoering van de werkzaamheden maar houdt sindsdien niet langer zijn hoofdverblijf in de woning. Het niet houden van hoofdverblijf in een sociale huurwoning kwalificeert als tekortkoming in de nakoming van de verplichtingen op grond van de huurovereenkomst die ontbinding rechtvaardigt. Daarnaast handelt [gedaagde] in strijd met de wet (artikel 7:220 BW) en de algemene huurvoorwaarden door in de weg te staan aan uitvoering van de werkzaamheden. Dit levert ook een tekortkoming op die ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt.
3.3.
De kantonrechter zal de primaire vordering toewijzen, nu deze naar haar aard spoedeisend is en niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt.
3.4.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde] , omdat hij ongelijk krijgt. Daarbij wordt [gedaagde] ook veroordeeld tot betaling van nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door Woningbedrijf Velsen worden gemaakt.

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
veroordeelt [gedaagde] om binnen drie dagen na betekening van dit vonnis de woning staande
en gelegen aan het adres [adres] te ontruimen en te verlaten met al hetgeen van hem is en al de personen die zijdens hem in voormeld pand verblijven en dit pand ter vrije beschikking van Woningbedrijf Velsen te stellen;
4.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van
Woningbedrijf Velsen tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 98,52
griffierecht € 126,00
salaris gemachtigde € 498,00;
4.3.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van € 93,50 aan nasalaris, voor zover daadwerkelijk
nakosten door Woningbedrijf Velsen worden gemaakt;
4.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr J.J. Dijk en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter