Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
als door de onderneming worden opgezegd tegen het einde van een kalenderjaar, met een opzegtermijn van ten minste 12 maanden. (…)’
3.Het verzoek
4.Het verweer en het tegenverzoek
5.De beoordeling
ondernemerde instemming van de ondernemingsraad behoeft voor elk
door hemvoorgenomen besluit tot vaststelling, wijziging of intrekking van regelingen op grond van een pensioenovereenkomst. Op grond van 27 lid 7 WOR worden hieronder ook verstaan regelingen opgenomen in een uitvoeringsovereenkomst die van invloed zijn op de pensioenovereenkomst. Tussen partijen is niet in geschil dat de OR in ieder geval een instemmingsrecht heeft als de ondernemer de uitvoeringsovereenkomst op wil zeggen. Vaststaat dat SPFN de uitvoeringsovereenkomst heeft opgezegd en dat SPFN niet beschouwd kan worden als ‘de ondernemer’ in de zin van artikel 27 lid 1 aanhef WOR.
van de ondernemerdat leidt tot een exit bij een pensioenfonds, zodat dit artikel geen bevestiging van het standpunt van de OR inhoudt. Het inlezen in artikel 27 WOR van een instemmingsrecht van de OR bij het nemen van een besluit door het pensioenfonds gaat naar het oordeel van de kantonrechter te ver. Ook in de wetsgeschiedenis heeft de kantonrechter geen aanknopingspunten kunnen vinden voor het standpunt van de OR.