Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 8 november 2021 op het verzet van
[X], te [Z], opposante.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
N. Joacim, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
Rechtbank Noord-Holland
Op 8 november 2021 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een verzetzaak van opposante [X] tegen de niet-ontvankelijk verklaring van haar beroep door de rechtbank. De rechtbank had eerder op 30 juli 2021, na een uitspraak zonder zitting, het beroep van opposante niet-ontvankelijk verklaard omdat zij het verschuldigde griffierecht niet had voldaan. Opposante vond het onterecht dat zij € 49 moest betalen voor de behandeling van een zaak met een geldelijk belang van slechts € 30. De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat iedereen die beroep instelt, ongeacht het geschil, op grond van artikel 8:41, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) griffierecht moet betalen. Dit is noodzakelijk omdat aan de behandeling van een procedure kosten zijn verbonden.
In de verzetzaak beoordeelt de rechtbank of de eerdere uitspraak terecht was. De rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is om anders te oordelen dan in de eerdere uitspraak. De verzetsrechter wijst erop dat opposante is gewezen op de gevolgen van het niet tijdig betalen van het griffierecht, en dat zij het risico loopt dat haar beroepschrift niet-inhoudelijk wordt behandeld. De rechtbank verklaart het verzet ongegrond, waardoor de eerdere uitspraak in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.