Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[gedaagde 1],
[gedaagde 2],
[gedaagde 3],
1.De procedure
2.De zaak in het kort
4.Het geschil
in conventie
5.De beoordeling
Door [eiser] is ook geen begin van bewijs geleverd van zijn stelling dat moeder niet in staat was om tot verkoop en levering van de woning over te gaan. Daarvoor is in de eerste plaats van belang dat sprake is van een notariële akte en dat de notaris geacht moet worden te hebben vastgesteld dat moeder wilsbekwaam was tot het verrichten van de rechtshandelingen. Mede van belang is dat uit de akte van levering volgt dat een beëdigd tolk de akte voor moeder vertaald heeft, omdat zij de Nederlandse taal onvoldoende machtig is. De enkele stelling dat moeder niet kon lezen en schrijven is dan ook volstrekt onvoldoende voor de conclusie dat moeder de akte niet heeft begrepen. Omdat [eiser] ook onvoldoende concrete stellingen heeft ingenomen die kunnen leiden tot het oordeel dat ten aanzien van de schenking sprake is van een misbruik van omstandigheden, wordt aan bewijslevering niet toegekomen.
6.De beslissing
7 december 2022voor uitlating door [gedaagde 1], [gedaagde 2] en [gedaagde 3] of zij bewijs willen leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en / of door een ander bewijsmiddel,
bewijsstukkenwillen overleggen, die stukken direct in het geding moeten brengen,
getuigenwillen laten horen, de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden januari tot en met maart 2023 direct moeten opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
alle partijenuiterlijk tien dagen voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,