Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de uitgebrachte dagvaarding van 11 oktober 2022 met in totaal 14 producties
- de akte aanvulling / wijziging van eis van de man
- de eis in reconventie met in totaal 16 producties
- de mondelinge behandeling van 8 november 2022
- de pleitnota van de man
- de pleitnota van de vrouw.
- de man
- mr. Silven voornoemd
- de vrouw
- mr. Hoff voornoemd.
2.De feiten
6.Beslissing
3.Het geschil in conventie
4.Het geschil in reconventie
5.De beoordeling
in conventie en in reconventie
alsnog de gelegenheid dient te krijgen de toedeling van de voormalig echtelijke woning aan haar en het ontslag van de man uit zijn hoofdelijke aansprakelijkheid voor de bestaande hypothecaire regeling bij de ING bank te regelen” en heeft haar daartoe een termijn van drie maanden gegeven om “
een passende financiering rond te krijgen om de echtelijke woning over te nemen tegen de getaxeerde waarde van € 345.000, in die zin dat de financiering haar in staat moet stellen de op de woning rustende hypothecaire geldleningen over te nemen; en daarbij ervoor te zorgen dat de man uit de hoofdelijke aansprakelijkheid zal worden ontslagen”.
in de periode van drie maanden […] ook de levering van de woning aan de vrouw [dient] te zijn gerealiseerd”.
fataletermijn betreft, en niet slechts een ‘termijn van orde’, zoals de vrouw ter zitting heeft betoogd. Het hof heeft in r.o. 6.7 van zijn beschikking (zie hierboven in 2.3) immers met zoveel woorden overwogen: “
De vrouw dient zich dus te realiseren dat, mocht zij deze termijn laten verstrijken, het gevolg zal zijn dat tot verkoop van de woning aan een derde tegen de dan geldende marktprijs dient te worden overgegaan, zoals bepaald in de bestreden beschikking”. Daarmee heeft het hof aan de werking van de veroordeling tot toedeling van de woning aan de vrouw een (opschortende) voorwaarde als bedoeld in artikel 22 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek (BW) verbonden, te weten dat zij tijdig - vóór het verstrijken van de termijn, dus uiterlijk op 31 augustus 2022 - de toedeling van de woning en het ontslag van de man uit diens hoofdelijke aansprakelijkheid diende te ‘regelen’. Dat is niet gebeurd.
Wanneer de partij die bij de niet-vervulling belang had, de vervulling heeft belet, geldt de voorwaarde als vervuld, indien redelijkheid en billijkheid dit verlangen”. Onder ‘beletten’ in de zin van dit artikel moet tevens worden verstaan de situatie waarin de vervulling van de voorwaarde – in casu: het tijdig door de vrouw (kunnen) ‘regelen’ van een passende financiering – uitblijft als gevolg van omstandigheden die aan de man moeten worden toegerekend.
nietdoor de vrouw wordt overgenomen maar aan een derde zou worden verkocht, dient dat laatste immers te gescheiden tegen ‘de alsdan geldende marktprijs’, welke – gelet op de ontwikkelingen op de huizenmarkt sinds de echtscheidingsbeschikking – (aanzienlijk) hoger is dan de waarde waartegen de woning aan de vrouw bij tijdig verkregen financiering aan de vrouw moet worden toescheiden.