ECLI:NL:RBNHO:2022:10304

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
17 november 2022
Publicatiedatum
21 november 2022
Zaaknummer
10125823
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van het concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst en belangenafweging tussen werknemer en werkgever

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 17 november 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een werknemer, aangeduid als [eiseres], en haar werkgever, Magnaversum BI Services B.V. [eiseres] had haar arbeidsovereenkomst opgezegd en wilde bij een andere werkgever, [bedrijf], in dienst treden. Magnaversum stelde dat dit in strijd was met een concurrentiebeding in de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter oordeelde dat het concurrentiebeding niet kon worden gehandhaafd, omdat [eiseres] door het beding onbillijk werd benadeeld in verhouding tot het te beschermen belang van Magnaversum. De rechter overwoog dat [eiseres] slechts kort bij Magnaversum had gewerkt en geen toegang had gehad tot vertrouwelijke informatie die een concurrentievoordeel zou kunnen opleveren voor [bedrijf]. Bovendien was het belang van [eiseres] bij een overstap naar [bedrijf] aanzienlijk, zowel qua ontwikkelmogelijkheden als financieel. De kantonrechter schorste het concurrentiebeding en wees de tegenvordering van Magnaversum af, waarbij de proceskosten voor rekening van Magnaversum kwamen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10125823 \ VV EXPL 22-130 (NK)
Uitspraakdatum: 17 november 2022
Vonnis van de kantonrechter in kort geding in de zaak van:
[eiseres]
wonende te [plaats]
eiseres
verder te noemen: [eiseres]
gemachtigde: mr. M.E. Haaijer
tegen
de besloten vennootschap
Magnaversum BI Services B.V.
gevestigd te Hoofddorp
gedaagde
verder te noemen: Magnaversum
gemachtigde: mr. D.S. Peperkoorn
De zaak in het kort
De werknemer heeft ontslag genomen om bij een andere werkgever in dienst te treden. De kantonrechter is met de werkgever eens dat hiermee het concurrentiebeding wordt overtreden, omdat het bedrijf van de nieuwe werkgever ‘
the same, similar or related’is aan dat van de werkgever.
De kantonrechter gaat op verzoek van de werknemer over tot schorsing van het beding, omdat voorshands aannemelijk is dat de werknemer hierdoor onbillijk wordt benadeeld. Niet gebleken is dat de werknemer, die maar kort in een trainee/junior-functie bij de werkgever heeft gewerkt, over vertrouwelijke, bedrijfsgevoelige informatie beschikte waarmee de nieuwe werkgever in een gunstigere concurrentiepositie wordt gebracht. Aannemelijk is bovendien dat de nieuwe werkgever al lang over die informatie beschikt. De nieuwe werkgever is immers opgericht door een ex-werknemer van de werkgever en er werken ook al andere oud-collega’s van de werknemer, die allen een meer seniore rol bij de werkgever hadden dan de werknemer. Voor zover de werkgever het concurrentiebeding wil gebruiken om de werknemer aan zich te binden en investeringen terug te verdienen, geldt dat het beding daar niet voor is bedoeld. Eventuele andere belangen van de werkgever worden afdoende beschermd door het relatie- en geheimhoudingsbeding, dat blijft gelden.
De conclusie is dat het belang van werknemer om bij de nieuwe werknemer in dienst te treden (ontwikkelmogelijkheden en financiële stap) zwaarder weegt dan het belang van de werkgever.

1.Het procesverloop

1.1.
[eiseres] heeft Magnaversum op 21 oktober 2022 gedagvaard. Magnaversum heeft schriftelijk geantwoord en daarbij een tegenvordering ingediend.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 3 november 2022. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten, mede aan de hand van pleitaantekeningen, naar voren hebben gebracht.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Feiten

2.1.
[eiseres] , geboren [geboortedatum] , heeft de Engelse nationaliteit. Zij is per juni 2021 in Nederland komen wonen en studeren (Masters in International Relations, conflict en security - specialising into cybersecurity).
2.2.
Op 1 juni 2021 is [eiseres] bij Magnaversum in dienst getreden in de functie van Trainee BI & Analytics Consultant op basis van een arbeidsovereenkomst voor de duur van zes maanden. Haar (start-)salaris bedroeg € 1.685,- bruto per maand exclusief vakantietoeslag voor 40 uur per week. In de arbeidsovereenkomst staat dat [eiseres] tijdens de eerste drie maanden na indiensttreding (doorbetaald) één dag per week aan haar studie mag besteden.
2.3.
Magnaversum is een bedrijf inde business intelligence en dataverwerking branche. In een door Magnaversum overgelegde presentatie worden de activiteiten van Magnaversum als volgt beschreven:
2.4.
In september 2021 heeft [eiseres] haar studie afgerond en is haar functie gewijzigd in de functie van Junior BI & Analytics Consultant tegen een salaris van € 2.200,- bruto per maand.
2.5.
Per 1 december 2021 is de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd verlengd. In arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd staat een geheimhoudingsbeding en het volgende concurrentie- en relatiebeding:
.
Article 13 Non-compete clause
1. Within a period of 24 months after termination of employment, within a radius of 75 kilometres from Hoofddorp, the employee is forbidden to establish, run, co-run or cause to be run, in any form whatsoever, a business that is the same, similar or related to that of the employer, either directly or indirectly, as well as to have a financial interest in such a business, either directly or indirectly, or to be employed in it or for it in any way, either for payment or free of charge, or to have a share of any kind in it
2. 1n case of breach or non-compliance of the provisions in this article, the employer shall impose a penalty on the employee as determined inArticle 16 Penalty clause.
Article 14 Non-relation clause
1. The Employee is prohibited, without the prior written consent of the Employer, for a period of 12 months after the termination of the employment contract as an independent entrepreneur, as an Employee employed by third parties or otherwise, directly or indirectly, from not delivering, or for payment, goods or services similar to or similar to those to which the Employer's company is committed, to those who, at any time during the last three years, immediately preceding the date of termination of the employment contract, such matters or services of the Employer, or to be involved in, have an interest in, be financially interested in the supply of such goods or services to the said third parties during the said period, or to maintain contacts of a commercial nature with those third parties during the said period.
2. In the event of violation or non-compliance with what is stipulated in this article, the Employer will impose a fine on the Employee, as stipulated inArticle 16 Penalty clause.
2.6.
Per 1 maart 2022 is [eiseres] werkzaamheden voor (en bij) de klant Vattenfall gaan verrichten.
2.7.
In mei 2022 heeft Magnaversum [eiseres] het volgende overzicht van openstaande studiekosten gestuurd:
2.8.
Bij brief van 10 augustus 2022 heeft [eiseres] haar arbeidsovereenkomst bij Magnaversum opgezegd per 1 oktober 2022 en heeft zij Magnaversum gevraagd om een lijst met concurrenten.
2.9.
Bij brief van 6 september 2022 heeft Magnaversum de ontslagname aan [eiseres] bevestigd en haar herinnerd aan de postcontractuele bedingen uit de arbeidsovereenkomst, waaronder het concurrentiebeding. Als bijlage is een lijst van concurrenten verstrekt, waarop onder andere [bedrijf] staat.
2.10.
[bedrijf] is op 31 mei 2022 opgericht. Blijkens een overgelegd KvK-uittreksel bestond het bestuur van [bedrijf] op 29 augustus 2022 uit de persoonlijke B.V’s van: mevrouw [betrokkene 1], de heer [betrokkene 2], de heer [betrokkene 3], de heer [betrokkene 4] en de heer [betrokkene 5]. [betrokkene 1], [betrokkene 4] en [betrokkene 5] zijn ex-werknemers van Magnaversum.
2.11.
[bedrijf] houdt zich blijkens het KvK-uittreksel bezig met ‘advisering en ondersteuning op het gebied van informatietechnologie’ en het ‘(doen) leveren van IT-advies en IT-diensten, evenals de ontwikkeling en verkoop van software en IT-systemen’.
2.12.
In een brief van 9 september 2022 heeft [eiseres] aan Magnaversum geschreven dat zij overweegt bij [bedrijf] in dienst te treden en dat (en waarom) [bedrijf] geen concurrent van Magnaversum is. [eiseres] geeft aan dat zij bij [bedrijf] een aanzienlijke stap kan maken in haar ontwikkeling en op financieel gebied en verzoekt Magnaversum het concurrentiebeding te laten vallen.
2.13.
In een brief van 14 september 2022 heeft Magnaversum [eiseres] laten weten dat zij [eiseres] geen toestemming geeft bij [bedrijf] in dienst te treden, omdat zij [bedrijf] als concurrent beschouwt. [eiseres] wordt gevraagd haar standpunt dat [bedrijf] geen concurrent zou zijn, te onderbouwen. Verder is in de brief aanspraak gemaakt op terugbetaling van de openstaande studiekosten (r.o. 2.7).
2.14.
In een brief van 16 september 2022 heeft (de gemachtigde van) [eiseres] toegelicht waarom [bedrijf] volgens haar geen concurrent van Magnaversum is en waarom Magnaversum niets te vrezen heeft van haar indiensttreding bij [bedrijf]. [eiseres] heeft zich ten aanzien van de studiekosten op het standpunt gesteld dat zij niet tot terugbetaling verplicht is.
2.15.
In een brief van 20 september 2022 heeft Magnaversum haar standpunt over de toepasselijkheid van het concurrentiebeding en de studiekosten herhaald, waarna [eiseres] deze procedure is gestart.
2.16.
[eiseres] zou bij [bedrijf] in dienst treden als International Data Analytics Consultant. Zij heeft haar indiensttreding echter uitgesteld in afwachting van deze procedure.

3.De vordering

3.1.
[eiseres] vordert
primairdat de kantonrechter bij wijze van voorlopige voorziening, uitvoerbaar bij voorraad, het concurrentiebeding geheel of gedeeltelijk schorst zodat het [eiseres] is toegestaan haar werkzaamheden voor [bedrijf] aan te vangen en daar in dienst te treden.
Subsidiair, voor het geval het concurrentiebeding niet geheel of gedeeltelijk wordt geschorst, vordert [eiseres] dat de kantonrechter bepaalt dat Magnaversum vanaf 1 oktober 2022 (voor de duur van het concurrentiebeding) gehouden is [eiseres] maandelijks € 4.320,00 bruto te betalen.
3.2.
[eiseres] legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat zij het concurrentiebeding met indiensttreding bij [bedrijf] niet overtreedt, omdat [bedrijf] geen concurrent is. [bedrijf] heeft binnen de business intelligence en dataverwerking branche namelijk een volledig andere focus en is gericht op een heel ander klantsegment dan Magnavesum.
Subsidiair stelt [eiseres] dat het concurrentiebeding geschorst moet worden, omdat in verhouding tot het te beschermen belang van Magnaversum [eiseres] door het beding onbillijk wordt benadeeld.
Meer subsidiair stelt [eiseres] zich op het standpunt dat het concurrentiebeding te ruim is geformuleerd en daarom gematigd moet worden.
Indien het concurrentiebeding niet wordt geschorst, moet zij op grond van artikel 7:653 lid 5 van het Burgerlijk Wetboek (BW) worden gecompenseerd voor het gemis aan inkomen dat zij bij [bedrijf] zou hebben genoten.

4.Het verweer en de tegenvordering

4.1.
Magnaversum betwist de vordering. Zij voert aan – samengevat – dat [bedrijf] wel degelijk een concurrent is. Beide bedrijven houden zich beide bezig met zowel business consultancy als data-engineering voor zover Nederlandse als buitenlandse klanten. De functie die [eiseres] bij [bedrijf] gaat verrichten is ook vergelijkbaar met wat zij bij Magnaversum deed.
Magnaversum betwist dat [eiseres] door het concurrentiebeding onbillijk wordt benadeeld in verhouding tot het te beschermen bedrijfsdebiet van Magnaversum. Volgens Magnaversum beschikt [eiseres] over essentiële informatie over Magnaversum die zij ten behoeve van [bedrijf] kan aanwenden om Magnaversum oneerlijke concurrentie aan te doen.
Matiging van het beding is volgens Magnaversum niet aan de orde, omdat [eiseres] door het beding niet of nauwelijks beperkt wordt bij het vinden van een andere baan.
Om voornoemde redenen is ook een billijke compensatie niet aan de orde.
4.2.
Bij wijze van tegenvordering verzoekt Magnaversum om [eiseres] te veroordelen tot nakoming van het concurrentiebeding op straffe van de overeengekomen en op het beding van toepassing zijnde boete van € 10.000,- per overtreding en € 1.000,- per dag.

5.De beoordeling

de vordering en de tegenvordering
5.1.
De vordering en de tegenvordering lenen zich voor gezamenlijke behandeling.
5.2.
De vordering in kort geding kan alleen worden toegewezen als [eiseres] daarbij een spoedeisend belang heeft. Dat is het geval, nu [eiseres] momenteel geen inkomen heeft doordat zij haar baan bij Magnaversum heeft opgezegd en niet bij [bedrijf] in dienst is getreden vanwege de discussie over het concurrentiebeding.
5.3.
Verder is voor toewijzing van de vordering in dit kort geding vereist dat de feiten en omstandigheden die aan de vordering ten grondslag zijn gelegd, voldoende aannemelijk zijn. Ook moet in voldoende mate waarschijnlijk zijn dat de vordering in een nog te voeren gewone procedure (bodemprocedure) zal worden toegewezen. Voor nader onderzoek naar bepaalde feiten en omstandigheden of voor bewijslevering door bijvoorbeeld getuigen is in dit kort geding geen plaats. Dat moet gebeuren in een eventuele bodemprocedure. De beoordeling in dit kort geding is dan ook niet meer dan een voorlopig oordeel over het geschil tussen partijen.
Magnaversum en [bedrijf] concurrenten – concurrentiebeding van toepassing
5.4.
Niet in geschil is dat tussen partijen een geldig concurrentiebeding is overeengekomen. De vraag die allereerst moet worden beantwoord moet worden is of een indiensttreding van [eiseres] bij [bedrijf] een overtreding van het concurrentiebeding oplevert. De kantonrechter is voorshands van oordeel dat dit het geval is. Daartoe wordt het volgende overwogen.
5.5.
[eiseres] stelt zich op het standpunt dat [bedrijf] geen concurrent is omdat zij binnen de dataverwerkingsbranche een totaal andere focus heeft dan Magnavesum, zich richt op een ander marktsegment en [eiseres] bij [bedrijf] grotendeels andere werkzaamheden gaat verrichten. Het verschil in focus is volgens [eiseres] dat [bedrijf] zich richt op (data-)consultancydiensten, terwijl Magnaversum zich vooral bezig houdt met data-engineering en het leveren van technische oplossingen. Ten aanzien van het marktsegment richt [bedrijf] zich op (internationale) commerciële klanten, terwijl de klanten van Magnaversum vooral (Nederlandse) overheid- en zorginstellingen zijn. Voor wat betreft de functie van [eiseres] geldt dat zij zich bij Magnaversum vooral bezig hield met het technisch onderhouden van data-systemen, terwijl zij bij [bedrijf] business consultancy gerichte activiteiten (vaststellen van de vraag naar data, identificeren van knelpunten in bestaande systemen, organisatieveranderingen, opleidings- en procesbegeleidingstrajecten gericht op het gebied van data) gaat ontplooien.
5.6.
Magnaversum heeft het voorgaande gemotiveerd weersproken.
5.7.
Uit de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting is naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter voldoende aannemelijk geworden dat de activiteiten van [bedrijf] onder het bereik van het concurrentiebeding vallen. De kantonrechter vindt dat met de door Magnaversum overgelegde presentatie (r.o 2.3) en de functie-omschrijving van de functie van BI & Data Analytics consultant bij Magnaversum (productie 7 bij conclusie van antwoord) vooralsnog voldoende vaststaat dat Magnaversum zich ook met business consultancy bezig houdt. Dat [bedrijf] zich – naast business consultancy - ook bezig houdt met data-engineering, leidt de kantonrechter af uit haar doelomschrijving in het KvK-uittreksel (r.o 2.11) en het feit dat [betrokkene 2] ter zitting heeft toegelicht dat [bedrijf], hoewel zij voor de technische werkzaamheden vaak andere partijen inhuurt, zelf ook mensen wil gaan aannemen om bij het technische deel te ondersteunen. Het mag zo zijn dat de nadruk bij [bedrijf] (veel) méér ligt op consultancy en bij Magnaversum op de technische aspecten van data-verwerking, maar dat neemt niet weg dat beide bedrijven actief zijn in de dataverwerkingsbranche en zij allebei werkzaamheden verrichten op het gebied van zowel consultancy als IT. Daarmee exploiteert [bedrijf] wellicht niet eenzelfde bedrijf, maar wel
‘similar or related’aan dat van Magnaversum. Dat [eiseres] (zoals zij heeft gesteld maar na betwisting door Magnaversum niet vast is komen te staan) bij [bedrijf] (deels) een ander takenpakket zal krijgen dan bij Magnaversum, dat Magnaversum vooral overheids- en zorginstellingen als klant heeft en dat [bedrijf] een hoger uurtarief hanteert, doet aan deze conclusie niet af.
5.8.
Gelet op het voorgaande is de kantonrechter voorshands van oordeel dat [eiseres] het concurrentiebeding overtreedt als zij bij [bedrijf] in dienst zou treden.
Onbillijke benadeling [eiseres]
5.9.
De kantonrechter kan het concurrentiebeding geheel of gedeeltelijk schorsen indien voorshands voldoende aannemelijk is dat de bodemrechter het concurrentiebeding op grond van artikel 7:653 lid 3 sub b BW zal vernietigen op de grond dat de werknemer, in verhouding tot het te beschermen belang van de werkgever, door dat beding onbillijk wordt benadeeld. Er dient dus een afweging te worden gemaakt tussen het belang van [eiseres] bij schorsing van het beding en het belang van Magnaversum bij onverkorte handhaving daarvan.
5.10.
Het belang van een werkgever bij een concurrentiebeding is om daarmee de opgebouwde kennis, de zakelijke relaties, de klantenkring, specifieke producten of goodwill te beschermen, ook wel aangeduid met de term ‘bedrijfsedebiet’. Dat belang kan niet zijn gelegen in de bedoeling om een werknemer te binden, mede gelet op de vrijheid van arbeidskeuze van artikel 19 lid 3 van de Grondwet. Dat belang kan in een vrije markt economie ook niet zijn gelegen in het tegengaan van concurrentie in het algemeen.
5.11.
Dit betekent dat een werkgever met name belang heeft bij het concurrentiebeding als de betrokken werknemer door zijn functie en werkzaamheden op de hoogte is van belangrijke commerciële en technische informatie of werkprocessen en strategieën van de werkgever en die werknemer met deze kennis zijn nieuwe werkgever een ongerechtvaardigd concurrentievoordeel geeft of kan geven dat de nieuwe werkgever anders niet zou hebben gehad.
5.12.
Naar het (voorlopig) oordeel van de kantonrechter heeft Magnaversum onvoldoende aannemelijk gemaakt dat zij een bijzonder belang heeft bij handhaving van het concurrentiebeding, een belang dat zwaarder weegt dan het belang van [eiseres] op vrije arbeidskeuze. Dit oordeel wordt hieronder toegelicht
5.13.
Volgens Magnaversum is haar belang bij handhaving van het concurrentiebeding tweeledig: (1) voorkomen dat [eiseres] essentiële commerciële en technische informatie van/over Magnaversum ten behoeve van [bedrijf] gaan aanwenden om Magnaversum oneerlijke concurrentie aan te doen. Het gaat dan om kennis van unieke werkprocessen en strategieën, klantdata, de inhoud van trainingen, projectplannen en Data Analytics scans en (2) Magnaversum heeft aanzienlijk geïnvesteerd in de opleiding, deskundigheid en vakbekwaamheid.
5.14.
Ten aanzien van het onder (1) genoemde belang betwist [eiseres] dat zij toegang had tot geheime/vertrouwelijke informatie over prijsstellingen, verkooptechnieken, klantgegevens, trainingen of analytic scans. [eiseres] heeft toegelicht dat zij zich in haar functie niet bezig hield met sales, maar alleen werd ingezet op eenvoudige, technische werkzaamheden. Dat deed zij eerst nog als trainee en sinds maart 2022 als junior, waar zij op de helpdesk van Vattenfall zat om technische data vragen van klanten op te lossen. [eiseres] hield zich dus met niets anders bezig dan het geven van technische ondersteuning op basis van een ticketsysteem. [eiseres] had uitsluitend toegang tot technische data van de betreffende klant, maar niet tot alle klantgegevens van Magnaversum. Met analytic scans heeft [eiseres] nooit iets te maken gehad en zij had ook geen kennis van unieke werkprocessen, strategieën en projectplannen. De enige training die [eiseres] heeft gegeven was in Qlik, een dataprogramma vergelijkbaar met Excell, maar ook in dat kader heeft zijn geen geheime kennis opgedaan, aldus nog steeds [eiseres] .
5.15.
Het had gelet op deze toelichting van [eiseres] op de weg van Magnaversum gelegen haar stellingen nader te bewijzen, maar dat heeft zij niet gedaan. Magnaversum heeft zich slechts bediend van algemene bewoordingen zonder concreet te maken welke kennis/informatie [eiseres] dan zou hebben. Gelet ook op het feit dat [eiseres] maar kort bij Magnaversum heeft gewerkt in een (technisch ondersteunende) junior functie, vindt de kantonrechter niet aannemelijk dat [eiseres] over belangrijke concurrentiegevoelige informatie van Magnaversum (zoals informatie over prijzen en tarieven, lange termijn doelen, kennis over (onderhandelingen met) klanten en verkoop strategieën) beschikte waarmee zij Magnaversum als werknemer van [bedrijf] kan beconcurreren en welke informatie niet al beschermd wordt door het geheimhoudings- en relatiebeding dat van toepassing blijft. Het enkele feit dat [eiseres] bij Magnaversum enige kennis en ervaring heeft opgedaan, betekent nog niet dat Magnaversum bij het vertrek van [eiseres] naar een concurrent in haar bedrijfsdebiet wordt aangetast. Ook als [eiseres] wel over concurrentiegevoelige informatie zou hebben beschikt, staat het belang van Magnaversum niet vast. Het is immers niet uitgesloten dat [bedrijf] momenteel al over deze informatie beschikt, nu er in het voorjaar van 2022 al meerdere ex-werknemers van Magnaversum (waaronder oprichter [betrokkene 1]) die bij Magnaversum een meer senior positie dan [eiseres] hadden, naar [bedrijf] zijn vertrokken.
5.16.
Voor wat betreft het (onder 2 genoemde) belang van Magnaversum dat zij aanzienlijk in [eiseres] heeft geïnvesteerd en dat zij deze investering door het vertrek van [eiseres] niet kan ‘terugverdienen’, geldt dat een concurrentiebeding niet is bedoeld om werknemers te binden. Bovendien kan naar het oordeel van de kantonrechter niet van een (substantiële) investering worden gesproken, nu Magnaversum slechts een enkele (online) cursus heeft betaald en zij bovendien vooralsnog verlangt dat [eiseres] deze kosten terugbetaalt (r.o 2.13). Ook de kosten die Magnaversum heeft gemaakt om [eiseres] in te werken en te begeleiden, kwalificeren niet als substantiële investering, maar zijn normale kosten als gevolg van de keuze van Magnaversum om een trainee/junior (tegen een relatief laag salaris) in dienst te nemen.
5.17.
Ter zitting is het de kantonrechter gebleken dat het Magnaversum vooral dwars zit dat Magnaversum al een groot aantal andere medewerkers aan [bedrijf] is kwijtgeraakt, waardoor zij bijna failliet was gegaan, en dat [eiseres] bij haar opzegging niet open is geweest over haar overstap naar [bedrijf]. De kantonrechter kan zich goed voorstellen dat dit vervelend is geweest voor Magnaversum, maar deze omstandigheden rechtvaardigen niet de conclusie dat
door het vertrek van [eiseres]het bedrijfsdebiet van Magnaversum wordt aangetast.
5.18.
Tegenover de door Magnaversum aangevoerde belangen staat het (evidente) belang van [eiseres] bij een vrije keuze van arbeid. [eiseres] heeft toegelicht dat zij op zoek is gegaan naar een andere baan, omdat door een grote leegloop bij Magnaversum in het voorjaar van 2022 de sfeer was verslechterd en er geen (goede) senior begeleiding meer was. Verder speelde mee dat [eiseres] in diezelfde periode discussie met Magnaversum kreeg over (een toegezegde) salarisverhoging en de terugbetaling van studiekosten. Haar belang bij een overstap naar [bedrijf] is gelegen in (i) de mogelijkheid om zich bij [bedrijf] in een internationale omgeving te ontwikkelen en te specialiseren in de consultancy in plaats van data-analyse en (ii) zij bij [bedrijf] een financiële stap kan maken doordat zij op jaarbasis ruim € 6.000,- meer kan gaan verdienen.
5.19.
De kantonrechter is van oordeel dat Magnaversum de door [eiseres] aangevoerde belangen onvoldoende gemotiveerd heeft weersproken. Magnaversum heeft aangevoerd dat er bij haar wel degelijk ontwikkelmogelijkheden zijn, maar zij heeft tegelijkertijd erkend dat in het voorjaar van 2021 vrijwel al haar consultants waren vertrokken. De kantonrechter vindt het begrijpelijk dat de jonge, net afgestudeerde [eiseres] hierdoor bang was dat er weinig tot niets van haar ontwikkeling terecht zou komen.
Magnaversum heeft de door [eiseres] gestelde salarisvooruitgang bij [bedrijf] (bij gebrek aan bewijs) betwist en erop gewezen dat [eiseres] (die bij Magnaversum laatstelijk € 3.500,- bruto per maand verdiende) in oktober 2022 voor een salarisverhoging in aanmerking zou zijn gekomen. Dat laatste blijkt echter nergens uit. Magnaversum heeft ter zitting bovendien betwist dat zij [eiseres] een bepaalde salaristoezegging zou hebben gedaan, waaruit de afleidt dat partijen een verschil van inzicht hebben (gehad) over de salarisgroeimogelijkheden bij Magnaversum. Daar staat tegenover dat de heer [betrokkene 2] (middellijk bestuurder van [bedrijf]) ter zitting heeft verklaard dat [bedrijf] [eiseres] een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met een salaris van € 4.000,- bruto, 8% vakantietoeslag, 25 a 30 vakantiedagen en een bonus heeft aangeboden, en ook de mogelijkheid om op termijn mede-eigenaar van het bedrijf te worden.
5.20.
De kantonrechter vindt dat met het voorgaande voorshands voldoende aannemelijk is geworden dat [eiseres] er bij een overstap naar [bedrijf] op vooruit zal gaan zowel in ontwikkel-/doorgroeimogelijkheden als in arbeidsvoorwaarden.
Voorlopige conclusie: schorsing concurrentiebeding en afwijzing tegenvordering Magnaversum
5.21.
Alles overziend en ook rekening houdend met het feit dat [eiseres] onverkort gebonden is aan een relatie- en geheimhoudingsbeding ten gunste van Magnaversum, valt de afweging van de wederzijdse belangen van partijen in het voordeel van [eiseres] uit.
5.22.
De vordering van [eiseres] om het concurrentiebeding geheel te schorsen zal dan ook worden toegewezen en de tegenvordering van Magnaversum (om [eiseres] te veroordelen het concurrentiebeding na te leven) wordt afgewezen.
Proceskosten
5.23.
De proceskosten in conventie komen voor rekening van Magnaversum, omdat zij ongelijk krijgt. Het salaris gemachtigde wordt daarbij vastgesteld op € 747,00. Gelet op de samenhang tussen de vordering en de tegenvordering zullen de proceskosten in reconventie op nihil worden gesteld.

6.De beslissing

De kantonrechter:
de vordering
6.1.
schorst het concurrentiebeding in die zin dat het [eiseres] is toegestaan haar werkzaamheden voor [bedrijf] aan te vangen en daar in dienst te treden;
6.2.
veroordeelt Magnaversum tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [eiseres] tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 135,03
griffierecht € 244,00
salaris gemachtigde € 747,00
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
wijst de vordering voor het overige af.
de tegenvordering
6.5.
wijst de vordering af;
6.6.
veroordeelt Magnaversum tot betaling van de proceskosten, die worden vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. W. Aardenburg en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter