Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Magnaversum BI Services B.V.
the same, similar or related’is aan dat van de werkgever.
De kantonrechter gaat op verzoek van de werknemer over tot schorsing van het beding, omdat voorshands aannemelijk is dat de werknemer hierdoor onbillijk wordt benadeeld. Niet gebleken is dat de werknemer, die maar kort in een trainee/junior-functie bij de werkgever heeft gewerkt, over vertrouwelijke, bedrijfsgevoelige informatie beschikte waarmee de nieuwe werkgever in een gunstigere concurrentiepositie wordt gebracht. Aannemelijk is bovendien dat de nieuwe werkgever al lang over die informatie beschikt. De nieuwe werkgever is immers opgericht door een ex-werknemer van de werkgever en er werken ook al andere oud-collega’s van de werknemer, die allen een meer seniore rol bij de werkgever hadden dan de werknemer. Voor zover de werkgever het concurrentiebeding wil gebruiken om de werknemer aan zich te binden en investeringen terug te verdienen, geldt dat het beding daar niet voor is bedoeld. Eventuele andere belangen van de werkgever worden afdoende beschermd door het relatie- en geheimhoudingsbeding, dat blijft gelden.
De conclusie is dat het belang van werknemer om bij de nieuwe werknemer in dienst te treden (ontwikkelmogelijkheden en financiële stap) zwaarder weegt dan het belang van de werkgever.
1.Het procesverloop
2.Feiten
3.De vordering
primairdat de kantonrechter bij wijze van voorlopige voorziening, uitvoerbaar bij voorraad, het concurrentiebeding geheel of gedeeltelijk schorst zodat het [eiseres] is toegestaan haar werkzaamheden voor [bedrijf] aan te vangen en daar in dienst te treden.
Subsidiair, voor het geval het concurrentiebeding niet geheel of gedeeltelijk wordt geschorst, vordert [eiseres] dat de kantonrechter bepaalt dat Magnaversum vanaf 1 oktober 2022 (voor de duur van het concurrentiebeding) gehouden is [eiseres] maandelijks € 4.320,00 bruto te betalen.
Subsidiair stelt [eiseres] dat het concurrentiebeding geschorst moet worden, omdat in verhouding tot het te beschermen belang van Magnaversum [eiseres] door het beding onbillijk wordt benadeeld.
Meer subsidiair stelt [eiseres] zich op het standpunt dat het concurrentiebeding te ruim is geformuleerd en daarom gematigd moet worden.
Indien het concurrentiebeding niet wordt geschorst, moet zij op grond van artikel 7:653 lid 5 van het Burgerlijk Wetboek (BW) worden gecompenseerd voor het gemis aan inkomen dat zij bij [bedrijf] zou hebben genoten.
4.Het verweer en de tegenvordering
Magnaversum betwist dat [eiseres] door het concurrentiebeding onbillijk wordt benadeeld in verhouding tot het te beschermen bedrijfsdebiet van Magnaversum. Volgens Magnaversum beschikt [eiseres] over essentiële informatie over Magnaversum die zij ten behoeve van [bedrijf] kan aanwenden om Magnaversum oneerlijke concurrentie aan te doen.
Matiging van het beding is volgens Magnaversum niet aan de orde, omdat [eiseres] door het beding niet of nauwelijks beperkt wordt bij het vinden van een andere baan.
Om voornoemde redenen is ook een billijke compensatie niet aan de orde.
5.De beoordeling
‘similar or related’aan dat van Magnaversum. Dat [eiseres] (zoals zij heeft gesteld maar na betwisting door Magnaversum niet vast is komen te staan) bij [bedrijf] (deels) een ander takenpakket zal krijgen dan bij Magnaversum, dat Magnaversum vooral overheids- en zorginstellingen als klant heeft en dat [bedrijf] een hoger uurtarief hanteert, doet aan deze conclusie niet af.
door het vertrek van [eiseres]het bedrijfsdebiet van Magnaversum wordt aangetast.
Magnaversum heeft de door [eiseres] gestelde salarisvooruitgang bij [bedrijf] (bij gebrek aan bewijs) betwist en erop gewezen dat [eiseres] (die bij Magnaversum laatstelijk € 3.500,- bruto per maand verdiende) in oktober 2022 voor een salarisverhoging in aanmerking zou zijn gekomen. Dat laatste blijkt echter nergens uit. Magnaversum heeft ter zitting bovendien betwist dat zij [eiseres] een bepaalde salaristoezegging zou hebben gedaan, waaruit de afleidt dat partijen een verschil van inzicht hebben (gehad) over de salarisgroeimogelijkheden bij Magnaversum. Daar staat tegenover dat de heer [betrokkene 2] (middellijk bestuurder van [bedrijf]) ter zitting heeft verklaard dat [bedrijf] [eiseres] een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met een salaris van € 4.000,- bruto, 8% vakantietoeslag, 25 a 30 vakantiedagen en een bonus heeft aangeboden, en ook de mogelijkheid om op termijn mede-eigenaar van het bedrijf te worden.