ECLI:NL:RBNHO:2022:10402

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
16 november 2022
Publicatiedatum
24 november 2022
Zaaknummer
10037372 \ CV EXPL 22-4681
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van vordering tot betaling van achterstallige huur en mutatiekosten

In deze bodemzaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 16 november 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Woningbedrijf Velsen en een gedaagde. De eiseres, Woningbedrijf Velsen, heeft op 29 juli 2022 een vordering ingesteld tegen de gedaagde, die in persoon procedeerde. De gedaagde is niet verschenen op de zitting van 20 oktober 2022, ondanks een behoorlijke oproeping. Woningbedrijf Velsen heeft voorafgaand aan de zitting aanvullende stukken ingediend.

De zaak betreft een huurovereenkomst tussen Woningbedrijf Velsen en de gedaagde, waarbij de gedaagde een woning huurde. De gedaagde heeft de huurovereenkomst opgezegd na de ontdekking van een hennepplantage in de woning door de politie. Woningbedrijf Velsen vorderde betaling van € 3.454,78, bestaande uit achterstallige huur, mutatiekosten en buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten.

De gedaagde heeft de vordering gedeeltelijk betwist, erkende een huurachterstand, maar stelde dat de gevorderde mutatiekosten niet redelijk waren. De kantonrechter heeft de vordering van Woningbedrijf Velsen toewijsbaar geacht, omdat het verweer van de gedaagde onvoldoende onderbouwd was. De gedaagde werd veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met rente en proceskosten. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10037372 \ CV EXPL 22-4681
Uitspraakdatum: 16 november 2022
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de stichtin
g Stichting Woningbedrijf Velsen
gevestigd te Velsen
eiseres
verder te noemen: Woningbedrijf Velsen
gemachtigde: Gerechtsdeurwaarderskantoor De Klerk Vis Niekus
tegen
[gedaagde]
wonende te [plaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
procederend in persoon

1.Het procesverloop

1.1.
Woningbedrijf Velsen heeft bij dagvaarding van 29 juli 2022 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft mondeling geantwoord.
1.2.
Op 20 oktober 2022 heeft een zitting plaatsgevonden. Woningbedrijf Velsen is verschenen. [gedaagde] is, ondanks behoorlijk te zijn opgeroepen, zonder bericht van verhindering niet verschenen. Voorafgaand aan de zitting heeft Woningbedrijf Velsen bij brief van 27 september 2022 nog stukken toegezonden.

2.Feiten

2.1.
Tussen partijen bestond een huurovereenkomst op grond waarvan [gedaagde] van Woningbedrijf Velsen de woning aan de [adres] (hierna: de woning) huurde, tegen een bij vooruitbetaling verschuldigde huurprijs.
2.2.
Op 13 oktober 2020 heeft de politie een hennepplantage in de woning aangetroffen.
2.3.
Bij brief van 23 november 2020 heeft [gedaagde] in verband hiermee en op aandringen van Woningbedrijf Velsen de huurovereenkomst opgezegd.
2.4.
Op 7 juni 2021 heeft de eindinspectie en oplevering van de woning plaatsgevonden.

3.De vordering

3.1.
Woningbedrijf Velsen vordert dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 3.454,78 (€ 1.019,51 achterstallige huurpenningen, € 1.980,96 mutatiekosten, € 514,31 buitengerechtelijke incassokosten, minus € 60,00 voldaan), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de dagvaarding en de proceskosten.
3.2.
Woningbedrijf Velsen legt aan de vordering – kort weergegeven – ten grondslag dat [gedaagde], ondanks diverse verzoeken en sommaties, in gebreke is gebleven met betrekking tot betaling van de huurachterstand. Verder is bij de eindinspectie gebleken dat de woning niet in goede staat en bezemschoon was opgeleverd, waardoor Woningbedrijf Velsen kosten heeft moeten maken die voor rekening van [gedaagde] komen.

4.Het verweer

4.1.
[gedaagde] betwist de vordering (gedeeltelijk). Hij erkent dat hij nog een bedrag aan huur aan Woningbedrijf Velsen verschuldigd is. Verder zijn de gevorderde mutatiekosten gedeeltelijk wel juist, maar in ieder geval niet ten aanzien van de kosten van de voordeur. [gedaagde] is van mening dat het niet redelijk is dat hij de overige mutatiekosten moet betalen, omdat hij nooit een reactie van Woningbedrijf Velsen heeft gekregen op zijn voorstel tot een betalingsregeling.

5.De beoordeling

5.1.
Woningbedrijf Velsen heeft de vordering ter zitting nader toegelicht en het door [gedaagde] gevoerde verweer gemotiveerd weerlegd. Woningbedrijf Velsen heeft onder meer verklaard dat (i) de kosten van de voordeur al van de mutatiekosten waren afgehaald en dus niet in rekening zijn gebracht, (ii) er veel schade aan de woning was, onder meer door de aangetroffen hennepplantage en (iii) tussen partijen een (minimale) betalingsregeling was getroffen, maar dat [gedaagde] die niet nakwam en daarna nergens meer op reageerde.
5.2.
[gedaagde] heeft, door ter zitting niet te verschijnen, op het voorgaande niet meer gereageerd. Het door Woningbedrijf Velsen weerlegde verweer van [gedaagde] wordt dan ook als onvoldoende onderbouwd gepasseerd, zodat de vordering van Woningbedrijf Velsen toewijsbaar is.
5.3.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde], omdat hij ongelijk krijgt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Woningbedrijf Velsen van € 3.454,78 te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 29 juli 2022 tot aan de dag van de gehele betaling;
6.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Woningbedrijf Velsen tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 127,43
griffierecht € 487,00
salaris gemachtigde € 436,00;
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Dijk en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter