ECLI:NL:RBNHO:2022:10456

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
16 november 2022
Publicatiedatum
25 november 2022
Zaaknummer
8094746 \ CV EXPL 19-15187
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot compensatie van passagiers wegens vertraging van vlucht CND 594

In deze zaak hebben de passagiers, vertegenwoordigd door EUclaim B.V., een vordering ingesteld tegen Corendon Dutch Airlines B.V. wegens compensatie voor vertraging van hun vlucht CND 594 van Malaga naar Amsterdam op 21 juli 2017. De passagiers claimen dat zij recht hebben op compensatie op basis van de Verordening (EG) nr. 261/2004, omdat zij met meer dan drie uur vertraging op hun eindbestemming zijn aangekomen. De vervoerder betwist echter dat er sprake is van een vertraging van meer dan drie uur, en stelt dat de passagiers geen rechten kunnen ontlenen aan de tijden op de boardingpassen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vlucht om 00:44 uur in Amsterdam is aangekomen, wat betekent dat de passagiers met minder dan drie uur vertraging zijn aangekomen. De kantonrechter heeft de vordering van de passagiers afgewezen en hen veroordeeld tot betaling van de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8094746 \ CV EXPL 19-15187
Uitspraakdatum: 16 november 2022
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:

1.[eiser 1]

2.
[eiser 2]beiden wonende te [plaats 1]
3.
[eiser 3], wonende te [plaats 2]
4.
[eiser 4], wonende te [plaats 3]
5.
[eiser 5], wonende te Nieuwegein, pro se en in hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger voor zijn minderjarige kind
[minderjarige 1], wonende te [plaats 4]
6.
[eiser 6]
7.
[eiser 7], pro se en in hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger voor haar minderjarige kind
[minderjarige 2]beiden wondende te [plaats 5]
8.
[eiser 8], pro se en in hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger voor haar minderjarige kind
[minderjarige 3]beiden wonende te [plaats 6]
9.
[eiser 9]
10.
[eiser 10]beiden wonende te [plaats 7]
11.
[eiser 11], pro se en in hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger voor zijn minderjarige kinderen
[minderjarige 4]en
[minderjarige 5]
12.
[eiser 12]beiden wonende te [plaats 8]
eisers
hierna gezamenlijk te noemen de passagiers
gemachtigde mr. R.A.C. Telkamp (EUclaim B.V.)
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Corendon Dutch Airlines B.V.
gevestigd te Lijnden
gedaagde
hierna te noemen de vervoerder
gemachtigde mr. M. Nijenhuis

1.Het procesverloop

1.1.
De passagiers hebben bij dagvaarding van 17 januari 2019 een vordering tegen de vervoerder ingesteld. De vervoerder heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
De passagiers hebben hierop schriftelijk gereageerd, waarna de vervoerder een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan de vervoerder de passagiers diende te vervoeren van Malaga Airport (Spanje) naar Amsterdam-Schiphol Airport op 21 juli 2017, met vlucht CND 594 (hierna: de vlucht).
2.2.
Volgens de overeenkomst zouden de passagiers op 21 juli 2017 om 18:30 uur (lokale tijd) vanuit Malaga Airport vertrekken en om 21:25 uur (lokale tijd) aankomen op Amsterdam-Schiphol Airport.
2.3.
De vlucht is vertraagd uitgevoerd.
2.4.
EUclaim B.V. heeft namens de passagiers compensatie van de vervoerder gevorderd in verband met voornoemde vertraging.
2.5.
De vervoerder heeft geweigerd tot betaling over te gaan.
2.6.
Passagiers sub 5, sub 7, sub 8 en sub 11 zijn door de kantonrechter gemachtigd de onderhavige procedure namens hun minderjarige kinderen te voeren.

3.De vordering en het verweer

3.1.
De passagiers vorderen dat de vervoerder bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 6.800,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 21 juli 2017, althans vanaf datum ingebrekestelling dan wel vanaf de datum van betekening van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 847,00 dan wel € 865,15 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
De passagiers hebben aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat de vervoerder vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is hen te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 400,00 per passagier.
3.3.
De vervoerder betwist de vordering. Daartoe heeft hij, onder meer, aangevoerd dat geen sprake is van een vertraging van drie uur of meer op de eindbestemming. Hierbij heeft de vervoerder toegelicht dat geen rechten kunnen worden ontleend aan de op de boardingpassen aangegeven vluchttijden. De verwachte aankomsttijd van de onderhavige vlucht was 21:55 uur (lokale tijd), hetgeen blijkt uit de vliegtickets. De daadwerkelijke aankomsttijd was 0:40 uur (lokale tijd), aldus de vervoerder. Ter onderbouwing van zijn standpunt verwijst de vervoerder naar de Aircraft Flight Log.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
4.2.
Tussen partijen is in geschil of de vertraging van de passagiers op de eindbestemming méér dan drie uur bedraagt.
4.3.
De passagiers hebben zich op het standpunt gesteld dat sprake is geweest van een schemawijziging. De kantonrechter volgt de passagiers hierin niet, omdat de vertrektijd van de vlucht niet is uitgesteld. Dat blijkens de boardingpassen een kleine aanpassing heeft plaatsgevonden in de verwachte aankomsttijd, maakt niet dat sprake is geweest van een schemawijziging. Dat de vlucht vervolgens met vertraging is uitgevoerd, doet hier niets aan af.
4.4.
Vast staat dat op de boekingsbescheiden die bij dagvaarding zijn overgelegd als geplande aankomsttijd 21:55 uur (lokale tijd) staat vermeld. De passagiers mochten er dus vanuit gaan dat zij om 21:55 uur (lokale tijd) zouden aankomen in Amsterdam. Dat op de boardingpassen van de passagiers een eerdere verwachte aankomsttijd, te weten 21:25 uur (lokale tijd), staat vermeld, betekent naar het oordeel van de kantonrechter niet dat bij de vaststelling of sprake is van meer dan drie uur vertraging ook van deze tijd moet worden uitgegaan. De aankomsttijd op de boardingpassen is de verwachte aankomsttijd en niet de geplande aankomsttijd. Kennelijk had de vervoerder verwacht dat de uitvoering van de vlucht minder tijd in beslag zou nemen dan oorspronkelijk gepland. De passagiers kunnen echter geen rechten ontlenen aan de omstandigheid dat deze meevaller uiteindelijk toch geen werkelijkheid werd.
4.5.
Als onweersproken staat vast de onderhavige vlucht om 00:44 uur (lokale tijd) in Amsterdam is aangekomen, zodat de passagiers met minder dan drie uur vertraging zijn aangekomen op de overeengekomen eindbestemming. De kantonrechter zal de vordering dan ook afwijzen.
4.6.
De proceskosten komen voor rekening van de passagiers, omdat zij ongelijk krijgen. Ook de nakosten komen voor rekening van de passagiers, voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt de passagiers tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor de vervoerder worden vastgesteld op een bedrag van € 622,00 aan salaris van de gemachtigde van de vervoerder en veroordeelt de passagiers tot betaling van € 124,00 aan nakosten voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis;
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter