ECLI:NL:RBNHO:2022:10661

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
2 december 2022
Publicatiedatum
1 december 2022
Zaaknummer
C/15/332415 / KG ZA 22-502
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot medewerking aan verkoop van de woning en afgifte van inboedelgoederen na echtscheiding

In deze zaak, die voor de Rechtbank Noord-Holland is behandeld, vorderde de man dat de vrouw zou meewerken aan de verkoop van hun gezamenlijke woning en de afgifte van bepaalde inboedelgoederen. De partijen, voormalig echtelieden, waren gezamenlijk eigenaar van de woning en hadden eerder afspraken gemaakt over de verdeling van de eigendommen na hun echtscheiding, die op 30 maart 2021 was ingeschreven. Tijdens de mondelinge behandeling op 11 november 2022 werd duidelijk dat de vrouw niet in staat was om de woning aan zich toe te delen, ondanks eerdere afspraken en een taxatie van de woning op € 520.000,-. De man had de vrouw verzocht om mee te werken aan de verkoop van de woning, maar de vrouw voerde verweer en stelde dat er een notariële akte van verdeling moest worden opgemaakt voordat de woning kon worden verkocht. De voorzieningenrechter oordeelde dat de vrouw onvoldoende had aangetoond dat zij in staat was om de woning aan zich toe te delen en dat het belang van de man om niet langer in onverdeeldheid te blijven zwaarder woog. De vordering van de man werd toegewezen, en de vrouw werd veroordeeld tot medewerking aan de verkoop van de woning en de afgifte van de koelkast en bedrijfsgoederen. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rolnummer: C/15/332415 / KG ZA 22-502
Vonnis in kort geding van 2 december 2022 (bij vervroeging)
in de zaak van
[de man],
wonende te [plaats],
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
advocaat mr. A. de Visser te Amsterdam,
tegen
[de vrouw],
wonende te [plaats],
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. M.B. Chylinska te Zaandam.
Partijen zullen hierna de man en de vrouw genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties
  • de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie met producties
  • de mondelinge behandeling
  • de pleitnota van de man.
1.2.
Tijdens de mondelinge behandeling op 11 november 2022 zijn verschenen de man, bijgestaan door mr. De Visser voornoemd en de vrouw, bijgestaan door mr. Chylinksa.
1.3.
Nadat partijen over en weer het woord gevoerd hebben is de verdere behandeling van de zaak pro forma aangehouden om partijen in de gelegenheid te stellen te proberen in onderling overleg afspraken te maken.
1.4.
Partijen hebben de voorzieningenrechter laten weten dat zij geen overeenstemming hebben bereikt en vonnis gevraagd.
1.5.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Partijen zijn voormalig echtelieden. De echtscheiding is op 30 maart 2021 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.
2.2.
Partijen zijn gezamenlijk eigenaar van een woning aan de [adres 1] te
[postcode] [plaats] (hierna: de woning).
2.3.
Tijdens de mondelinge behandeling bij de familiekamer van deze rechtbank op 22 november 2021 over de bij het echtscheidingsverzoek ingestelde nevenverzoeken hebben partijen afgesproken dat de vrouw nog een kans zou krijgen om te onderzoeken of zij de woning aan zich kan laten toedelen. De rechtbank heeft deze afspraak als volgt vastgelegd in de beschikking van 20 december 2021:
“Ter zitting heeft de man ingestemd met het voorstel van de vrouw dat hij binnen een week kiest uit drie door haar binnen een week na zitting voor te stellen makelaars, aan wie partijen vervolgens gezamenlijk de opdracht zullen geven om de woning naar actuele marktwaarde te taxeren. De door
de makelaar vastgestelde waarde is bindend tussen partijen. De kosten van de taxatie komen voor rekening van partijen, in die zin dat ieder van hen de helft van deze kosten voor zijn rekening neemt.
Ter zitting zijn partijen overeengekomen dat de vrouw de gelegenheid krijgt een passende financiering rond te krijgen om de echtelijke woning over te kunnen nemen tegen de getaxeerde waarde, in die zin dat de financiering de vrouw in staat moet stellen de helft van de overwaarde per datum overdracht aan de man te voldoen en de man uit de hoofdelijke aansprakelijkheid te doen ontslaan.
De rechtbank stelt de vrouw in de gelegenheid om de hiervoor genoemde financiering binnen twee maanden na de datum van de beschikking rond te krijgen. Indien de vrouw hier niet binnen twee maanden aan heeft voldaan, zal de echtelijke woning door partijen te koop worden gezet, waarbij partijen hun medewerking zullen verlenen aan het verstrekken van een opdracht aan de eerder gekozen makelaar. Na verkoop van de woning wordt na aflossing van de hypothecaire geldlening de eventuele overwaarde tussen partijen bij helfte gedeeld.”
2.4.
De woning is op 17 januari 2022 getaxeerd voor het verkrijgen van een hypothecaire financiering. De taxateur heeft de marktwaarde van de woning bepaald op
€ 520.000,-. Op de woning rust een hypothecaire geldlening van € 343.000,-.
2.5.
De vrouw heeft op 4 februari 2022 een renteaanbod gekregen van BLG Wonen Hypotheek (hierna: BLG) voor een hypotheek op de woning. Dit renteaanbod was geldig tot 19 juli 2022. Dit renteaanbod heeft niet geleid tot de aanvraag van een formele offerte voor een hypothecaire geldlening omdat de gevraagde aanvullende stukken benodigd voor die aanvraag (waaronder de (concept)akte verdeling) door de vrouw niet tijdig zijn aangeleverd.
2.6.
Begin juli 2022 hebben partijen in onderling overleg verdelingsafspraken gemaakt. De advocaat van de man heeft in een e-mail van 5 juli 2022 deze afspraken als volgt verwoord:
Telefonisch hebben wij de navolgende overeenstemming gekregen.
Uw cliënte krijgt de echtelijke woning toegescheiden tegen de getaxeerde waarde van EUR 520.000,- en vergoedt de helft van de waarde, na aftrek van de hypotheekschuld van ongeveer EUR 343.000,-, aan client.
Uw cliënte maakt geen aanspraak op de woning waarin de ouders van cliënt wonen ([adres 2], [adres 4]) en ook niet op de onroerende zaak aan [adres 3]).
Uw cliënte maakt geen aanspraak op (vergoeding van de helft ofwel de gehele) schenking van ongeveer ZLT 80.000.
Uw cliënte maakt geen aanspraak (meer) op de waarde van de Peugeot, de waarde van Polis NN Aanvullend Pensioensparen, de IMac, Siemens koffie apparaat en Mitsubishi Outlander.
Client ziet af van verevening van het door uw cliënte opgebouwd ouderdomspensioen.
De saldi van de bankrekeningen per peildatum worden met gesloten beurzen tegen elkaar weggestreept. Ook ten aanzien van de aanslagen lB/PV 2020 (voorlopig en definitief) wensen cliënten geen nadere verrekening.
Client ontvangt van uw cliënte de koelkast en al zijn bedrijfsspullen die zich in de schuur bevonden op het moment dat hij de woning verliet.
Client kan er zich mee verenigen indien de door uw cliënte aangezochte notaris namens cliënten gezamenlijk de akte van verdeling opstelt. Ik ga er van uit dat uw cliënte de notaris hier met spoed over zal inlichten. De notaris kan dan namens beide cliënten gezamenlijk de verdeling afwikkelen. Mocht de notaris dit niet kunnen of willen, dan verneem ik dat graag zsm van u.
Client neemt rechtstreeks contact op met uw cliënte voor het op korte termijn ophalen van de koelkast en de bedrijfsinventaris.
2.7.
De vrouw heeft de notaris opdracht gegeven om op basis van deze afspraken een concept akte van verdeling op te stellen. Het concept is op 13 juli 2022 toegestuurd aan de man.
In een e-mail van 19 juli 2022 heeft de advocaat van de man als volgt gereageerd op het concept:
Het concept van de akte van verdeling van de woning + hypotheek is door cliënt in goede orde ontvangen. Hoewel de overige verdeelposten er wel in genoemd worden, worden deze niet met zoveel woorden verdeeld. Naar de mening van client kan hiermee volstaan worden. De overeenkomst over de overige vermogensbestanddelen is duidelijk. Kunt u dit voor de goede orde nog even bevestigen? Zo niet, dan moeten wij zelf nog een convenant maken voor de overige posten.
2.8.
De vrouw heeft niet meer gereageerd, ondanks meerdere herinneringen van de zijde van de man. De concept akte van verdeling is niet gepasseerd bij de notaris. De daadwerkelijke levering van de woning aan de vrouw heeft tot op heden nog geen doorgang gevonden.
2.9.
Op 7 september 2022 heeft de rechtbank een eindbeschikking gewezen omtrent de laatste aan haar voorgelegde verdelingskwestie, te weten de onroerende zaken in Polen. Ten aanzien van het appartement ([adres 2], [adres 4]) heeft de rechtbank geoordeeld dat dit behoort tot het privévermogen van de man en niet voor verdeling in aanmerking komt. Ten aanzien van de grond met daarop een huis ([adres 3]) heeft de rechtbank geoordeeld dat dit tot het gemeenschappelijk vermogen van partijen behoort.

3.Het geschil in conventie

3.1.
De man vordert - samengevat - dat de voorzieningenrechter de vrouw zal veroordelen tot nakoming van de gemaakte afspraken, in die zin dat de vrouw wordt veroordeeld om mee te werken aan verkoop van de woning in de ruimste zin, tot ontruiming van die woning en tot afgifte van de koelkast en de zich in de schuur bevindende bedrijfsspullen van de man, een en ander op straffe van een dwangsom, kosten rechtens.
3.2.
De vrouw voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.Het geschil in reconventie

4.1.
De vrouw vordert - samengevat - dat de voorzieningenrechter bij vonnis voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad de man zal veroordelen zijn medewerking te verlenen aan levering van de woning aan de vrouw op straffe van een dwangsom en met in de plaats stelling van het vonnis voor de benodigde medewerking van de man, waarbij zal worden bepaald dat de stand van de hypotheekschuld op de peildatum geldend zal zijn voor de berekening van de overwaarde en dat de kosten van de akte van verdeling (notariskosten en kadasterkosten) voor gezamenlijke rekening komen van partijen, een en ander met veroordeling van de man in de kosten van het geding.
4.2.
De vrouw voert aan dat, voordat zij de woning aan zich kan laten toedelen, een notariële (concept)akte van verdeling moet worden opgemaakt nadat een nieuwe taxatie van de woning is uitgevoerd, met inachtneming van hetgeen de rechtbank heeft bepaald in de beschikkingen d.d. 20 december 2021 en 7 september 2022 voor wat betreft de verdeling van bepaalde posten.
4.3.
De man voert verweer.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5.De beoordeling in conventie en in reconventie

5.1.
Gelet op de samenhang tussen de vorderingen in conventie en in reconventie zullen deze vorderingen gezamenlijk worden behandeld en beoordeeld.
in reconventie
Formeel
5.2.
Als meest verstrekkende verweer in reconventie heeft de man gesteld dat de vrouw niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar vordering. Hij heeft aangevoerd dat de vrouw iets meer dan 24 uur voor de zitting een uitgebreide vordering in reconventie heeft ingediend met 23 producties, terwijl de zittingsdatum voor het kort geding al sinds begin oktober bekend was, zodat deze gang van zaken moet worden gezien als een poging om hem te schaden in zijn procespositie. Verder heeft hij gesteld dat de vordering onvoldoende duidelijk is geformuleerd.
5.3.
Dit verweer faalt. Zoals de man zelf al aanvoert is het toegestaan tot uiterlijk 24 uur voor de zitting stukken over te leggen zodat de stukken van de vrouw tijdig zijn overgelegd. Bovendien heeft de man inhoudelijk verweer gevoerd tegen deze vordering, waaruit blijkt dat de man niet in zijn verdediging is geschaad. De vrouw kan dan ook worden ontvangen in haar reconventionele vordering.
in conventie en in reconventie voorts
Ten aanzien van de voormalige echtelijke woning
5.4.
In het geschil tussen partijen staat de afwikkeling van de voormalige echtelijke woning centraal. De man vordert dat de vrouw wordt veroordeeld mee te werken aan verkoop van de woning, de vrouw vordert dat de man wordt veroordeeld zijn medewerking te verlenen aan toedeling van de woning aan haar.
5.5.
Vaststaat dat de vrouw, in ieder geval vanaf de datum van de beschikking van de rechtbank van 20 december 2021 - maar feitelijk al vanaf de mondelinge behandeling van 22 november 2021 waarbij partijen afspraken hebben gemaakt - in de gelegenheid is gesteld stappen te ondernemen om de woning aan zich te laten toedelen, maar dat dit niet heeft geleid tot een notariële levering van het aandeel van de man in de eigendom van de woning aan de vrouw. De vrouw heeft opgemerkt dat het niet tijdig kunnen passeren van de akte van verdeling met de afspraken uit juli 2022 voornamelijk aan hem te verwijten valt. Dit is door de man weersproken.
5.6.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft de vrouw met de door haar overgelegde stukken niet aannemelijk gemaakt dat haar verwijt terecht is.
Uit die stukken blijkt dat de vrouw wel stappen heeft ondernomen voor de aanvraag van de benodigde financiering, maar vervolgens onvoldoende voortvarend heeft gehandeld. Ook ter zitting van 11 november 2022 heeft de vrouw nog altijd niet, met stukken onderbouwd, kunnen aantonen dat zij de woning op korte termijn aan zich kan laten toedelen. Bij die stand van zaken moet het er vooralsnog voor worden gehouden dat de vrouw niet in staat is de woning aan zich te laten toedelen. De vraag hoe verder moet aan de hand van een belangafweging worden beantwoord.
5.7.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter dient op basis van de gang van zaken inmiddels het belang van de man om niet langer in een onverdeeldheid te blijven zwaarder te wegen dan het belang van de vrouw om opnieuw gedurende zekere tijd de gelegenheid te krijgen voor onderzoek of zij de woning aan zich te kan laten toedelen. Dat brengt mee dat de vordering van de man om de vrouw te veroordelen haar medewerking te verlenen aan verkoop van de woning zal worden toegewezen en dat de vordering van de vrouw om de man te veroordelen onvoorwaardelijk mee te werken aan toedeling van de woning aan haar wordt afgewezen, een en ander op de wijze als hierna onder ‘de beslissing’ wordt vermeld.
5.8.
Daarbij wordt nog opgemerkt dat zolang de woning in de verkoop staat, het de vrouw uiteraard is toegestaan om ook zelf een bod uit te brengen op de woning. Als zij een marktconform bod doet en ook met stukken onderbouwd kan aantonen dat zij de benodigde financiering rond kan krijgen en de woning op korte termijn aan zich kan laten toedelen, dient haar op dat moment voorrang gegund te worden boven eventuele andere geïnteresseerde kopers.
5.9.
De vrouw heeft gesteld dat de akte van verdeling moet worden opgemaakt met inachtneming van hetgeen de rechtbank heeft bepaald in de beschikkingen d.d. 20 december 2021 en 7 september 2022 voor wat betreft de verdeling van bepaalde posten. Daaruit begrijpt de voorzieningenrechter dat de vrouw wenst af te wijken van de door partijen in juli 2022 gemaakte verdelingsafspraken. In de beschikking van 7 september 2022 heeft de rechtbank immers op een andere wijze beslist over de onroerende zaak te Polen ([adres 3]) dan tussen partijen was afgesproken.
5.10.
De man heeft zich op het standpunt gesteld dat de eerder gemaakte afspraken niets afdoen aan de latere beslissing van de rechtbank.
5.11.
Tussen partijen is niet in geschil dat zij in juli 2022 overeenstemming hadden over de verdeling. Deze afspraken dienen dan ook in beginsel te prevaleren boven de latere beslissing van de rechtbank, die is gevallen zonder dat de rechtbank van die afspraken weet had. Daarvoor is alleen al redengevend dat het partijen vrij staat ook na de beslissing van de rechtbank de verdeling in onderling overleg op een andere wijze af te wikkelen.
5.12.
Bij de beantwoording van de vraag of er niettemin aanleiding is om de rechtbank te volgen is mede van belang of de verdeling overeenkomstig de gemaakte afspraken kán worden afgewikkeld. Indien dat niet het geval is, omdat de vrouw de financiering om de woning voor € 520.000,- aan zich te laten toedelen niet rond krijgt en de woning moet worden verkocht, zal na verkoop van de woning moeten worden bekeken welke van de twee scenario’s (Ozimek is geen onderdeel van het te verdelen vermogen tegenover Ozimek moet in de verdeling worden betrokken) het meest recht doet aan het ook voor de onderhavige verdeling geldende uitgangspunt dat ieder recht heeft op de helft van het vermogen.
Het ontbreekt de voorzieningenrechter aan de gegevens die nodig zijn om ter zake een voorlopig oordeel te geven. Het daartoe strekkende deel van de vordering van de vrouw wordt daarom afgewezen. Partijen wordt geadviseerd om zich op dit punt nader met elkaar te verstaan, zodat de notaris tezijnertijd eenduidig kan worden geïnstrueerd.
5.13.
De gevorderde dwangsom als prikkel tot medewerking aan de verkoop zal worden toegewezen, met dien verstande dat de voorzieningenrechter aanleiding ziet maxima te verbinden aan de te verbeuren dwangsommen.
5.14.
De gevorderde in de plaats stelling van het vonnis voor de medewerking van de vrouw aan rechtshandelingen kan eveneens worden toegewezen.
Ten aanzien van de koelkast en de bedrijfsgoederen
5.15.
De man vordert verder veroordeling van de vrouw tot afgifte van de koelkast en de door hem in de schuur bij de woning achtergelaten bedrijfsgoederen. De aanspraak van de man op de koelkast volgt uit 2.6.2 onder h (inboedelgoederen) van de beschikking van 20 december 2021, waarin is beslist over de inboedelgoederen. De man heeft blijkbaar gekozen voor afgifte van de koelkast zodat de vrouw de koelkast aan hem moet afgeven.
5.16.
De afgifte van de bedrijfsspullen van de man in de schuur bij de woning is onderdeel van de tussen partijen gemaakte afspraken. Hierbij lijkt vooral een struikelblok te zijn dat de vrouw onweersproken heeft verklaard dat de man al verschillende spullen heeft meegenomen en dat zij niet weet wat er nog van de man staat maar dat er volgens haar alleen nog twee potten verf staan. De man heeft betwist dat dit juist is, maar heeft niet onderbouwd welke andere bedrijfsspullen er volgens hem nog zouden moeten zijn.
Dat is reden om dit deel van deze vordering af te wijzen.
in conventie en in reconventie tot slot
5.17.
Aangezien partijen voormalig echtelieden zijn zullen de proceskosten worden gecompenseerd.

6.De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie
6.1.
veroordeelt de vrouw tot medewerking in de ruimste zin aan de uitvoering van de gemaakte afspraken, waaronder, maar niet beperkt tot:
- het geven van een opdracht aan de makelaar Klaas Bos, Makelaar-Taxateur OG, gevestigd aan de Zaanweg 7 te 1521 OH Wormerveer, tot verkoop van de woning gelegen aan de [adres 1] te [plaats], binnen twee weken na de datum van dit vonnis,
- gezamenlijk met de man en de makelaar de vraagprijs bepalen, met bepaling dat als dit in gezamenlijk overleg niet lukt, de makelaar bindend een marktconforme vraagprijs bepaalt,
- het verlenen van toegang tot de woning aan derden zoals de makelaar en potentiële kopers voor het maken van foto’s van de woning, bezichtigingen, etc.
- het in overleg met de makelaar aangaan van een koopovereenkomst met degene die de hoogste prijs biedt, indien en voor zover die prijs volgens beide partijen, gezien de onroerend goed markt ter plaatse en de kwaliteit van de woning, de best mogelijke prijs is, waarbij als partijen het niet eens kunnen worden over de vraag of een aanbod de best mogelijke prijs is, de makelaar deze laatprijs naar beste weten en kunnen bindend zal bepalen,
- het leveren van de woning aan derden,
- het verlaten en ontruimen van de woning met al het hare en de haren en met afgifte van de sleutels aan de makelaar na verkoop en uiterlijk daags voor de levering,
- het aflossen van de hypothecaire geldlening bij gelegenheid van de eigendomsoverdracht uit de verkoopopbrengst van de woning,
een en ander op straffe van de verbeurte van een dwangsom van € 250,- per dag of dagdeel dat de vrouw na betekening van het vonnis verzuimt aan deze veroordeling te voldoen, in die zin dat concrete verzoeken tot medewerking bestaande uit feitelijke handelingen door de vrouw niet worden opgevolgd, met een maximum aan de te verbeuren dwangsommen van € 5.000,-;
6.2.
bepaalt dat voor het geval de vrouw verzuimt haar benodigde medewerking te verlenen aan het:
- binnen twee weken na dit vonnis verstrekken van de verkoopopdracht aan genoemde makelaar
- na verkoop van de woning op eerste verzoek van de makelaar ondertekenen van de koopovereenkomst en
- op eerste verzoek van de notaris meewerken aan de levering van de woning aan een koper,
dit vonnis op grond van artikel 3:300 lid 2 BW in de plaats treedt van de benodigde toestemming van de vrouw voor de betrokken rechtshandeling;
6.3.
veroordeelt de vrouw de woning uiterlijk één dag voor de overeen te komen leveringsdatum te ontruimen met al het hare en de haren en met afgifte van de sleutels aan de makelaar, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250,- per dag of dagdeel dat de vrouw na betekening van dit vonnis verzuimt hieraan te voldoen, met een maximum gelijk aan de boete die als gevolg van de onwil van de vrouw jegens de koper wordt verbeurd en in ieder geval van € 5.000,-.;
6.4.
veroordeelt de vrouw om binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis aan de man af te geven de koelkast, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250,-- per dag voor elke dag dat de vrouw hieraan niet voldoet met een maximum van € 500,-;
6.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.6.
wijst het meer of anders gevorderde af;
in reconventie
6.7.
wijst het gevorderde af ;
in conventie en in reconventie voorts
6.8.
compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H. Schotman en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier C. Vis-van Zanden op 2 december 2022. [1]

Voetnoten

1.type: 1155