ECLI:NL:RBNHO:2022:10684

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
21 november 2022
Publicatiedatum
2 december 2022
Zaaknummer
C/15/333914 / FA RK 22/5378
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting van een crisismaatregel op basis van medische verklaring via beeldbelverbinding

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 21 november 2022 uitspraak gedaan over de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, die op 17 november 2022 door de burgemeester van Heiloo was opgelegd. De officier van justitie verzocht om voortzetting van deze maatregel, waarbij een medische verklaring was gevoegd die was opgesteld na een onderzoek via een beeldbelverbinding. De advocaat van de betrokkene betwistte de geldigheid van deze medische verklaring, omdat er geen fysiek onderzoek had plaatsgevonden door een psychiater. De rechtbank oordeelde echter dat de medische verklaring voldoende zorgvuldig was, gezien de goede kwaliteit van de verbinding en de aanwezigheid van een arts-assistent en een sociaal psychiatrisch verpleegkundige tijdens het onderzoek.

De rechtbank overwoog dat de psychiater in zijn verklaring had verantwoord waarom een fysiek onderzoek niet mogelijk was en dat de situatie van de betrokkene, die al langere tijd overlast veroorzaakte en dreigend gedrag vertoonde, een onmiddellijke crisis vereiste. De rechtbank concludeerde dat er sprake was van een manische psychose en dat de betrokkene ernstig nadeel zou ondervinden als hij naar huis terugkeerde. Daarom verleende de rechtbank de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, met de nodige vormen van verplichte zorg, voor een periode van drie weken. De beschikking werd openbaar uitgesproken en de schriftelijke uitwerking volgde op 30 november 2022.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
locatie Alkmaar
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
zaak-/rekestnr.: C/15/333914 / FA RK 22/5378
beschikking van de enkelvoudige kamer van 21 november 2022,
naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg, ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] te [plaats] ,
wonende te [adres] ,
thans verblijvende
[verblijfplaats]
,
hierna: betrokkene,
advocaat mr. J.W.E. Groot, gevestigd te Bovenkarspel.

1.Procedure

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 18 november 2022, heeft de officier van justitie voortzetting verzocht van de door de burgemeester van Heiloo op 17 november 2022 aan betrokkene opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel;
  • de medische verklaring van 17 november 2022;
  • de politiemutaties van 18 november 2022.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op
21 november 2022, in voornoemde accommodatie.
1.3.
De rechtbank heeft de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- [arts-assistent] , arts-assistent;
- [verpleegkundige] , verpleegkundige.
1.4.
De officier van justitie heeft aangegeven niet ter zitting te zullen verschijnen.

2.Beoordeling

2.1
De advocaat van betrokkene heeft ter zitting als formeel bezwaar naar voren gebracht dat de medische verklaring is opgesteld zonder dat betrokkene fysiek is onderzocht door een psychiater. Betrokkene is namelijk op afstand via een beeldbelverbinding onderzocht. De advocaat van betrokkene stelt dat er omstandigheden kunnen bestaan waarin afgeweken kan worden van de hoofdregel dat een betrokkene fysiek moet worden onderzocht door een psychiater bij het opstellen van een medische verklaring, maar dat een dergelijke omstandigheid in dit geval niet aan de orde was. Nu de medische verklaring daarom niet voldoet aan de wettelijke vereisten, kan deze volgens de advocaat niet worden meegenomen bij de beoordeling van het verzoek van de officier van justitie. Dit betekent dat het verzoek van de officier van justitie onvoldoende is onderbouwd en daarom moet worden afgewezen.
2.2.
De rechtbank stelt vast dat de bij het verzoek gevoegde medische verklaring is gebaseerd op een onderzoek van betrokkene door een onafhankelijke psychiater, waarbij het medisch onderzoek heeft plaatsgevonden met behulp van een beeldbelverbinding.
2.3.
De rechtbank overweegt dat de psychiater het in de Wvggz voor de diverse vormen van verplichte zorg voorgeschreven medische onderzoek in beginsel aldus dient te verrichten dat hij de betrokkene in een direct contact, dat wil zeggen in diens fysieke aanwezigheid, spreekt en observeert. Voorts houdt de toepasselijke rechtspraak in dat, indien een persoonlijk onderzoek redelijkerwijs niet mogelijk is, de psychiater in zijn medische verklaring zal moeten verantwoorden waarom onderzoek in fysieke aanwezigheid van de betrokkene redelijkerwijs niet mogelijk of niet verantwoord is, voor welk alternatief hij heeft gekozen, en op welke gronden hij tot de slotsom is gekomen dat aan de vereisten voor verlening van verplichte zorg is voldaan. In die gevallen zal, met het oog op de beoogde maatregel, steeds op de best mogelijke manier moeten worden getracht inzicht te verkrijgen in de actuele gezondheidstoestand van de betrokkene en de noodzaak tot het treffen van de beoogde maatregel.
2.4.
De rechtbank moet beoordelen of de verzochte machtiging op grond van de medische verklaring kan worden verleend. Bij deze beoordeling is van belang dat in het emailbericht van 18 november 2022 om 16:58 uur van [psychiater] (psychiater) is aangegeven dat de beoordeling plaatsvond door middel van beeldbellen omdat het niet mogelijk was om ad hoc naar de woning van betrokkene te komen. De kwaliteit van de verbinding was goed en partijen konden elkaars gesprek volgen. Er ontstond zo een goed beeld van de problematiek. In het emailbericht van 21 november 2022 om 11:10 uur heeft [psychiater] aangevuld dat ten tijde van het psychiatrisch onderzoek van betrokkene [arts-assistent] (arts-assistent) en [sociaal psychiatrisch verpleegkundige] (sociaal psychiatrisch verpleegkundige) fysiek bij betrokkene aanwezig zijn geweest.
2.5.
De rechtbank is op grond van hetgeen onder 2.3. en 2.4. is vermeld – in het bijzonder de omstandigheid dat er sprake was van een goede verbinding in combinatie met de aanwezigheid van een arts en sociaal psychiatrisch verpleegkundige bij betrokkene gedurende het onderzoek – van oordeel dat bij de totstandkoming van de medische verklaring aan de zorgvuldigheidseisen voldaan. Daarbij weegt de rechtbank mee dat het medisch onderzoek is verricht ten behoeve van het uitvaardigen van een crisismaatregel en dat die procedure – ook in het belang van betrokkene zelf – vergt dat met voortvarendheid een medische verklaring wordt opgesteld. De rechtbank zal de medische verklaring daarom betrekken in de beoordeling van het verzoek.
2.6.
De advocaat van betrokkene heeft de rechtbank verzocht het verzoek van de officier van justitie af te wijzen. Betrokkene bestrijdt de stoornis. Hij hoort wel eens stemmen, maar betrokkene betwist dat er sprake is van een manisch beeld. Voorts stelt de advocaat zich op het standpunt dat er geen sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. De verwaarlozing en acute maatschappelijke teloorgang zijn onvoldoende onderbouwd. Betrokkene drinkt en eet voldoende. Ook is het nadeel voor de algemene veiligheid van personen of goederen nergens op gebaseerd. Hij heeft nooit iemand aangevallen.
2.7.
Gelet op de inhoud van de medische verklaring, de toelichting ter zitting van de artsassistent en het beeld dat over betrokkene naar voren komt uit de politiemutaties (kort samengevat: betrokkene veroorzaakt al langere tijd overlast in de buurt en buurtbewoners zijn bang van hem) is naar het oordeel van de rechtbank aannemelijk dat er bij betrokkene sprake is van een manische psychose en dat voornoemde stoornis de betrokkene onmiddellijk dreigend ernstig nadeel doet veroorzaken. Betrokkene is de afgelopen tijd ernstig vermagerd en hij verzorgt zichzelf niet goed. Voorts heeft betrokkene dreigend gedrag vertoond richting zijn vader. Ook de manier waarop hij zich gedraagt ten opzichte van zijn buren en de wijze waarop hij zich ter zitting gedraagt, kan intimiderend overkomen. Indien betrokkene in de gegeven omstandigheden naar huis terugkeert, dan zal het onmiddellijk dreigend ernstig nadeel zich weer manifesteren, te weten:
  • ernstige verwaarlozing;
  • maatschappelijke teloorgang;
  • dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van een ander oproept;
  • de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
2.8.
Gelet hierop verwerpt de rechtbank het verweer van de advocaat.
2.9.
De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
2.10.
De rechtbank is van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn om het nadeel af te wenden, te weten:
  • het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • het beperken van bewegingsvrijheid;
  • het insluiten van betrokkene;
  • het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
  • het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
  • opnemen in een accommodatie.
2.11.
De rechtbank is van oordeel dat aan de wettelijke voorwaarden voor afgifte van de machtiging met de hiervoor genoemde vormen van verplichte zorg wordt voldaan.
2.12.
Betrokkene verzet zich tegen voornoemde vormen van verplichte zorg.
2.13.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden.

3.Beslissing

De rechtbank:
  • verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van [betrokkene] , geboren op [geboortedatum] te [plaats] , met de vormen van verplichte zorg zoals hierboven onder 2.10 zijn genoemd;
  • bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
Deze beschikking is gegeven door mr. drs. W.P. van der Haak, rechter, in tegenwoordigheid van E.B.B.M. van Linden als griffier en in het openbaar uitgesproken op 21 november 2022.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 30 november 2022.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.