Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiser 1],
[eiser 2],
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
4.Het verweer
delayed due to third party restrictions”). De passagiers konden verwachten dat de vervoerder in een gerechtelijke procedure hetzelfde verweer zou voeren (en dus een beroep op de buitengewone omstandigheden zou doen), aldus de vervoerder.
5.De beoordeling
third party restrictions”. De passagiers hebben gesteld dat zij niet tot dagvaarden over zouden zijn gegaan als zij voorafgaand aan de procedure door de vervoerder in kennis zouden zijn gesteld van de feiten en omstandigheden die pas in deze procedure bij de passagiers bekend zijn geworden. Zij verwijzen in dit verband naar een vonnis van deze rechtbank van 11 oktober 2017 (zaaknummer 5648841 CV EXPL 17-431). De kantonrechter is echter inmiddels van oordeel dat de enkele omstandigheid dat de vervoerder zijn verweer niet reeds in de buitengerechtelijke fase met stukken onderbouwt, er niet per definitie toe leidt dat de passagiers daardoor nodeloos worden gedwongen een procedure te starten. De kantonrechter is van oordeel dat de passagiers gelet op het gevoerde verweer de in het geding zijnde kosten in redelijkheid niet van de vervoerder kunnen vorderen. De vervoerder heeft immers verweer gevoerd en uitleg gegeven over de reden van de vertraging. In de conclusie van antwoord heeft de vervoerder aangevoerd dat sprake was van “
third party restrictions”, meer specifiek een verplichte vliegveiligheidscontrole door een externe partij, te weten de luchthavenautoriteiten en dat het toestel niet mocht vertrekken nadat de luchtverkeersleiding groen licht heeft gegeven voor vertrek. Voorts heeft de vervoerder aangevoerd dat sprake was van een uitzonderlijk lange taxitijd. Tijdens het taxiën is het vliegtuig volgens de vervoerder in handen van de luchtverkeersleiding. De kantonrechter oordeelt dat dit verweer reeds - weliswaar in een zeer korte bewoordingen - is gecommuniceerd in het minnelijk traject. De passagiers konden verwachten dat de vervoerder in een gerechtelijke procedure eenzelfde verweer zou aanvoeren en onderbouwen met stukken. Er was dan ook geen grond voor de passagier om de procedure te starten. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten moet daarom worden afgewezen.
6.De beslissing
,vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter