Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[gedaagde 1] ,
1.De procedure
- de dagvaarding met 10 producties;
- de conclusie van antwoord met 1 productie;
- het tussenvonnis van 30 maart 2022.
2.De feiten
(i) een volmacht verleend aan [naam 1] en mevrouw [naam 2] om (rechts)handelingen te verrichten en beslissingen te nemen in medische aangelegenheden in het geval een zorgverlener [gedaagde 1] niet meer in staat acht tot een redelijke waardering van haar belangen op het gebied van haar gezondheid en haar medische behoeften;
(ii) een behandelverbod opgenomen voor haar behandelend artsen voor het geval er sprake is van – kort gezegd - uitzichtloos lijden en [gedaagde 1] zelf niet meer kan beslissen over medische behandelingen.
3.Het geschil
[gedaagde 1] was wilsonbekwaam op het moment dat het levenstestament werd opgemaakt. Dit blijkt het feit dat bij [gedaagde 1] in 2015 Alzheimer is geconstateerd en zij bij beschikking van de kantonrechter van 20 oktober 2020 onder bewind is gesteld. [gedaagde 1] kan niet meer in staat worden geacht om haar vermogensrechtelijke belangen behoorlijk waar te nemen. Om die reden hebben twee verschillende notarissen op twee verschillende tijdstippen geweigerd om het testament van [gedaagde 1] te veranderen. [gedaagde 1] is als gevolg van de Alzheimer evenmin nog in staat om haar niet-vermogensrechtelijke belangen waar te nemen. Reden waarom het levenstestament nietig, althans vernietigbaar, is, aldus [eiseres] .
4.De beoordeling
Naar het oordeel van de rechtbank is zij daar niet in geslaagd. Hiertoe wordt als volgt overwogen.
Tegen het standpunt van [eiseres] pleit dat [gedaagde 1] onweersproken heeft gesteld dat zij de notaris drie maal heeft bezocht, waarbij zij twee maal buiten tegenwoordigheid van [naam 1] een gesprek met de notaris heeft gehad en dat de notaris op basis van deze gesprekken blijkbaar geen aanleiding heeft gezien om een nader onderzoek te (laten) verrichten naar de eventuele wilsonbekwaamheid van [gedaagde 1] . Concrete omstandigheden waaruit volgt dat de notaris hierbij onzorgvuldig heeft gehandeld, heeft [eiseres] niet naar voren gebracht.
In tegenstelling tot wat bij een levenstestament het geval is bevat een “normaal” testament vooral regelingen over (soms complexe) vermogensrechtelijke aangelegenheden. In het onderhavige levenstestament gaat het om het aanwijzen van een tweetal naasten voor het regelen van medische- en zorgtaken in het geval [gedaagde 1] daartoe zelf niet meer in staat is.
Voor een juiste waardering van de betrokken belangen worden bij een testament logischerwijs hogere eisen aan de geestvermogens gesteld dan bij een levenstestament als hier aan de orde is. Dat twee andere notarissen [gedaagde 1] niet wilsbekwaam hebben geacht om bij testament over haar nalatenschap te beschikken zegt daarom niets over het oordeel van de notaris die [gedaagde 1] op 27 januari 2021 wilsbekwaam heeft geacht voor het opmaken van het levenstestament. Ook deze notaris wordt bij cliënten van gevorderde leeftijd geacht beroepshalve alert te zijn op eventuele mentale defecten en uit niets is de rechtbank gebleken dat de notaris haar zorgplicht in dit opzicht heeft verzaakt.
Voor het veroordelen van [eiseres] in de proceskosten pleit dat zij een procedure jegens haar moeder is gestart, waarvan zij ter zitting heeft toegegeven dat zelfs een toewijzende beslissing niet bij zal dragen aan de oplossing van het echte probleem tussen partijen: de verstoorde communicatie tussen haar en haar moeder. Goed beschouwd zijn de proceskosten daarmee nodeloos veroorzaakt.
Tegen een proceskostenveroordeling pleit dat dit kan leiden tot een verdere verstoring in de onderlinge verhoudingen.
Gelet op het belang dat (ook) de rechtbank hecht aan een verbetering van de onderlinge verhoudingen en indien mogelijk een verzoening, worden de proceskosten tussen partijen gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.