Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
4.Het verweer
5.De beoordeling
restrictions by the air traffic control authorities”. De kantonrechter is echter van oordeel dat niet is komen vast te staan dat (de gemachtigde van) de passagier dit e-mailbericht heeft ontvangen, waardoor tevens niet is komen vast te staan dat de passagier reeds in de buitengerechtelijke procedure bekend is geworden met het verweer van de vervoerder. De passagier heeft gesteld dat zij niet tot dagvaarden over zou zijn gegaan als zij voorafgaand aan de procedure door de vervoerder in kennis zou zijn gesteld van de feiten en omstandigheden die pas in deze procedure bij de passagier bekend zijn geworden. De kantonrechter is van oordeel dat de passagier gelet op het gevoerde verweer de in het geding zijnde kosten in redelijkheid van de vervoerder kan vorderen. Er is, gelet op het bovenstaande, voldoende grond voor de stelling dat deze procedure voorkomen had kunnen worden als de vervoerder in een eerder stadium meer informatie zou hebben gegeven. Omdat het gevorderde bedrag niet hoger is dan het volgens het Besluit berekende tarief, zullen de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen.
6.De beslissing
griffierecht € 240,00;
salaris gemachtigde € 248,00;
vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;