ECLI:NL:RBNHO:2022:11315
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag maatschappelijke opvang Wmo met Wlz-indicatie en proceskostenvergoeding
In deze zaak heeft eiser op 27 januari 2021 een spoedaanvraag voor maatschappelijke opvang ingediend op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo). De aanvraag werd op 28 januari 2021 door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem afgewezen. Eiser maakte bezwaar tegen deze afwijzing, maar het bezwaar werd ongegrond verklaard. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank, die de zaak op 1 september 2022 heeft behandeld. Tijdens de zitting bleek dat eiser inmiddels een Wlz-indicatie had gekregen en in een zorginstelling verbleef. De rechtbank oordeelde dat eiser nog steeds procesbelang had bij de beoordeling van het bestreden besluit, omdat hij een vergoeding van zijn proceskosten in bezwaar wilde.
De rechtbank constateerde dat het bestreden besluit een motiveringsgebrek vertoonde. Er was geen aandacht besteed aan relevante informatie, zoals een e-mail van FACT Beverwijk waarin stond dat eiser geen specialistische GGZ-hulp nodig had. Ook was er geen rekening gehouden met de indicatie beschermd wonen die eiser had. De rechtbank oordeelde dat de conclusie van verweerder dat het primaire besluit op goede gronden was genomen, niet houdbaar was. Daarom verklaarde de rechtbank het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en herroepte het primaire besluit van 28 januari 2021. De rechtbank veroordeelde verweerder tot vergoeding van de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 2.600,- en droeg verweerder op het betaalde griffierecht van € 49,- aan eiser te vergoeden.