In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 25 november 2022 een beschikking gegeven inzake de verlenging van een zorgmachtiging voor een betrokkene die lijdt aan een psychotische stoornis. De officier van justitie had op 4 november 2022 een verzoek ingediend voor het verlenen van een zorgmachtiging, waarbij verschillende bijlagen, waaronder een medische verklaring en een zorgplan, waren gevoegd. Tijdens de mondelinge behandeling op 25 november 2022, die plaatsvond in het Centrum voor de Geestelijke Gezondheidszorg Noord-Holland Noord, zijn zowel de betrokkene als zijn advocaat en een sociaal psychiatrisch verpleegkundige gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene ernstig nadeel ondervindt door zijn psychische aandoening, wat leidt tot materiële en immateriële schade, verwaarlozing en een bedreiging van de algemene veiligheid.
De rechtbank oordeelde dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is. De rechtbank heeft de voorgestelde vormen van verplichte zorg, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid, als evenredig en effectief beoordeeld. Ondanks de positieve ontwikkelingen in de samenwerking van de betrokkene met zijn behandelaren, heeft de rechtbank besloten de zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden te verlenen, tot en met 25 november 2023. De rechtbank benadrukte het belang van het voortzetten van de huidige positieve lijn in de behandeling van de betrokkene, waarbij ook de mogelijkheid van medicatieafbouw onder toezicht aan de orde komt. De beschikking is openbaar uitgesproken en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 15 december 2022.