In deze zaak hebben passagiers een vordering ingesteld tegen de luchtvaartmaatschappij United Airlines Inc. naar aanleiding van de annulering van vlucht UA947 van Amsterdam-Schiphol naar Washington op 20 juli 2019. De passagiers, vertegenwoordigd door Aviclaim, vorderden compensatie op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die hen recht geeft op compensatie bij annulering of langdurige vertraging van vluchten. De luchtvaartmaatschappij was niet verschenen op de eerste zitting, wat leidde tot een verstekvonnis op 18 augustus 2021, waarbij de vervoerder werd veroordeeld tot betaling van € 6.000,00 aan compensatie en bijkomende kosten.
De vervoerder kwam echter in verzet tegen dit verstekvonnis, stellende dat de dagvaarding aan een verkeerd adres was betekend en dat er buitengewone omstandigheden waren die de annulering van de vlucht rechtvaardigden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is en dat het verzet tijdig is ingesteld. De vervoerder heeft onvoldoende bewijs geleverd voor de stelling dat de dagvaarding nietig was.
De kantonrechter heeft vervolgens beoordeeld of de vervoerder alle redelijke maatregelen heeft genomen om de annulering te voorkomen. Na een zorgvuldige afweging van de feiten en omstandigheden, concludeerde de kantonrechter dat de vervoerder inderdaad alle redelijke maatregelen had getroffen en dat er geen andere alternatieve vluchten beschikbaar waren die de passagiers eerder naar hun bestemming hadden kunnen brengen.
Uiteindelijk verklaarde de kantonrechter het verzet gegrond, vernietigde het verstekvonnis en wees de oorspronkelijke vordering van de passagiers af. De passagiers werden veroordeeld tot betaling van de proceskosten.