ECLI:NL:RBNHO:2022:11497

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
21 december 2022
Publicatiedatum
21 december 2022
Zaaknummer
8340451 \ CV EXPL 20-1953
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor vertraging van vlucht en buitengewone omstandigheden

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 21 december 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een passagier en de luchtvaartmaatschappij Deutsche Lufthansa Aktiengesellschaft. De passagier had een vordering ingesteld wegens vertraging van zijn vlucht van Amsterdam naar Newark via Frankfurt op 25 april 2018. De passagier vorderde compensatie op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten. De passagier claimde een bedrag van € 600,00, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke incassokosten, als gevolg van de vertraging van meer dan drie uur op zijn eindbestemming.

De luchtvaartmaatschappij betwistte de vordering en voerde aan dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, zoals restricties opgelegd door de luchtverkeersleiding. De kantonrechter oordeelde dat de vervoerder inderdaad kon aantonen dat de vertraging was veroorzaakt door buitengewone omstandigheden, waaronder gewijzigde slottijden en andere operationele beperkingen. De rechter concludeerde dat de vervoerder alle redelijke maatregelen had genomen om de vertraging te voorkomen en dat de passagier niet had aangetoond dat hij sneller op zijn eindbestemming had kunnen aankomen met een alternatieve vlucht.

Uiteindelijk wees de kantonrechter de vordering van de passagier af en veroordeelde hem tot betaling van de proceskosten aan de vervoerder. Dit vonnis benadrukt de noodzaak voor passagiers om niet alleen de vertraging aan te tonen, maar ook om aan te tonen dat de vervoerder niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan om de vertraging te beperken.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8340451 \ CV EXPL 20-1953
Uitspraakdatum: 21 december 2022
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiser], wonende te [plaats]
eiser
hierna te noemen de passagier
gemachtigden mr. R.A.C. Telkamp (EUclaim B.V.)
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Deutsche Lufthansa Aktiengesellschaft
statutair gevestigd te Keulen (Duitsland) en mede kantoorhoudende te Schiphol
gedaagde
hierna te noemen de vervoerder
gemachtigden mr. E.A. Pluijm & mr. L.E. Schalk (Russell Advocaten)

1.Het procesverloop

1.1.
De passagier heeft bij dagvaarding van 4 december 2019 een vordering tegen de vervoerder ingesteld. De vervoerder heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
De passagier heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna de vervoerder een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
De passagier heeft een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan de vervoerder de passagier diende te vervoeren van Amsterdam-Schiphol Airport via Frankfurt International Airport (Duitsland) naar Newark Liberty International Airport (Verenigde Staten) op 25 april 2018.
2.2.
Volgens de overeenkomst zou de passagier op 25 augustus 2018 om 11:10 uur (lokale tijd) vanuit Amsterdam-Schiphol Airport met vlucht LH989 vertrekken en om 12:15 uur (lokale tijd) aankomen op Frankfurt International Airport. Vanuit daar zou hij met vlucht LH402 om 13:20 uur (lokale tijd) verder vliegen naar Newark Liberty International Airport om daar om 15:45 uur (lokale tijd) aan te komen.
2.3.
Vlucht LH989 van Amsterdam-Schiphol Airport naar Frankfurt International Airport (hierna: de vlucht) is vertraagd uitgevoerd waardoor de passagier zijn aansluitende vlucht naar Newark Liberty International Airport heeft gemist. Als gevolg daarvan is de passagier, met zijn instemming, omgeboekt naar een alternatieve vlucht van Frankfurt International Airport naar John F. Kennedy International Airport (Verenigde Staten).
2.4.
EUclaim B.V. heeft namens de passagier compensatie van de vervoerder gevorderd in verband met voornoemde vertraging.
2.5.
De vervoerder heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering en het verweer

3.1.
De passagier vordert dat de vervoerder bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 600,00 vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf woensdag 25 april 2018, althans vanaf datum ingebrekestelling dan wel vanaf de datum van betekening van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 181,50 dan wel € 108,90 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
De passagier heeft aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagier stelt dat de vervoerder vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is de passagier te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 600,00.
3.3.
De vervoerder betwist de vordering. Op zijn verweer wordt bij de beoordeling ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
4.2.
Vaststaat dat de passagier met een vertraging van meer dan drie uur dan oorspronkelijk gepland is aangekomen op de eindbestemming Newark Liberty International Airport, zodat de vervoerder op grond van de Verordening in beginsel gehouden is de compensatie als bedoeld in de Verordening te voldoen. Dit is anders indien hij kan aantonen dat de vertraging het gevolg is van buitengewone omstandigheden als bedoeld in artikel 5 lid 3 van de Verordening. Gelet op het arrest Wallentin-Hermann (C-549/07) van het Hof van 22 december 2008 dient een vervoerder in het voorkomende geval aan te tonen dat hij zelfs met de inzet van alle beschikbare materiële en personeelsmiddelen, de buitengewone omstandigheden kennelijk niet had kunnen vermijden – behalve wanneer hij op het relevante tijdstip onaanvaardbare offers uit het oogpunt van de mogelijkheden van zijn onderneming had gebracht – en dat de buitengewone omstandigheden waarmee hij werd geconfronteerd tot de langdurige vertraging van de vlucht hebben geleid.
4.3.
De vraag die voorligt is of de vervoerder met de door hem overgelegde producties en zijn toelichting daarop, voldoende heeft aangetoond dat de langdurige vertraging van de passagiers op de eindbestemming het gevolg is geweest van (doorwerking van) buitengewone omstandigheden die hij niet had kunnen vermijden.
4.4.
De vervoerder heeft aangevoerd dat de vlucht in kwestie onderdeel uitmaakte van de rotatievlucht Frankfurt-Amsterdam-Frankfurt (vluchten LH988 en LH989). De rotatievlucht is gestart met vlucht LH988. Deze vlucht is blijkens het vluchtrapport vertraagd uitgevoerd wegens codes 87X en 84 (productie 2 bij conclusie van antwoord). De vervoerder heeft toegelicht dat vertragingscode 87X staat voor “
AIRPORT FACILITIES, parking stands, ramp congestion, lighting, buildings, gate limitations, etc”, ofwel beperkingen op de luchthaven waardoor de vlucht met een vertraging van 11 minuten uitgevoerd. Hierbij heeft de vervoerder toegelicht dat bij een restrictie wegens beperkingen van de luchthavenfaciliteiten geen gewijzigde slottijd(en) door de luchtverkeersleiding wordt afgegeven. De vertragingscode kan enkel in het vluchtrapport worden vermeld, aldus de vervoerder. Daarnaast werd vlucht LH988 met nog eens 50 minuten vertraagd uitgevoerd wegens code 84: “
ATFM due to WEATHER AT DESTINATION”. De luchtverkeersleiding heeft meerdere malen, vanaf twee uur voor de geplande vertrektijd van vlucht LH988, de slot gewijzigd. Ter onderbouwing van zijn standpunt verwijst de vervoerder naar de
slot-historyvan voornoemde vlucht. Uiteindelijk is door de luchtverkeersleiding een slot van 08:18 uur UTC aan het toestel toegekend. Van dit slot heeft vlucht LH988 gebruik gemaakt.
4.1.
Anders dan de passagier is de kantonrechter van oordeel dat de gewijzigde slottijd wegens code 84 als een buitengewone omstandigheid kan worden aangemerkt. De vervoerder had immers niet de mogelijkheid om eerder te vertrekken doordat de luchtverkeersleiding (meerdere malen) een gewijzigde vertrektijd voor het toestel heeft opgelegd. Een luchtvaartmaatschappij is altijd verplicht om een gewijzigde slottijd op te volgen. Niet is gebleken dat de vervoerder zelf om een nieuw slot heeft verzocht. Bovendien geldt dat het niet de taak van de kantonrechter is om te beoordelen of de luchtverkeersleiding, gelet op de weersomstandigheden, terecht de nieuwe slottijden heeft opgelegd. De vraag of de weersomstandigheden tijdens de uitvoering van vlucht LH988 belemmeringen met zich meebrachten doet er dan ook niet toe. Het besluit van de luchtverkeersleiding is in het onderhavige geval dan ook aan te merken als een buitengewone omstandigheid in de zin van artikel 5 lid 3 van de Verordening. Ook kan de vertraging voor de duur van 11 minuten die is ontstaan door code 87X als een buitengewone omstandigheid worden aangemerkt. De vervoerder dient immers restricties van de luchtverkeersleiding op te volgen. De vertraging van vlucht LH988 voor de duur van 61 minuten is dan ook ontstaan als gevolg van buitengewone omstandigheden.
4.2.
De vraag die vervolgens voorligt is of voornoemde buitengewone omstandigheden doorwerken naar de vlucht in kwestie. Uit het vluchtrapport van de onderhavige vlucht volgt dat de vlucht een vertraging had wegens code 93
(Aircraft rotation, late arrival of aircraft from another flight or previous sector) van 44 minuten. Hieruit blijkt dat deze vertraging is ontstaan als gevolg van de vertraagde uitvoering van de voorafgaande vlucht en dat een deel van die vertraging tijdens de rotatie is ingehaald. Nu reeds is vastgesteld dat 61 minuten van deze vertraging is ontstaan als gevolg van een buitengewone omstandigheid, werkt deze buitengewone omstandigheid voor de duur van 44 minuten door naar de onderhavige vlucht.
4.3.
Naast code 93 wordt in het vluchtrapport code 89K genoemd waardoor de vlucht met een vertrekvertraging van 19 minuten is uitgevoerd. De vervoerder heeft toegelicht dat code 89 een “
ATC pre-departure delay” betreft. Volgens de vervoerder was in het onderhavige geval, net zoals bij code 87X, sprake van restricties van de luchtverkeersleiding zonder ATFM. De kantonrechter is van oordeel dat de vervoerder die wordt geconfronteerd met een besluit van de luchtverkeersleiding zich naar dit besluit moet voegen. De vervoerder is immers gehouden om restricties van de luchtverkeersleiding op te volgen en dit is niet inherent aan de normale bedrijfsuitvoering. De vertrekvertraging voor de duur van 19 minuten die is ontstaan door code 89K levert dan ook een buitengewone omstandigheid op.
4.4.
De passagier stelt dat de gewijzigde slottijden niet hebben geleid tot een langdurige vertraging, maar deze stelling kan hem niet baten nu de vertraging op de eindbestemming leidend is. De uiteindelijke vertraging van de passagier op de eindbestemming bedroeg meer dan drie uur. Deze vertraging is het directe gevolg geweest van de vertraagde uitvoering van de vlucht en daarmee ook het gevolg van buitengewone omstandigheden. De passagier heeft immers de aansluitende vlucht naar Newark Liberty International Airport gemist. Gelet op het voorgaande kan de vertraging van de vlucht als langdurig worden aangemerkt.
4.5.
De volgende vraag die voorligt is of de vervoerder alle redelijke maatregelen heeft genomen om de vertraging van de passagier te voorkomen dan wel te beperken. De vervoerder voert aan dat hij de passagier heeft omgeboekt op de eerst beschikbare vlucht, hetgeen door de passagier wordt betwist. De passagier stelt dat hij met vlucht KL641 sneller op zijn eindbestemming zou zijn aangekomen, maar laat na om aan te tonen dat op deze vlucht plaats voor hem beschikbaar was zodat de kantonrechter hieraan voorbij gaat. De passagier doet verder een beroep op het arrest van het Hof van 11 juni 2020 (zaak C-74/19). Uit dit arrest volgt dat, indien de passagier met een door de vervoerder zelf uitgevoerde alternatieve vlucht de dag na de oorspronkelijk vastgestelde dag aankomt, dit in beginsel geen redelijke maatregel vormt. In het onderhavige geval is de passagier niet een dag later, maar nog op dezelfde dag als gepland aangekomen bestemming aangekomen, met een vertraging van circa 4 uur. De vervoerder kon volstaan met het aanbieden van eigen vluchten. In de gegeven omstandigheden kon er niet meer van de vervoerder worden verwacht. De vordering van de passagier tot betaling van compensatie wegens vertraging van de vlucht zal dan ook worden afgewezen.
4.6.
De proceskosten komen voor rekening van de passagier, omdat hij ongelijk krijgt. Ook de nakosten kunnen worden toegewezen, voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt de passagier tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor de vervoerder worden vastgesteld op een bedrag van € 248,00 aan salaris van de gemachtigde van de vervoerder en veroordeelt de passagier tot betaling van € 62,00 aan nakosten voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis.
5.3.
verklaart dit vonnis, voor wat betreft de proceskostenveroordeling, uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter