In deze zaak vordert de werknemer, [eiser], in kort geding dat hij weer mag werken op zijn voormalige standplaats bij Gall & Gall. De kantonrechter oordeelt dat de wijziging van de standplaats een arbeidsvoorwaarde betreft en dat er geen eenzijdig wijzigingsbeding is. Desondanks oordeelt de kantonrechter dat de werkgever, Gall & Gall, een zwaarwichtig belang heeft bij de overplaatsing van de werknemer naar een andere winkel in Veenendaal. De kantonrechter weegt de belangen van beide partijen en concludeert dat het belang van de werkgever zwaarder weegt dan dat van de werknemer. De vordering van de werknemer wordt afgewezen, omdat de werkgever voldoende redenen heeft aangevoerd voor de wijziging van de standplaats, waaronder een langdurige vacature en de noodzaak om de winkel in Veenendaal te bemensen. De kantonrechter benadrukt dat de werknemer in redelijkheid kan worden geacht het voorstel van de werkgever te aanvaarden, mede gezien de toezeggingen van Gall & Gall over roosterafspraken en de bonusregeling. De beslissing van de kantonrechter is dat de vordering van de werknemer wordt afgewezen en dat iedere partij zijn eigen proceskosten draagt.