ECLI:NL:RBNHO:2022:11659
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van de verdenking van medeplegen van de invoer van harddrugs via Schiphol
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 20 december 2022 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het medeplegen van de invoer van harddrugs, specifiek 19.434 gram heroïne en 10.086 gram cocaïne, via de luchthaven Schiphol. De rechtbank heeft de zaak behandeld naar aanleiding van het onderzoek Ryeford-Monston, dat begon op 17 juli 2017, en waarbij verschillende personen, waaronder Schipholmedewerkers, betrokken waren bij de invoer van verdovende middelen. De verdachte werd vrijgesproken van de hem ten laste gelegde feiten, omdat de rechtbank oordeelde dat niet wettig en overtuigend was bewezen dat hij betrokken was bij de invoer van de in beslag genomen drugs. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was om te stellen dat de verdachte op de hoogte was van de invoer van deze specifieke tas met drugs, en dat de tapgesprekken die door het onderzoeksteam waren afgeluisterd, te algemeen waren om een directe link naar de verdachte te leggen. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk was in zijn vervolging. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffiers en is openbaar uitgesproken.