Uitspraak
- de (oorspronkelijke) dagvaarding van 24 november 2020 met 6 producties van [eiser];
- het verstekvonnis van deze rechtbank van 30 december 2020;
- de verzetdagvaarding en de eis in reconventie van 29 januari 2021 met 7 producties, ingebracht door Karintrad bij de sectie Kanton van deze rechtbank;
- het tussenvonnis van 3 maart 2021 van de kantonrechter waarbij de zaak is verwezen naar de sectie Handel van deze rechtbank;
- het tussenvonnis van 18 augustus 2021 van deze rechtbank, waarbij een mondelinge behandeling is gelast;
- de door Karintrad op 28 november 2021 toegezonden aanvullende producties A t/m T, die gelden te zijn gediend op de datum van de mondelinge behandeling (8 december 2021);
- de door [eiser] op 1 december 2021 toegezonden conclusie van antwoord in reconventie, de conclusie van repliek in conventie, de aanvullende producties A en B en een akte wijziging van eis, die gelden te zijn gediend op de datum van de mondelinge behandeling (8 december 2021);
- de mondelinge behandeling van 8 december 2021, waarvan door de griffier aantekeningen zijn bijgehouden en waarbij door partijen spreekaantekeningen zijn overgelegd.
2.De feiten
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
in conventie
€ 1.442,00(2 punten × tarief € 721,00)
Overzicht klachten [eiser]’, een aantal (in de Turkse taal opgestelde) werkbonnen en diverse foto’s van woonmeubilair overgelegd, waaruit volgens haar blijkt dat meerdere van haar afnemers klachten bij Karintrad hebben ingediend over goederen afkomstig van [eiser]. Als aanvullende producties heeft Karintrad de vertaalde werkbonnen overgelegd en daarnaast nog tien foto’s van woonmeubilair, waarop volgens haar gebreken aan door [eiser] geleverde goederen te zien zijn. [eiser] betwist – kort gezegd – dat Karintrad schade heeft geleden door wanprestatie van [eiser], althans dat zij daarvoor (tijdig) aansprakelijk is gesteld.